Gewone kerkganger maatstaf voor kerkmuziek
Het belang van aangeboren muzikaliteit wordt ernstig onderschat, reageert Wouter Schalkoort. Gemeenteleden weten meer dan veel musici denken.
Jan Wisse (RD 24-2) en Sjaak Bezemer (RD 27-2) zijn beide van mening dat onbekende en moeilijke melodieën goed aan te leren zijn. Dit zou niet afhankelijk zijn van aangeboren muzikaliteit.
Onderzoek van wetenschappers zoals prof. dr. Henk Jan Honing, hoogleraar muziekcognitie aan de Universiteit van Amsterdam, laat echter zien dat muzikaliteit, bestaande uit relatief gehoor en maatgevoel, al heel vroeg aanwezig is.
De Amsterdamse hoogleraar heeft met enkele Canadese collega’s testen uitgevoerd met pasgeboren baby’s. De resultaten waren opmerkelijk. Franse baby’s huilen bijvoorbeeld qua toonhoogte omhoog en Duitse baby’s omlaag.
Verder constateerden zij dat het relatief gehoor van baby’s in de laatste drie maanden van de zwangerschap volledig functioneert. Daardoor zijn zij in staat de klanken van hun (moeder)taal te imiteren: het gemiddelde intonatiepatroon van het Frans is omhoog en van het Duits omlaag.
Verder blijkt dat baby’s van twee tot drie dagen oud een maatgevoel hebben dat zelfs verschillen in 5/8 en 7/8 maatsoorten kan onderscheiden. Dit terwijl hun ouders dat veelal niet kunnen. Het aangeboren maatgevoel van baby’s is zeer goed ontwikkeld. Naarmate de kinderen ouder worden, verliezen (!) zij die vaardigheid doordat ze in de westerse wereld niet wordt gestimuleerd. Let wel, kunnen horen is iets anders dan zelf kunnen musiceren.
Zo’n 96 procent van de mensheid bezit deze aangeboren muzikaliteit. Daardoor zijn we in staat om gezamenlijk te zingen of te musiceren. Wat dit voor verdere consequenties heeft voor de psalmmelodieën heb ik beschreven in het opinieartikel van RD 20-2.
Arabisch
In het licht van bovenstaande betreur ik de opmerking van Jan Wisse over muzikale onkunde bij predikanten en ouderlingen. Maar liefst 96 procent van de ambtsdragers bezit eveneens deze aangeboren muzikaliteit.
Dat predikanten en ouderlingen desondanks zo weinig onbekende psalmen opgeven, is verklaarbaar. Zo voorkomen zij het soms desastreuze resultaat van een goed bedoelende maar onkundige organist.
Wanneer alle westerse muziek dezelfde eigenschappen zou hebben als de onbekende psalmmelodieën was er overigens geen enkel probleem. Arabische muziek klinkt in onze oren vreemd; Arabieren vinden die mooi omdat zij niets anders horen.
Het aangeboren maatgevoel leert ons dat mensen denken, leven en bewegen in symmetrische ritmes. Die symmetrische ritmes zijn in onbekende psalmmelodieën onvindbaar.
Zowel eenvoudige organisten als de meeste gemeenteleden spelen en zingen vanuit hun gevoel. Waarom maken wij het hun zo moeilijk? Wat is belangrijker: de melodieën of de boodschap van de psalmen? De onberijmde psalmen staan in het onfeilbare Woord van God. De onbekende psalmmelodieën niet, toch?
De auteur is kerkorganist, muziekdocent en lid van de commissie eredienst en organist van de Hersteld Hervormde Kerk.