Buitenland

Mistig steekspel ontwricht Turkije

Ergenekon. Het Turkse woord staat voor schimmige netwerken, voor ondoorzichtige complotten en voor duistere moordpartijen, onder meer op christenen. Hoe Turkije gegijzeld wordt door een strijd tussen secularisten en islamisten.

Jacob Hoekman
28 March 2012 21:38Gewijzigd op 14 November 2020 20:11
Een Turkse vlag wappert aan de achtersteven van een van de vele veerboten over de Bosporus, die het Europese en het Aziatische deel van Istanbul van elkaar scheidt. Foto Jacob Hoekman
Een Turkse vlag wappert aan de achtersteven van een van de vele veerboten over de Bosporus, die het Europese en het Aziatische deel van Istanbul van elkaar scheidt. Foto Jacob Hoekman

De Turkse voorganger Behnan Konutgan beschrijft telefonisch welke kleding hij vandaag draagt. Dat is nodig, want alleen zo is hij te herkennen in de anonimiteit van het oude treinstation van Istanbul, waar ooit de befaamde Orient Express vanuit Parijs zijn reis beëindigde.

De pastor is niet alleen. Bij de ingang van het station staat een jongeman in burgerkleding naast hem, die geen moment van zijn zijde wijkt. Het is de persoonlijke lijfwacht van Konutgan, geregeld door de burgemeester van Istanbul.

In een al even anoniem eettentje in de stad laat Konutgan even later de papieren zien die de gemeente hem toestuurde. „De overheid vond plannen om mij te vermoorden”, legt hij uit, terwijl zijn lijfwacht een tafeltje verderop plaatsneemt. Dat is intussen ruim een jaar geleden. Sindsdien gaat Konutgan, behalve voorganger van een evangelicale gemeente in Istanbul ook lange tijd president van de Turkse Evangelicale Alliantie, nooit meer alleen over straat. Te gevaarlijk.

De kwade genius achter die plannen? „De diepe staat.” De pastor knikt, buigt zich voorover en herhaalt op gedempte toon: „De diepe staat zit hier achter.”

Oude macht

De diepe staat: het is een begrip dat de Turkse gemoederen al jaren bezighoudt. Wat het precies inhoudt, weet niemand. Maar dat Turkije zonder hard ingrijpen aan deze diepe staat ten onder gaat, daar is bijna iedereen van overtuigd.

In het kort verwijst het begrip naar een strijd die de hele Turkse samenleving doortrekt: de strijd van seculiere, kemalistische politici die vroeger de dienst uitmaakten tegen islamitische, conservatieve politici die nu aan de touwtjes trekken (zie kader).

De oude machthebbers delven in die strijd steeds vaker het onderspit. Daarom nemen ze hun toevlucht tot de vuile praktijken die altijd al bij de oude macht horen, zeggen veel Turken – die van de islamitische AK-partij voorop. Geheimzinnige moordpartijen die het land ontwrichten, kunnen volgens hen alleen verklaard worden als een laatste oprisping van extreem seculiere krachten.

Dit zijn de krachten waarop het oude regime dreef – de staat achter de staat. De geheimzinnige mensen achter deze diepe staat hebben zich volgens de nieuwe islamitische politici verenigd in een terroristisch netwerk, Ergenekon geheten. Die naam is afgeleid van een mythisch land dat zich ergens in de bergen van Mongolië zou moeten bevinden, volgens de overlevering de geboorteplaats van de huidige Turkse volkeren.

Het grote doel van Ergenekon zou zijn om, onder meer door moordpartijen op politici, intellectuelen, christenen en rechters, het land in chaos te storten. De huidige regering zou dan nog maar één mogelijkheid hebben: aftreden.

Georganiseerde misdaad

Intussen regeert de onzekerheid in Turkije. „Er zijn altijd bedreigingen”, zegt Ömer Faruk Kalayci, vicevoorzitter van de AK-partij in Istanbul, tijdens een gesprek in het zwaarbewaakte partijgebouw in de metropool. De feiten onderstrepen zijn woorden. Nog enkele dagen voor het gesprek ontplofte er een bom in de buurt van de kantoren van de AK-partij. Verschillende agenten raakten gewond.

