Politiek
Vertrek Brinkman uit PVV: hikje of ademnood voor ‘rechts’

DEN HAAG – Met het vertrek van Brinkman uit de PVV-fractie heeft de gedoogcoalitie van VVD, CDA en PVV niet langer de minimale meerderheid van 76 Kamerzetels in handen. Is daarmee de huidige politieke samenwerking in gevaar? Dat hoeft niet, maar het kán wel.

Marcel ten Broeke
Brinkman. Foto ANP
Brinkman. Foto ANP

De lachende Rutte, die met een joviale blik alle kritiek op zijn beleid pareert, was dinsdag plots verdwenen. Nadat vakbond FNV het handelsmerk van de premier al tegen hem gebruikte in een dubieuze tv-spot was het dinsdagavond de kersverse PvdA-fractievoorzitter Samsom die de „weglach­premier” ertoe opriep af te treden, Doelbewust koos Rutte tijdens het debat over het vertrek van Brinkman daarom de blik van een staatsman die in woelige tijden koersvast wil blijven.

Met het vertrek van Brinkman uit de PVV valt er voor Rutte ook niet veel te lachen. Zijn coalitie van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV is haar kleinst mogelijke meerderheid kwijt. Toch benadrukte Rutte dinsdag dat er „niets aan de hand is” en dat zijn minderheidskabinet, dat rust op 52 zetels, al van meet af aan op zoek moest naar steun van buiten.

Alsof het vertrek van Brinkman slechts een hikje was in een verder regelmatige rechtse ademhaling en het met vijf partijen op een akkoordje gooien niet lastiger is dan met drie.

De vraag is of die inschatting de komende weken overeind blijft. Twee redenen waarom er met het vertrek van Brinkman inderdaad geen man overboord is voor de coalitie én twee waarom de samenwerking hierdoor wél in ademnood kan komen:

Rutte heeft dezelfde steun

PvdA, SP en GroenLinks eisten dinsdag op hoge toon nieuwe verkiezingen, maar staatsrechtelijk is daar geen reden toe: daarvoor moet een meerderheid in de Kamer het vertrouwen in het kabinet opzeggen. Rutte lijkt, net als vóórdat Brinkman zijn vertrek aankondigde, nog altijd te kunnen bogen op minimaal 76 zetels steun voor zijn beleid. Brinkman benadrukte dinsdag immers keer op keer dat hij als eenmansfractie het „beste kabinet voor Nederland” blijft steunen en niet met een „koevoet de deur van het Catshuis zal openbreken.” Anders dan toen in 2010 binnen het CDA eerst Klink en later Koppejan en Ferrier grote moeite hadden met de huidige politieke samenwerking, is het vertrek van Brinkman uit de PVV vooral een interne partijkwestie. Brinkman heeft moeite met de rabiate opstelling van Wilders, maar net als de PVV-leider ziet hij geen alternatief voor deze coalitie en huivert hij ervan om „de crisis te leggen in de handen van onze linkse vrienden.” Van de ”rechtse vrienden” heeft daarnaast ook helemaal niemand baat bij nieuwe verkiezingen.

Rutte heeft de SGP nog

Mocht Brinkman toch minder meegaand blijken dan hij nu doet voorkomen –hij zal zich, wil hij ooit herkozen worden, immers moeten onderscheiden–, dan kan Rutte in de Tweede Kamer nog terugvallen op de twee zetels van de SGP. Die partij, die in de Eerste Kamer het kabinetsbeleid in veel gevallen al van een meerderheid voorziet, benadrukte dinsdag onveranderd constructief te blijven staan tegenover voorstellen van dit kabinet. Daarmee betaalt zich uit dat Rutte al bij de start van dit kabinet „met een schuin oog” naar de SGP heeft gekeken en de partij niet onnodig met beleidsmaatregelen tegen de schenen heeft geschopt. De vraag is of de staatskundig gereformeerden onverdeeld gelukkig zijn wanneer Rutte ze nog meer betrekt bij het beleid: de gangen van de SGP zullen door de oppositie dan immers nóg nauwer worden gadegeslagen dan nu al het geval is.

Positie van PVV verzwakt

Dat de PVV niet langer de doorslaggevende 76e zetel levert in de Tweede Kamer verkleint de machtsbasis van Wilders en daarmee zijn onderhandelingspositie in het Catshuis. De kans dat hij, in ruil voor steun aan stringente bezuinigingen, nog weer eens extra toezeggingen krijgt op het terrein van asiel, immigratie of een korting op het budget voor ontwikkelingshulp, is er dus niet groter op geworden. Zeker niet omdat het CDA het vertrek van Brinkman bij de PVV juist zal zien als aanmoediging om zich nog meer af te zetten tegen de PVV-wensen. De kans bestaat dat Wilders de komende weken de conclusie trekt dat hij niet veel meer te winnen heeft in het Catshuis, maar vooral veel te verliezen. In die situatie kan Wilders er best eens de brui aan geven. De economische situatie is precair en vraagt om staatsmanschap en een portie zelfverloochening. De vraag is of Wilders dit kan en wil opbrengen. De ongecompliceerdheid van een échte oppositieplek in de Kamer is dan een aantrekkelijk alternatief.

Onrust binnen VVD en CDA

Van meet af aan leefden er binnen VVD en CDA bezwaren tegen de huidige politieke samenwerking met de PVV. Onlangs nog zette VVD-senator Schaap zich in een boek fel af tegen de partij. Nu de gedoogcoalitie formeel haar meerderheid kwijt is, kunnen de bezwaren tegen die samenwerking opnieuw de kop opsteken en een dynamiek krijgen waarvan de uitkomst ongewis is.

Voormalig VVD-Kamervoorzitter Weisglas probeerde het vuurtje dinsdagavond op te porren door te stellen dat Wilders nu niets meer te zoeken heeft in het Catshuis. Tot nieuwe verkiezingen hoeft die opstelling overigens niet direct te leiden. VVD en CDA kunnen voor hun plannen ook nog trachten bredere steun in de oppositie te zoeken.

Zie ook pag. 3.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer