DEN HAAG – Het versplinterde politieke landschap vertroebelt het uitzicht op een stabiel landsbestuur, juist op het moment dat handelen harder nodig is dan ooit.
Een Fransman die maandag de krant openslaat, kan twee op het oog tegenstrijdige koppen tegenkomen: ”Hollande wint” en ”Hollande verliest”.
De eerste doelt op de verkiezingsoverwinning zondag van de socialist François Hollande op de huidige president Sarkozy, de tweede op de politieke crisis waarin Nederland verzeild is geraakt nadat PVV-leider Wilders zaterdag, na zeven weken onderhandelen over een crisispakket, pardoes de stekker trok uit de samenwerking met VVD en CDA. Rutte I kan daarmee de boeken in als het zesde kabinet in tien jaar tijd dat de eindstreep niet heeft gehaald.
Of PVV-leider Wilders, die zelf meent als enige van de onderhandelaars de „rug recht te hebben gehouden”, op het moment suprême vooral zélf last kreeg van slappe knieën, of dat hij –zoals VVD-fractievoorzitter Blok zondag suggereerde– vooral door zijn fractie werd teruggefloten, is vooralsnog onduidelijk.
Hoewel de beslissing van Wilders naar eigen zeggen „unaniem” door zijn fractie wordt gedeeld, kwamen vanmorgen de eerste signalen al naar buiten dat niet alle PVV-Kamerleden de stap van hun roerganger toejuichen.
Feit is wel dat Wilders met zijn keuze zich los te maken van het crisispakket met 14 miljard euro aan bezuinigingen, vol inzet op nieuwe verkiezingen.
De weerstand tegen de knoet van Brussel wordt daarbij dé inzet van zijn strijd. De rabiate opstelling van de PVV omtrent het zogenoemde Polenmeldpunt, het verzet tegen ontpoldering van de Hedwigepolder, het rapport over de terugkeer naar de gulden: het is allemaal keurig in lijn met het jongste PVV-pleidooi om de Brusselse eis aan het Nederlandse begrotingstekort (maximaal 3 procent in 2013) volledig te negeren.
Hoewel de rechts georiënteerde PVV-kiezer het Wilders wellicht nooit zal vergeven de rechtse politieke samenwerking (van VVD, CDA, PVV en SGP) te hebben opgeblazen, bewijst een zondag in allerijl gehouden opiniepeiling (geen zetelverlies voor de PVV) dat er voor de politieke opvattingen van Wilders nog altijd een aanzienlijke voedingsbodem bestaat.
De opmars, die veel groter was dan verwacht, van de radicaal rechtse Marine Le Pen in Frankrijk zondag, geeft aan dat Nederland duidelijk niet het enige land is waarvoor dit geldt.
De kans dat Wilders eventuele verkiezingswinst zal kunnen omzetten in macht, lijkt door het échec van dit weekeinde voorlopig echter verkeken. Ook de enige partijen die überhaupt bereid waren met Wilders in zee te gaan, hebben nu de buik vol van de PVV.
Saillant is ook dat Wilders met zijn keuze om weg te kijken van Europa juist meer dan ooit de aandacht in Europa op Nederland vestigt. Alom wordt gegniffeld nu het kleine land aan de Noordzee, dat als geen ander met een grote mond de Zuid-Europese landen wist te vertellen hoe de broekriem aan te trekken, nu zelf begrotingsaverij oploopt.
Zo klonk vanuit Brussel zondag al het geluid dat men Nederland wil houden aan de terugdringing van het begrotingstekort in 2013. Lukt dat niet, dan behoort een Europese boete –die kan oplopen tot 1,2 miljard euro– tot de mogelijkheden.
In potentie vele malen gevaarlijker lijkt echter de houding van de financiële markten jegens Nederland. In de laatste maanden gaven diverse kredietbeoordelaars al aan te overwegen ons land weg te strepen van het korte rijtje van eurolanden met de hoogste (AAA) kredietstatus. De huidige politieke crisis, te midden van de economische, kan daarvoor wel eens het laatste zetje zijn.
Zo’n afwaardering zou, sprak DNB-president Knot onlangs, via de weg van een hogere rente op Nederlandse staatsschuld, op termijn kunnen leiden tot 4 miljard euro aan extra rente-uitgaven. Vanmorgen was op de financiële markt de eerste ritseling in die richting al merkbaar.