Kalayci hoeft niet lang te denken wie daar achter zou kunnen zitten: „Ergenekon.” Het sinistere kwaad van dit netwerk is geen kwajongenswerk, weet hij. „Als advocaat denk ik bij dit soort incidenten aan georganiseerde misdaad. Ergenekon bedient zich van dezelfde tactieken.”

Ook christenen zijn daarvan het slachtoffer, zoals drie protestanten die in 2007 in het zuidoostelijke Malatya werden vermoord. Ook in Trabzon aan de Zwarte Zee werd in 2006 een rooms-katholieke priester vermoord.

Kalayci kent die incidenten. „Er is een groep in Turkije die niet wil dat het land wordt getransformeerd in een moderne staat. Die groep hoort bij de oude macht. Maar ze zullen niet winnen. Ze zijn met heel weinigen.”

De politicus benadrukt dat er onder zijn regering korte metten wordt gemaakt met deze ultranationalisten. „De politie, de rechters, onze inlichtingendiensten: ze nemen maatregelen. En we zijn succesvol, de laatste jaren. Er zijn veel mensen opgepakt.”

Hij zegt het laatste met een zekere voldoening. Toch is juist die overheidscampagne tegen de oude macht iets wat anderen zorgen baart. Wordt de ene diepe staat niet vervangen door de andere, met wellicht nog veel vuilere tactieken dan die de oude machthebbers erop nahielden?

Wolven in schaapskleren

In secularistische kringen heerst onrust over dit wel erg robuuste optreden van de AK-regering. Generaals –voor zover nog niet achter de tralies– wijzen op het grote gevaar dat het nieuwe regime stiekem zou nastreven: premier Erdogan en zijn kliek wil van Turkije een fundamentalistische, strengislamitische staat maken. Ze weten het zeker: het zijn wolven in schaapskleren, die politici van de AK-partij.

Maar het netwerk Ergenekon dan? Ook de generaals ontkennen niet dat het bestaat. Sterker, volgens hen past het perfect in het plaatje van islamistische lui die van Turkije een tweede Iran willen maken. De AK-partij zou zélf achter de moorden zitten, om zo een denkbeeldige vijand te creëren en uiteindelijk zelf aan de macht te kunnen blijven. En zo wordt het hele Ergenekonnetwerk opeens een complot binnen een complot.

Moorden

Wat de waarheid ook is, pastor Behnan Konutgan toont in levenden lijve wat het betekent dat het land beheerst wordt door deze schimmige taferelen: hij kan geen stap meer in vrijheid zetten. Konutgan mag zich echter nog gelukkig prijzen dat hij het tot op heden kan navertellen. Dat kan niet gezegd worden van de slachtoffers van de moordpartijen, waarvan die op drie protestantse christenen in 2007 in het Westen het bekendst zijn geworden.

„Er wordt gesproken over connecties tussen drie, vier moorden op christenen in Turkije sinds 2006”, zegt Damaris Kremida, een Grieks-Amerikaanse die al jaren voor de christelijke nieuwsorganisatie Compass Direct in Istanbul werkt en goed zicht heeft op de politieke situatie. „Die moorden zouden alle in naam van nationalistische en seculiere groepen zijn gepleegd.”

Binnenkort moet daar meer duidelijkheid over komen, in elk geval wat betreft de drievoudige moord in Malatya. Het hof in die stad zal op 9 april de tenlastelegging bekendmaken tegen de vijf verdachten van de moord. De algemene verwachting is dat daarin hun relatie met Ergenekon duidelijk zal worden. De achterliggende vijf jaar hebben advocaten vaak betoogd dat er overweldigend bewijs is dat de moordenaars gelieerd zijn aan het schimmige netwerk.

Nieuw kalifaat

Het zal veel Turken niets verbazen als de rechtszaken een beerput aan smerigheid openbaren. Bedreigingen vanuit radicaal­kemalistische hoek zijn in elk geval niet nieuw. „Het is een slechte gewoonte van nationalistische extremisten”, zegt Barbara Baker, collega van Damaris Kremida bij Compass Direct.

