DEN HAAG – De complete Tweede Kamer meent dat de voorwaarden voor het ESM, het nieuwe noodfonds voor eurolanden, beter moeten. Voor een meerderheid is dit echter geen reden om niet –mogelijk woensdag al– voor te stemmen.
„Eigenlijk zouden wij hier vanavond niet moeten zijn”, begon SP-Kamerlid Irrgang dinsdagavond zijn inbreng tijdens de start van het debat over het ESM, dat woensdagmorgen verder ging. Volgens de financieel-woordvoerder, die heeft aangekondigd aan zijn laatste termijn in de Kamer bezig te zijn, is het immers goed gebruik in het parlement om controversiële wetsvoorstellen niet te behandelen na de val van een kabinet en af te wachten tot nieuwe verkiezingen. „En als er íéts controversieel is, dan is dat wel het ESM”, aldus Irrgang.
Samen met PVV, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, SGP en het lid Brinkmam hebben de socialisten grote bezwaren tegen de komst van het permanente noodfonds waarmee probleemlanden in de eurozone kunnen worden gesteund en waarin Nederland in totaal voor 40 miljard euro (4,5 miljard in cash en 35 miljard aan garanties) participeert.
De kritiek spitst zich vooral toe op het ontbreken van een vetorecht voor Nederland bij besluiten die door het ESM „met spoed” moeten worden genomen. In dat geval hebben alleen Duitsland, Frankrijk en Italië het recht om op eigen kracht hen onwelgevallige besluiten te kunnen tegenhouden.
CU en SGP vinden dat minister De Jager (Financiën) over de voorwaarden van het fonds moet heronderhandelen om zo’n veto alsnog óók voor Nederland te regelen. SP, PvdD en PVV willen vooral eerst verkiezingen, alvorens de Kamer stemt over het fonds waarin zij sowieso al niets zien.
Gesteund door een peiling van EenVandaag, waaruit bleek dat 59 procent van de kiezers de opvatting deelt om de stemmingen uit te stellen tot na 12 september, stelde Irrgang dat de weigering van een Kamermeerderheid om dit te doen precies de reden is waarom „de burger boos is over hoe politici omgaan met Europa.” Burgers wordt, aldus Irrgang, „niet naar hun mening gevraagd”, en besluiten, ook destijds over de euro, worden er gewoon „doorgedrukt.” Irrgang: „Als je de Nederlandse burger zo weinig serieus neemt wanneer het gaat om de toekomst van Europa, wees dan in elk geval niet verbaasd dat de scepsis over datzelfde Europa bij de Nederlandse bevolking groeit.”
De opmerking van de SP’er illustreert hoe het debat over het noodfonds geen grotendeels technische exercitie werd over de ins en outs, zoals bij eerdere debatten, maar veel meer een debat waarin partijen werden gedwongen openlijk hun standpunt te bepalen ten aanzien van Europa. Daarmee lijkt PVV-leider Wilders, die vorige week bekendmaakte zijn door een meerderheid verworpen verzoek tot uitstel van het debat aan de rechter voor te leggen, steeds meer gelijk te krijgen, toen hij na het mislukken van het Catshuisoverleg Europa –méér of minder?– bombardeerde tot hét thema voor de verkiezingen. In die zin had het debat van dinsdagavond ook wel wat weg van een ‘eerste verkiezingsdebat’.
Een ruime Kamermeerderheid van VVD, CDA, PvdA, D66 en GroenLinks schaarde zich vol achter het ESM en wil er ook snel over stemmen, zodat het kan fungeren als een „beschermingsmuur” om de stabiliteit in de eurozone te kunnen garanderen, mocht de onrust over Griekenland overslaan naar landen als Spanje en Italië.
Hoewel de voorstanders allen de tekortkomingen benadrukten die het ESM op dit moment nog kent (zoals een gebrekkige publieke externe controle), is dit voor hen onvoldoende reden om de stemming erover uit te stellen. Een en ander zou kunnen worden gerepareerd via zogenoemde bijwetten. Dit tot ongenoegen van PVV, SP, CU, SGP en PvdD, die menen dat de kans dat dit op Europees niveau lukt sterk wordt verkleind door het belangrijkste drukmiddel –de dreiging om het fonds niet te ratificeren– wellicht vandaag te verspelen.
Het kernpunt van de kritiek, het gemis van een Nederlands veto in noodsituaties, draaiden de voorstanders juist om tot de kracht van het nieuwe fonds. Koolmees (D66) „Bij onzekerheid moet je snel kunnen interveniëren. Als we een land als Malta dan de mogelijkheid geven de besluitvorming over een ingreep te blokkeren, maak je de problemen in de eurozone alleen maar groter.”