Opinie

L. M. P. Scholten: ’t Betaamt ons onbekende psalmen aan te heffen

Het is zaak dat de gereformeerde gezindte zich inspant om kerkgangers ook met de onbekende psalmen vertrouwd te maken, stelt L. M. P. Scholten.

18 February 2012 11:19Gewijzigd op 14 November 2020 19:27

Mijn suggestie om de tien minst bekende psalmwijzen te vervangen door andere wijzen uit ons psalmboek om deze psalmen zo uit de onbekendheid te halen, heeft veel reacties opgeroepen.

Eén daarvan was dat ik daarmee de gemakkelijkste weg zou kiezen. De mensen die dat zeiden, hebben de zaak niet goed begrepen. Volgens mij is het eerder de moeilijkste weg, in elk geval bij voorbaat een onhaalbare weg, als ik let op de overvloed aan negatieve reacties.

Overigens had ik die negatieve reacties wel verwacht. Duidelijk is dat de meeste mensen deze tien psalmmelodieën, ook al worden ze zelden of nooit gezongen en liggen ze bij de meesten niet eens in hun muzikale geheugen, toch niet kwijt willen.

Organist

Het doel, de zingbaarheid van alle 150 psalmen, moet dus op andere wijze bereikt worden. De reacties die mij bereiken, bevatten vele bruikbare tips om dat doel te bereiken.

Onbruikbaar acht ik de suggestie om de praktijk van Calvijn in Genève na te volgen door alle psalmverzen tijdens de gewone kerkdiensten volgens een rooster in een halfjaar systematisch door te zingen. Onbruikbaar is ook het voorstel om het oude strijdpunt ritmisch contra niet-ritmisch van stal te halen.

Het eerste en voornaamste punt waar het wel op aankomt, is dat de predikanten en de ouderlingen die in de leesdiensten voorgaan, er steeds attent op zijn om ook minder bekende en onbekende psalmen te laten zingen. En daarbij, wanneer er een echt onbekende psalm is gezongen, die een paar weken later te herhalen en nog eens.

De organist heeft de belangrijke taak om als er een minder bekende of onbekende psalm op het briefje staat, die uitvoerig vóór de dienst aan de gemeente voor te spelen en dan ook nog eens in het voorspel.

Boeiend vond ik de reactie van Geert Agteresch in de krant van gisteren. Hij constateerde dat alle tien psalmen die ik noemde, een dorische melodie hebben. Zijn conclusie: „Daar zit het probleem voor het grootste gedeelte: de musici van tegenwoordig hebben geen kennis hoe de (Geneefse) modale melodieën te benaderen.” Aan de organisten om aan te tonen dat Agteresch ongelijk heeft.

Schat

Ook de scholen hebben een groot aandeel in het geheel. Het moet mogelijk zijn om de kinderen bij het verlaten van het basisonderwijs vertrouwd te doen zijn met alle psalmwijzen. In het voortgezet onderwijs kan dat worden uitgebouwd.

Hoe mooi het beeld ook is van het hele gezin psalmenzingend rond het orgel, de werkelijkheid is in de meeste reformatorische woningen helaas anders geworden. We moeten daarom niet alles van het gezin verwachten wanneer het gaat om het aanleren van onbekende psalmen. Goed samenspel tussen school en gezin wil nog wel eens helpen. Waar een wil is, is een weg.

Het gebruik van cd’s kan in de huisgezinnen ook veel betekenen (trouwens ook ten kwade!). Dat vereist wel een omschakeling bij de producenten. De bekende boek-en-muziekcatalogus van uitgeverij Den Hertog bevat vele pagina’s psalmen-cd’s, maar het repertoire blijkt beperkt. Het gaat (zoals enkele titels luiden) om ‘geliefde psalmen’. De tien psalmen die ik op het oog heb, zag ik nergens genoemd. Natuurlijk, de commercie mag een rol spelen. Maar welke uitgever durft het aan om een cd speciaal van het tiental te maken?

De catechisatie is een ideale gelegenheid om de jeugd, voortbouwend op wat op school geleerd is, opnieuw systematisch met de schat der psalmen in aanraking te brengen.

Gemeenten die beschikken over een eigen kerkbode, kunnen daarin gemakkelijk een hoekje inruimen voor de organist, die dingen uitlegt en aankondigt welke psalmen hij binnenkort speciale aandacht voor en na de dienst denkt te zullen geven.

Zo is er nog heel wat meer te bedenken. Psalmzanggroepen, psalmzangavonden die juist in het teken zouden kunnen staan van de minder bekende of onbekende psalmen.

Noodmaatregelen

Mijn oorspronkelijke idee om voor bepaalde psalmen een andere (niet een nieuwe!) psalmwijs te zoeken, was bepaald niet nieuw. Iemand liet ons weten dat een met name genoemde, nog niet zolang geleden overleden, vermaarde predikant Psalm 80 opgaf met daarbij de toevoeging: „We zingen het op de wijs van Psalm 105.” Een andere dominee placht de Avondzang te laten zingen op de wijs van Psalm 134.

Laat dergelijke noodmaatregelen niet meer nodig zijn. Maar laten we ook afspreken dat als het met de genoemde middelen niet lukt, er alsnog anders gehandeld dient te worden. Want het gaat tenslotte niet om de handhaving van een melodie, al heeft die nog zo’n eerbiedwaardig verleden. Het gaat om de inhoud. „’t Betaamt ons psalmen aan te heffen, die lieflijk zijn en harten treffen.”

De auteur is oud-directeur van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer