„Kans op coalitie met SP niet al te groot”
DEN HAAG – Nog meer dan in 2010 doet de SP haar best om uit te stralen dat de partij na de verkiezingen regeringsverantwoordelijkheid niet uit de weg gaat. „Het kan, het moet, laten we het daarom doen.”
De SP’ers uit Wijk bij Duurstede weken uit naar het bedrijfspand van Frans van der Tol Bouwadvies, die uit Hilversum reserveerden vergaderruimte in het raadhuis. Welke locatie ook beschikbaar was; in de aanloop naar het partijcongres van morgen kwam elke lokale SP-afdeling verspreid over de maanden maart en april twee keer bijeen.
Het doel: het doorspreken van de congresstukken die de partijtop opstelde. Het zijn er twee; ”1 voor allen”, waarin de SP positie kiest in het Nederlandse partijpolitieke landschap, en een ”Evaluatie congresbesluiten 2007”. Of de interne partijorganisatie in de pas loopt om de torenhoge ambities te realiseren, is daarin de centrale vraag.
„We staan aan de vooravond van een nieuwe periode in de ontwikkeling van Nederland, Europa en de wereld”, stelt ”1 voor allen”. „Het morele failliet van het neo-liberalisme is voor (bijna) iedereen zichtbaar, de mensen willen de andere kant uit van meer beschaving, democratie en bestaanszekerheid. De SP moet leidend zijn in de strijd ter verwezenlijking van die wil.”
Concreet maakt SP-fractievoorzitter Roemer het in het jongste nummer van het SP-nieuwsblad Tribune: de SP is de beste garantie voor een centrumlinks kabinet. Vanuit het landsbestuur het verschil gaan maken; dat is wat niet alleen Roemer maar de hele partijtop voor ogen staat. „Het kan, het moet, laten we het daarom doen”, luidt de resolutietekst die het SP-kader morgen in stemming brengt.
„Nu de SP leidt in de peilingen is het congres organiseren en de resolutie in stemming brengen voor de partij een voor de hand liggende manier om haar regeringsbereidheid te laten zien”, stelt SP-kenner en historicus prof. dr. Gerrit Voerman, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. De uitkomst van de stemming staat voor Voerman al op voorhand vast: de achterban gaat akkoord. „De partij is inmiddels medebestuurder in een tiental gemeenten en twee provincies. Het is al een paar jaar duidelijk dat het partijkader die lijn nationaal wil doortrekken. In zekere zin bevat de resolutie dus niets nieuws.”
De SP zit in een flow, maar ziet behalve kansen ook bedreigingen. In ”Evaluatie congresbesluiten 2007” kraakt de partijtop stevige noten; over nieuwkomers in de partij die zich onvoldoende onderwerpen aan de interne scholing, over afdelingsbestuurders die onvoldoende huisbezoeken afleggen bij nieuwe leden en over afdelingsvoorzitters die een onvolledig jaarverslag aanleveren bij het partijbureau. In de Tribune doet algemeen partijsecretaris Hans van Heijningen er nog een schepje bovenop. „Praten we over de versterking van afdelingen, dan moet er nog veel gebeuren. Op te veel plekken komen mensen aan de voorkant binnen, terwijl er aan de achterkant weer mensen uitlopen”, sombert de SP-veteraan. Het klinkt bijna als een opsomming van argumenten om te zeggen: We stellen de regeringsdeelname nog even uit.
Voerman ziet dat anders. „Willen regeren en kritisch zijn op je interne partijorganisatie zijn echt twee verschillende dingen. Organisatorisch gezien zijn er heel wat partijen te noemen die er slechter voor staan dan de SP. Het percentage actieve leden is in de SP bovengemiddeld hoog. In veel oude wijken is de SP daarnaast zonder meer goed geworteld. De manier waarop de partij dat aanpakt, met hulpteams en spreekuren, wordt door bijvoorbeeld de PvdA, die haar ombudsteams nieuw leven heeft ingeblazen, zelfs als voorbeeld gezien.
Heb je een aanhang van 45.000 leden zoals de SP, dan moet het raar lopen, willen daar geen ministeriabele leden tussen zitten. Ik verwacht niet dat de SP, net zoals de LPF in 2002, bewindspersonen naar voren moet schuiven die op dat moment nog lid zijn van een andere partij.
Of de partij na 12 september mag aanschuiven, staat overigens nog te bezien. De SP is geen middenpartij en kan maar één kant op formeren en dat is naar links. Samen met de PvdA zou kunnen, mochten ze de grootste worden. D66 en GroenLinks daar weer bij wordt lastig vanwege Europa en de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Het CDA erbij zou betekenen dat die partij eerst het meest rechtse kabinet aller tijden mogelijk zou maken en meteen daarop het meest linkse. Zo’n draai van 180 graden zie ik haar niet gauw maken. Kortom, de kans dat de SP in een regeringscoalitie komt, lijkt niet al te groot.”