Veel secularisten, ook de meer gematigde, hebben Erdogans intenties altijd in twijfel getrokken, weet Kremida. „Er zijn mensen die zeggen: Turkije gaat de richting op van een nieuw kalifaat. Dat is een belachelijk idee, maar daarvan zijn sommige mensen heel moeilijk te overtuigen.”

Hoe dat ook zij, feit is dat bijvoorbeeld het Grieks-orthodoxe patriarchaat, dat al eeuwenlang in Istanbul –het oude Constantinopel– is gevestigd, nauwelijks nog last heeft van de voorheen gebruikelijke bedreigingen sinds er werk is gemaakt van het oppakken van ultranationalistische kopstukken. Voor de woordvoerder van het patriarchaat is het duidelijk: achter die bedreigingen zaten geen islamitische fundamentalisten, maar seculiere nationalisten. Ergenekon dus.

Maar of bedreigingen ook in de toekomst zullen uitblijven –en of de islamitische regering in tegenstelling tot haar voorgangers wél een eerlijk proces kan garanderen voor de honderden al dan niet vermeende Ergenekonleden– is nog onmogelijk te zeggen. Daarvoor is de politieke omwenteling in het land nog veel te vers.


Opstanden in het Midden-Oosten veranderen de mentale kaart van het gebied ingrijpend. De meeste blikken zijn gericht op de Halve Maan, het islamitische hartland direct ten oosten van de Middellandse Zee. Wat staat dit gebied te wachten? Blijft er ruimte voor christenen? Op reis door de Levant, op zoek naar antwoorden. Deze week, tot slot: Turkije.


Stille revolutie

Turkije heeft de achterliggende tien jaar een stille revolutie doorgemaakt. Zonder een openlijke oorlog zijn er immense veranderingen doorgevoerd.

Dat blijkt het duidelijkst uit de stevige machtspositie van de huidige regeringspartij, de conservatief-islamitische AK-Partij. Die is sinds 2002 aan de macht. Dat is bijzonder, want de huidige republiek Turkije is sinds haar ontstaan in 1923 altijd geregeerd door krachten die aan de seculiere, pro-Europese oprichter Mustafa Kemal –die zich later Atatürk, vader der Turken, liet noemen– waren gelieerd.

Kemal voerde een politieke theorie in die er niet om loog. Niks geen kalifaat, Turkije moest een strikt seculier land worden. Arabisch schrift? Vergeet het maar, het Latijnse schrift had de toekomst. En verreweg de meeste Turken kunnen dan wel moslim zijn, dat betekende allerminst dat een hoofddoek in het openbaar werd getolereerd.

Dit kemalisme was lange tijd verzekerd van de macht: daar zorgde het leger wel voor, de grote hoeder van het gedachtegoed van Atatürk. Als een regering te veel praatjes kreeg en bijvoorbeeld een al dan niet verborgen islamistische agenda wilde doorvoeren, pleegden de generaals eenvoudigweg een staatsgreep om de seculiere orde van de dag weer te herstellen. Voor het laatst gebeurde dat nog in 1997.

Maar sindsdien heeft zich niets minder dan een politieke aardverschuiving in Turkije voltrokken. De Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling, ofwel AK-partij, werd pas in 2001 opgericht maar kreeg bij verkiezingen een jaar later meteen een derde van alle stemmen. In 2007 stemde ruim 46 procent op de club van premier Recep Tayyip Erdogan en vorig jaar op een haar na zelfs de helft.

Was het nog 1970 geweest, of zelfs maar 1997, dan had het leger geen moment geaarzeld: hier helpt alleen nog een staatsgreep. Weg met deze conservatieve regering die zo’n beetje alles bestrijdt waarvoor de grote Atatürk stond!

Maar het is geen 1997 meer. De oude kemalistische elite heeft, door gewiekst opereren van premier Erdogan, zijn tanden verloren. In de achterliggende jaren zijn letterlijk honderden militairen opgepakt en voor lange tijd achter de tralies verdwenen. Zelfs Ilker Basbug, tot 2010 de hoogste militair van het Turkse leger, werd begin dit jaar gearresteerd. Hetzelfde geldt voor bijna honderd journalisten van met name aan het kemalisme gelieerde kranten en omroepen. De kemalistische tijden in Turkije lijken –voorlopig althans– voorbij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer