Cultuur & boeken

Nietzsche zag nihilisme als dreiging én verlossing

De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) zag het nihilisme als een dreiging, maar ook als een verlossing. Dat laatste gezichtspunt ontbreekt echter in ”Het Europese nihilisme” van Paul van Tongeren.

A. Prosman
24 May 2012 16:00Gewijzigd op 14 November 2020 21:15
Friedrich Nietzsche. Foto Wikimedia, Gustav-Adolf Schultze
Friedrich Nietzsche. Foto Wikimedia, Gustav-Adolf Schultze

Nihilisme is een woord dat te pas en te onpas wordt gebruikt. Het wordt gekoppeld aan morele ontsporingen en staat voor alles wat negatief en ondermijnend is. Nietzsche heeft het woord nihilisme niet uitgevonden, maar hij heeft dit begrip wel als eerste een diepe inhoud gegeven. Hij gebruikt het om daarmee de veranderingen in de Europese cultuur te duiden.

Hierover gaat het recent verschenen boek van prof. Paul van Tongeren: ”Het Europese nihilisme. Friedrich Nietzsche over een dreiging die niemand schijnt te deren”. Als weinig anderen in Nederland is Van Tongeren, hoogleraar filosofie in Nijmegen, vertrouwd met Nietzsches werk.

Fragmenten

Deze studie over Nietzsches nihilisme begint met een keuze van teksten uit het werk van de filosoof. In deze tekstfragmenten komt het begrip nihilisme als thema aan de orde. Wat Nietzsche over nihilisme geschreven heeft, moet uit zijn werk bijeengesprokkeld worden. Hij heeft er nooit een apart artikel of boek aan gewijd. Dat maakt het lastig om op een evenwichtige manier over dit onderwerp te schrijven. Omdat het fragmenten zijn, die een duidelijk samenhangend verband missen, kunnen ze al snel overvraagd worden.

In de hoofdstukken 2 en 3 bespreekt Van Tongeren de achter­gronden en het ontstaan van Nietzsches nihilismebegrip. Tot een analyse komt het in hoofdstuk 4, en in hoofdstuk 5 bepaalt de auteur zijn eigen interpretatie ten opzichte van die van Heidegger, Vattimo en Müller-Lauter. Aan het slot (in hoofdstuk 6) keert het eigenlijke probleem van dit boek, dat in de ondertitel vermeld is, terug: hoe komt het dat wat Nietzsche als een onheilspellende dreiging zag (de opkomst van het nihilisme) niemand schijnt te deren?

Sinistere gast

Inderdaad, hoe zou dat komen? Nietzsche heeft beklemmende dingen gezegd over het nihilisme. Hij schrijft ergens: „Het nihilisme staat voor de deur: waar komt deze meest sinistere van alle gasten vandaan?” Ergens anders spreekt hij als zijn overtuiging uit dat een van de grootste crises gaande is en dat een „allerdiepste bezinning” noodzakelijk is, wil de mens hieraan niet ten onder gaan.

Wie wil weten wat Nietzsche met nihilisme bedoelt, is misschien geholpen met een van zijn uitspraken: „Een nihilist is iemand die van oordeel is dat de wereld, zoals hij is, er niet zou moeten zijn en dat de wereld, zoals hij zou moeten zijn, niet bestaat.” Het nihilisme heeft iets paradoxaals, het signaleert een spanning die in de cultuur tot conflicten en tot uitbarstingen leidt. Als Nietzsche over nihilisme schrijft, verzint hij geen aardige theorie, maar legt hij de vinger bij de enorme verschuivingen in de Europese cultuur.

Juist dat paradoxale karakter van het nihilisme verkent Van Tongeren en hij laat zien dat uiteindelijk het dramatische gevolg is dat niet alleen God wordt ‘gedood’, maar ook dat de mens zichzelf opheft. Waar het kwaad van het nihilisme eenmaal de kop opsteekt, kan het niet meer bedwongen worden. Als eenmaal het fundament van alles, namelijk het bestaan van God, ontkend wordt, verandert niet iets, maar verandert alles. Ook de moraal wordt uit z’n voegen gelicht, van waarheid blijft niet veel over en om die reden gaat ook de wetenschap heel anders functioneren. Dat alles laat Van Tongeren duidelijk zien.

Betere toekomst

Maar hoe komt het dat dit alles de mens van de 21e eeuw niet van zijn stuk brengt en dat hij rustig voortleeft? De auteur geeft er geen duidelijk antwoord op. Naarmate het boek vordert, wordt het betoog ingewikkelder en overtuigt het steeds minder. Het probleem dat ik met dit boek heb, is dat de ondertitel niet juist is. Nietzsche zag het nihilisme inderdaad als een dreiging, maar ook als een verlossing. Hij gebruikt het nihilisme aan de ene kant als een breekijzer, waarmee het bouwwerk van onze westerse cultuur gesloopt moet worden, maar het is voor hem tegelijk hét instrument om een nieuwe, sterke cultuur op te bouwen. Want het negatieve nihilisme wordt opgevolgd door het positieve nihilisme.

Als Europa door de crisis heen­gegaan is, breekt volgens Nietzsche een veel betere toekomst aan: geen schaduwen van God meer, geen moraal die de machtige mensen in de wielen rijdt en die de zwakken altijd in bescherming neemt en niet langer een tweederangspositie voor de aardse werkelijkheid (na de hemelse en volmaakte werkelijkheid).

Extase

Nietzsches diepste drijfveer is niet om de mensen te doen huiveren, maar om hen tot emancipatie te brengen (wat men daarvan ook mag denken). Nietzsche kende huivering, maar ook extase. Dit laatste komt in dit boek niet aan bod. Dat heeft mijns inziens met twee dingen te maken: de keuze van de tekstfragmenten en met het feit dat Van Tongeren te geforceerd Nietzsches nihilisme opvat als pessimisme. Dat lijkt me in het licht van het hele werk van Nietzsche niet correct. Nietzsche wilde vooral optimist zijn.


Boekgegevens

”Het Europese nihilisme. Friedrich Nietzsche over een dreiging die niemand schijnt te deren”, door Paul van Tongeren; uitg. Vantilt, Nijmegen, 2012; ISBN 978 94 6004 098 6; 232 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer