Analyse: Aanval op Iran lijkt nog slechts kwestie van maanden
JERUZALEM/WASHINGTON – Een aanval op de nucleaire installaties van Iran lijkt steeds dichterbij te komen. Woensdag waarschuwden de Verenigde Staten via Rusland dat Teheran „de komende maanden” een militair offensief tegemoet kan zien als de geplande onderhandelingen geen resultaat opleveren.
Het wapengekletter rond de Islamitische Republiek is sinds oktober vorig jaar alleen maar luider geworden. In het najaar van 2011 presenteerde het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) in Wenen een rapport waarin sterke vermoedens werden geuit dat Teheran aan een atoombom werkt.
Direct daarna kwam de geruchtenmachine op gang. Britse media wisten te melden dat Israël nog voor kerst een aanval op de Iraanse atoomfaciliteiten zou uitvoeren – al dan niet met Amerikaanse steun.
Die Amerikaanse steun vormde juist de inzet van het debat tussen Jeruzalem en Washington. Het Witte Huis maakte zich openlijk zorgen over een onaangekondigde Israëlische aanval op Iran. Na de ontmoeting tussen president Obama en premier Netanyahu van begin vorige week werd officieus duidelijk dat Israël de Verenigde Staten ten minste twaalf uur van tevoren zal waarschuwen.
De grote vraag blijft intussen of zo’n aanval er nu werkelijk komt. En, nog belangrijker: wie de initiatiefnemer tot een dergelijk militair ingrijpen zal zijn.
Israël is weliswaar van de noodzaak van een preventieve aanval overtuigd, maar ziet liever dat de VS daarin het voortouw nemen. Amerika zit vooralsnog niet te wachten op weer een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten. Zeker nu er dit jaar de presidentsverkiezingen zullen plaatshebben.
Washington liet zich de afgelopen weken dan ook vooral diplomatiek uit. De Amerikaanse regering wil eerst sancties en onderhandelingen een maximale kans gunnen. Maar verder blijven alle opties,. inclusief de militaire, op tafel, heette het in het gebruikelijke jargon.
Israël was daar allerminst tevreden mee. Premier Netanyahu maakte vorige week dan ook in klare taal duidelijk dat Israël het recht heeft „zijn eigen lot te bepalen” – en zich dus ook het recht voorbehoudt Iran aan te vallen als dat in zijn ogen noodzakelijk is.
Obama leek die boodschap op te pikken. Hij verklaarde dat Israël niet alleen het recht heeft zichzelf te verdedigen, maar dat het ook de middelen daartoe dient te hebben. Volgens analisten zinspeelde de president daarmee op inwilliging van de Israëlische wens om levering van Amerikaanse ”bunker busterbommen” die in staat zijn ondergrondse Iraanse atoominstallaties te vernietigen.
Woensdag ging de Amerikaanse regering een forse stap verder. Minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton vroeg haar Russische ambtgenoot, Lavrov, aan Teheran de boodschap over te brengen dat Iran de komende maanden een aanval tegemoet kan zien als de komende onderhandelingen over het omstreden atoomprogramma geen resultaat hebben. Een laatste kans, dus. Voor die besprekingen is overigens nog geen tijdstip vastgesteld.
In Israël bleef dat signaal vanzelfsprekend niet onopgemerkt. Premier Netanyahu zei woensdag dat een aanval op Iran geen kwestie van dagen of jaren is, maar van maanden. Wie daarbij het voortouw zal nemen, liet hij in het midden.
Betrokken
Wie een offensief tegen Iran ook zal lanceren, vrijwel zeker is dat Israël bij een dergelijk conflict hoe dan ook betrokken zal raken. Als vergelding zal Teheran hoogstwaarschijnlijk zijn legers-op-afstand in Libanon en de Gazastrook mobiliseren. Terreurorganisaties als Hezbollah en Hamas hebben in totaal zo’n 200.000 raketten op Israël gericht staan en zullen niet aarzelen die tegen de Joodse staat in te zetten als zij groen licht vanuit Teheran krijgen.
Daarnaast heeft Iran zijn eigen militaire capaciteit om Israël aan te vallen. Het land beschikt over honderden ballistische raketten die ruimschoots in staat zijn Tel Aviv, Haifa of Be’ersheva te treffen.
Verder heeft Iran gedreigd wereldwijd terroristische aanslagen in gang te zullen zetten als de Islamitische Republiek door wie dan ook wordt aangevallen. De afgelopen maanden werden al diverse complotten waar Iraanse agenten de hand in hadden, verijdeld.
Al met al een vooruitzicht dat niet bepaald tot optimisme stemt. Een aanval op Iran kan niet alleen het hele Midden-Oosten in brand zetten, maar kan ook voor de hele internationale gemeenschap gevolgen hebben.
Niet voor niets hamert Israël er voortdurend op dat Iran niet alleen een probleem voor Israël is, maar voor de hele wereld.
De komende maanden zal duidelijk worden of Teheran de dreigende taal vanuit Jeruzalem en Washington serieus neemt. De triomfantelijke retoriek over het alsmaar opvoeren van de Iraanse uraniumverrijkingscapaciteit en de Amerikaanse en Israëlische satellietbeelden van verdachte activiteiten van de afgelopen dagen doen vooralsnog anders vermoeden.