Economie
Alweer een eurotop; zes vragen en antwoorden

BRUSSEL – Premier Rutte zei onlangs niet te zitten wachten op zijn vergezichten, maar de rest van Europa keek dinsdag belangstellend naar het masterplan van EU-voorzitter Van Rompuy, waarin banken en staatschulden een beetje van ons allemaal worden. Dit in de aanloop naar een nieuwe top die donderdag start, maar eigenlijk woensdagavond al. Zes vragen.

Marcel ten Broeke
27 June 2012 12:11Gewijzigd op 14 November 2020 21:50
Foto ANP
Foto ANP

Serieus, alweer een top?

Ja, alweer. Sinds in 2009 de crisis losbarstte met begrotingsgerommel in Griekenland, rijgen de eurotoppen zich aaneen. Het verloop was vaak hetzelfde: aanvankelijk worden de verwachtingen opgevoerd, maar naarmate de top nadert weer flink getemperd. Na de top blijken regeringsleiders vaak precies genoeg gedaan te hebben om tijd te kopen, maar onvoldoende om de eurocrisis écht tot een einde te brengen. Die breide zich daarom steeds verder uit. Nadat begin 2010 de Grieken aan een noodinfuus werden gehangen, volgden Ierland (2010) en Portugal (2011). Afgelopen maand was het Spanje, dinsdag Cyprus.

Zal het nu weer zo gaan?

Het zou eigenlijk verbazen als dat niet zo is. En ondanks dat de Italiaanse premier Monti vorige week stelde dat „we nog slechts één week hebben om de euro te redden”, probeerden sleutelspelers de afgelopen dagen de hooggespannen verwachtingen in te dammen. Het grote probleem blijft dat de vraag wat nu precies een échte oplossing is, door landen verschillend wordt beantwoord. Voor Spanje, Italië en Frankrijk betekent dit vooral het borg staan in de eurozone voor elkaars schuld (om zo hun oplopende rentes op staatsleningen in te dammen) en het aanjagen van groei. De noordelijke landen, Duitsland voorop, willen vooral dat schuldenlanden soevereiniteit afstaan omtrent hun begroting. En juist dát ligt in bijvoorbeeld Frankrijk weer uiterst gevoelig.

Wat wil Nederland?

De afgelopen jaren was dat simpel: wat Duitsland wil. Maar het regeringsstandpunt hult zich steeds meer in nevelen. Toen de Duitse bondskanselier Merkel recent stelde dat haar marsroute richting een politieke unie leidt, distantieerde Rutte zich daar aanvankelijk van. De VVD-premier zit klem tussen wat Merkel wil en wat de kiezer wil. Met verkiezingen voor de boeg is dat laatste van belang. Recent bleek uit een peiling dat twee derde van de burgers niet op een politieke unie zit te wachten. Tot 12 september spreekt Rutte waarschijnlijk met twee monden: een voor binnen en een voor buiten Nederland.

Wat ligt er concreet op tafel?

Een plan van Van Rompuy om de tegenstellingen tussen noord en zuid te overbruggen. De EU-president legt hierin een basis waarop de toekomstige eurozone kan worden gebouwd. Daarbij kiest hij voor een vlucht naar voren door Europese banken en staatsschuld meer van Brussel en dus een beetje van ons allemaal te maken. Doel van Van Rompuy is enerzijds dat Brussel meer te zeggen krijgt over de begrotingen van zwakke eurolanden (in het uiterste geval komen ze onder curatele te staan) en anderzijds meer financiële solidariteit van noord met zuid te creëren. Voor dat laatste schetst de Belg twee bouwstenen: gezamenlijke financiering van staatsschuld –oftewel op termijn een introductie van eurobonds– en de invoering van een bankenunie.

Een bankenunie, wat heeft die ermee te maken?

Niets en tegelijk alles. De eurolanden die tobben met hun hoge staatsschuld hebben, zoals Spanje, grote moeite garant te staan voor de zwakke banken in hun land. Nu eurobonds op korte termijn een brug te ver lijken, wordt een bankenunie geopperd, wat mogelijk zou zijn zonder een verdragswijziging die aan kiezers moet worden voorgelegd. Europese banken krijgen dan te maken met centraal toezicht en moeten een fonds opbouwen om elkaar in nood bij te kunnen staan. Binnen Nederland geldt al zo’n borgstelling, het depositogarantiestelsel. Maar als Van Rompuy’s plannen doorgaan staat een bank als Rabobank straks niet alleen garant voor de spaartegoeden bij SNS, maar ook bij banken van Spaanse Dirk Scheringa’s. Net als bij de borgstelling in Nederland geldt ook nu dat wanneer banken middelen tekortkomen om elkaars scherven op te vegen, de belastingbetaler om de hoek komt kijken. Niet voor niets wil Van Rompuy het Europese noodfonds ESM inschakelen als aanvankelijke ruggensteun. Op die manier is ook een bankenunie een nieuwe stap in de richting van een onderlinge garantstelling van eurolanden en daarmee een fiscale of politieke unie.

Hoe kansrijk zijn de voorstellen?

Het grootste probleem zal voor Van Rompuy niet eens zijn om de neuzen in euroland in eenzelfde richting te krijgen, maar de timing waarmee de bouwstenen moeten worden opgemetseld. Voor het zuiden gelden ze als de reddingsboei die nu nodig is. Voor het noorden zijn ze een stip aan de horizon en moeten zwakke landen tot die tijd vooral hard hervormen. Nu al eurobonds invoeren of een bankenunie zou de discipline daarvoor slechts ondermijnen, omdat steun dan niet langer drukt op hun staatsbalans. De belangrijkste vraag is dus of de hoofdrolspelers in de eurozone: Merkel en de Franse president Hollande, vanavond tijdens een vooroverleg nader tot elkaar weten te komen. En vervolgens of de financiële markten daar genoegen mee nemen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer