Organiseer open en eerlijk gesprek over probleem onbekende psalmen
Allerlei oplossingen worden er aangedragen voor het ”probleem van de onbekende psalmen”. Ds. M. van Reenen pleit voor een open en eerlijk gesprek over het onderwerp.
Oud-GBS-directeur L. M. P. Scholten heeft zich kwetsbaar opgesteld met het voorstel over psalmmelodieën dat hij gedaan heeft in De Wachter Sions, en later toegelicht in de krant (RD 16-2 en RD 18-2).
Zijn voorstel bracht nogal wat toetsenborden in beweging. Niet zozeer van gemeenteleden die vrezen iets vertrouwds te verliezen. Daarvoor geniet Scholten te veel vertrouwen. Het waren nu, in de krant en op internet, vooral organisten die de oplossing van de oud-GBS-directeur bestreden.
Uit dit alles blijkt hoezeer de psalmen leven. Blijkbaar zijn er velen wie de toekomst van de psalmzang ter harte gaat. En dat is goed, want het betaamt ons psalmen aan te heffen. Blijkbaar zijn er ook velen die bezorgd zijn over de toekomst van de psalmzangpraktijk. Ook dat is goed. We moeten de ogen niet sluiten voor problemen.
Oplossing
Wel valt mij in de huidige discussie iets op: velen hebben de oplossing al klaar. De een onderzoekt alvast mogelijkheden voor herziening, de ander pleit voor integrale invoering van de berijming gemaakt door ds. C. J. Meeuse, een derde meent dat het (ritmisch) zingen van complete psalmen dé oplossing is. De oplossing ligt volgens de een in het gezin (samen zingen), volgens een ander bij de predikant (meer onbekende verzen opgeven) en volgens een derde bij de organist (professioneel begeleiden).
Van dit alles gaat de suggestie uit dat het probleem eenvoudig en eenduidig is. De veelheid aan aangedragen oplossingen maakt echter duidelijk dat dit geenszins het geval is. Niet slechts de inhoud is de beperkende factor, want waarom zingen we Psalm 75:1 vaak en Psalm 112:1 nauwelijks?
Niet slechts verouderd taalgebruik is het probleem, want is Psalm 81:12 nu qua woordkeuze echt veel toegankelijker dan Psalm 83:1? Niet slechts de melodieën vormen de bottleneck, want waarom zingen we Psalm 108 wel en Psalm 60 zelden?
Sweellinck
Opmerkelijk vond ik, zowel in de krant als op internet, de reactie van diverse organisten. Een vakbekwame organist in combinatie met een alle psalmen minnende predikant zou de problemen nagenoeg uit de wereld helpen, concluderen zij.
Het streven van organisten naar behoud van álle psalmmelodieën is begrijpelijk. Ik zou hun echter toch, in alle voorzichtigheid, willen vragen iets dichter bij de gemeente te gaan staan. Een kleinere gemeente is allang blij als er voldoende organisten zijn. Dat sommige speellieden mogelijk wat ‘amateuristisch’ zijn, neemt men dan graag voor lief.
Bovendien helpt professionaliteit niet afdoende, blijkt wel uit de praktijk. Al zouden alle organisten in staat zijn om zich zuiver aan de kerktoonsoorten te houden, dan nog zal dit er niet toe leiden dat alle psalmmelodieën voor het gemiddelde gemeentelid vertrouwd worden.
Ook zij die klassieke of geestelijke muziek luisteren (afgezien van Sweelinckliefhebbers) zijn immers gewend aan mineur- en majeurzettingen en niet aan kerktoonsoorten.
Trouwens, zelfs het veel geroemde isoritmische koraalboek van de Rijssense organist Dick Sanderman past het voorspel van Psalm 33 en zelfs de koraal van Psalm 24 aan van dorisch naar mineur.
Kortom, er is een veelheid aan oorzaken van het feit dat veel psalmen niet gezongen worden en andere onbegrepen blijven. We doen er goed aan dit als gereformeerde gezindte gezamenlijk te bespreken. Met gezamenlijk bedoel ik concreet álle gebruikers van ‘1773’: gemeenteleden, predikanten en organisten; van links tot rechts (om het voor het gemak zo te zeggen).
Van belang is dat we bij zo’n gesprek niet van tevoren de oplossing klaar hebben, maar (uiteraard binnen de grenzen van Schrift en belijdenis en trouw aan het voorgeslacht) ook niet bij voorbaat oplossingen uitsluiten. Wellicht blijkt er geen gezamenlijke oplossing mogelijk; maar dan hebben we er in elk geval naar gezocht.
Gevoelig
Wordt er dan niet te veel afgepraat? Dat gevaar bestaat, maar het gevaar is er óók dat we te weinig echt samen praten. En trouwens, iedere zondag worden er tienduizenden psalmen gezongen door honderdduizenden gemeenteleden. Over zoiets belangrijks mogen we het toch wel even sámen hebben?
Het beleggen van een dergelijke bijeenkomst, laat staan het vinden van een oplossing, zal niet gemakkelijk zijn. Maar het komt er nu wel op aan wat voor ons zwaarder weegt: onze gevoeligheden en progressieve of conservatieve voorkeuren, of het verlangen om de psalmen te bewaren voor het nageslacht.
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Ederveen en Andelst-Zetten e.o.