Het is overigens de vraag of het pakket dat VVD, CDA en PVV in de achterliggende weken in elkaar knutselden de trend richting een hogere rente had weten te keren. Uit wat er zoal uitlekte, blijken Rutte, Wilders en Verhagen in het Catshuis niet te hebben gebouwd aan een visievol pakket aan maatregelen die de economie een duwtje de goede kant op zou geven. Veel meer lijkt Wilders zijn woorden te hebben waargemaakt dat hij bij het uitblijven van een „miljardenbezuiniging” op ontwikkelingshulp geen enkele hervorming zou steunen.
Wie het akkoord doorspit op hervormingen komt niet heel veel verder dan een beperkte wijziging rond de hypotheekrenteaftrek. De hoofdlijn wordt gevormd door kaasschaafbezuinigingen (zoals afschaffing van de bevoordeling van rode diesel) en lastenverzwaringen (hogere btw, invoering van een algehele nullijn). Bovendien ballen vrijwel alle maatregelen zich in 2013 samen, waardoor het tekort in 2015 nog steeds 2,4 procent bedraagt, fors meer dan de 0,9 procent waar in 2010 nog op werd gemikt.
Nieuwe verkiezingen liggen nu voor de hand, mogelijk al in september. Toch zal Nederland uiterlijk volgende week Brussel moeten laten weten hoe het komend jaar het begrotingstekort denkt terug te dringen.
VVD en CDA lijken van plan om de komende demissionaire periode te benutten door met welwillende partijen in de Kamer alvast maatregelen te treffen voor komend jaar. SGP, ChristenUnie, D66 en GroenLinks lijken daarvoor het meest open te staan. Hoewel het de vraag is hoever partijen in de praktijk durven te gaan met verkiezingen voor de deur, is het opvallend te constateren dat, te midden van alle politieke onzekerheid, er over hoofdpijndossiers als de woning- en arbeidsmarkt nog nimmer zo’n brede politieke consensus voor hervormingen bestond als nu.
Anderzijds geldt dat een Kamermeerderheid (PvdA, SP, GL, PVV) niet van plan is om op korte termijn al zo veel maatregelen te treffen dat het tekort volgend jaar onder de Brusselse grens komt van 3 procent. Hoewel de zaterdag vrijgekomen doorrekening door het CPB een duidelijk ander beeld laat zien (14 miljard euro aan saneringen drukken de groei wel, maar nekken hem niet), vrezen zij dat de Nederlandse economie anders wordt „kapotbezuinigd.”
Ook nieuwe verkiezingen geven nog niet direct aanleiding voor veel hoop op een stabiel landsbestuur. Het versplinterde politieke landschap dat VVD-leider Rutte aan zijn voeten trof toen hij in 2010 de verkiezingen won, is eigenlijk alleen maar verder verpulverd. Met name op de politieke flanken groeien
de partijen (VVD, SP), ten koste van het traditionele midden (CDA, PvdA).
Op basis van de huidige peilingen zouden, voor een regeringscombinatie met drie partijen, VVD en SP tot elkaar veroordeeld zijn, wat na de kortstondige exercitie met de PVV op zijn minst opnieuw een onzeker experiment genoemd kan worden. Voor een middenkabinet van VVD, CDA en PvdA vallen vooralsnog te weinig zetels bij elkaar te sprokkelen, zodat een paarsplusvariant (VVD, PvdA, D66, GroenLinks), bij de formatie van 2010 nog mislukt, wellicht opnieuw in beeld komt.
Hoe dan ook, de toenemende patstelling rond Europa lijkt het uitzicht op een stabiel landsbestuur alleen maar verder te vertroebelen. Het risico van een generatieconflict tussen ouderen –die een aanpak van het huidige tekort nog even willen uitstellen– en jongeren –die daarvoor de rekening krijgen gepresenteerd– komt daar nog bij.
Door dit alles gaat Nederland ongetwijfeld opnieuw spannende verkiezingen en een moeizame formatie tegemoet. De opmerking van PvdA-leider Samsom zondag dat hij in twee weken een kabinet zou kunnen smeden, lijkt daarom meer van jeugdige overmoed dan van realiteitszin te getuigen.