Kerk & religie

Ds. C. van den Berg voelt zich een vreemdeling in Nieuwerbrug

Hij diende in Nederland drie gemeenten; Leerbroek, Katwijk aan Zee en Nieuw-Lekkerland. Studeren en promoveren gebeurde in de Verenigde Staten. Vele malen bezocht hij gevangenissen in Roemenië. Samen met zijn gezin woonde ds. C. van den Berg de afgelopen elf jaar in Zuidoost-Azië. Waar voelt hij zich nog thuis? „We hopen, straks, in het Vaderhuis.”

Jan van ’t Hul
17 February 2012 16:26Gewijzigd op 14 November 2020 19:26
Ds. C. van den Berg. Foto Annemarieke van den Berg
Ds. C. van den Berg. Foto Annemarieke van den Berg

Op 3 januari landden ze op Brussels Airport, met zeven kinderen, van wie twee geadopteerde. De toekomst was ongewis. Ergens in Nieuwerbrug (bij Woerden) zouden ze voorlopig een woning kunnen betrekken. De laatste containers met bezittingen zijn inmiddels in Nederland aangekomen, maar staan nog te wachten in Rotterdam.

Een gesprek mag niet in mineur verlopen, zegt ds. Van den Berg alvast. „Het behoort niet tot onze roeping om in mineur te spreken, of om klein van God te spreken, want Hij is het waard om geprezen te worden.”

Maar, de eerste indrukken in Nederland vallen niet mee. „Het is vooral de bureaucratie waar we tegen aanlopen. Twee van onze kinderen zijn in Amerika geboren, twee zijn afkomstig uit Azië. Ga er maar aan staan om in Nederland weer overal passende papieren voor te krijgen. Zonder papieren kun je nog geen kind aanmelden voor school. En voordat je zover bent dat je een auto op je naam hebt staan, ben je een paar weken verder. Ik heb me het vuur uit de sloffen gelopen om alles geregeld te krijgen, en toch kregen we al een vermaning in de bus. We noemen het inmiddels: de welkomstbrieven uit Nederland. Misschien ligt het wel aan ons dat we al die typisch westerse dingen nog niet goed weten te plaatsen.”

Per 1 januari is ds. Van den Berg beroepbaar gesteld in de Protestantse Kerk in Nederland. Het blijft in dit opzicht nog stil. „Ik ervaar het echt zo dat ik geen recht heb op een beroep. En misschien vindt de Heere het wel beter dat we nog wachten moeten. We zijn ook nog maar net terug. De Heere kan de stilte verrassend doorbreken. Je mag ook niet verwachten dat de kerken nog weten wie dominee Van den Berg is.”

U heeft al wel in Nederland gepreekt. Hoe was dat, weer op een Nederlandse kansel?

„Een verademing. Ik heb in de afgelopen elf jaar bitter weinig gelegenheid gehad om te preken. Op de preekstoel mag ik boven mezelf uitstijgen. Dat is het enige lichtpuntje wat ik hier zie. Ds. Hovius zei wel eens: „Als ik het deurtje van de preekstoel achter me dicht doe, heb ik alleen nog maar met God te maken, mijn Zender.” En zo is het helemaal. Daar ben ik in goede handen. De Heere heeft ons nog nooit beschaamd.”

Preken is het hart van de bediening, zegt de predikant. „Het is het meest wonderlijke werk wat er is, om in Gods Naam de bazuin aan de mond te zetten, de gemeente toe te roepen dat Hij zeer gewillig is om zondaren zalig te maken. Ik heb dat ontzettend gemist, preken. In Azië ging ik er de eerste maanden onder gebukt dat ik niet meer preken kon, maar de Heere heeft het de jaren erna wel dragelijk gemaakt.”

Nederland is veranderd sinds het gezin Van den Berg in 1997 vertrok. „Ons land is verwend. Alles is zo materialistisch, we zijn zo zelfgenoegzaam. Ik ben zelf niet beter, want tijdens de vliegreis naar huis raakten we twee laptops kwijt. En ik was daarvan toch uit m’n doen! In het vliegtuig zat ik daarna wat te peinzen over Job. Die man raakte op één dag alles kwijt, al zijn bezittingen en al zijn kinderen. En toch maakte hij de Heere groot. Ik dacht: Waar heb ik het dan over? Twee laptops. Laat ik de hand op de mond leggen.”

Op de lange vlucht kreeg ds. Van den Berg contact met een student uit Azië. „Hij zat achter ons, samen met zijn vrouw en hun kleine kind. Het brak ons hart toen we hoorden hoe de Heere dit gezin geleid had. Vanuit het donkere boeddhisme bracht de Heere hem in een wonderlijke weg in aanraking met de Bijbel. Zijn broer stierf enkele jaren geleden aan leverkanker, maar niet zonder hoop. Ook bij zijn ouders thuis kreeg de Bijbelse boodschap voet aan de grond. Zelf wilde hij muziek gaan studeren in Brussel, maar werd afgewezen. Daarna begon hij aan een studie antropologie, maar vond er geen bevrediging in. Nu mag hij theologie studeren in Leuven. Wonderlijke ontmoeting, om zo de grote werken Gods te horen vertellen.”

Het predikantsechtpaar heeft zich er de afgelopen weken over verbaasd hoe de gereformeerde gezindte de afgelopen vijftien jaar anders over mode en merkkleding is gaan denken. „Het is erg, hoe kerken vol met mensen lijken te willen meedoen met de wereld. Het is tot schamens toe. Zoals de wereld op wil vallen, zo wil de kerk het ook. Terwijl we toch geroepen zijn om ánders op te vallen.”

De kerk hoeft niet aantrekkelijk te zijn voor de wereld, vindt ds. Van Berg. „De kerk moet aantrekkelijk zijn voor de Bruidegom. Zo heeft prof. dr. A. van de Beek het eens gezegd, en daarin val ik hem hartelijk bij. Waarom hebben we in Nederland die les niet beter geleerd?”

Zuidoost-Azië

In 2001 werd het echtpaar Van den Berg met twaalf kinderen vanuit de Nieuwe Kerk in Katwijk aan Zee uitgezonden naar Azië. Voor de Gereformeerde Zendingsbond gingen ze in afgelegen berggebieden school­projecten opzetten. Daarnaast werkten ze met Bonisa Zending samen aan een tehuis voor gehandicapte weeskinderen. „We vertrokken uit Nederland, niet wetend waar we komen zouden.”

In Zuidoost-Azië ligt een stuk van hun leven. „De duivel heeft er een verschrikkelijke hekel aan gehad dat we daar geweest zijn, want hij zag ook wel dat we zegen ontvingen. De duivel haatte het werk dat we deden. Maar de Heere bleek altijd weer de Almachtige te zijn. We zouden de Heere tekortdoen als we Hem niet de eer van ons werk zouden toebrengen, als we Hem niet zouden grootmaken, want Hij is altijd de Getrouwe gebleven. Hij heeft iedere keer weer ons hoofd boven water gehouden.”

Het echtpaar Van den Berg werkte in Zuidoost-Azië samen met christenen uit vele landen. „Natuurlijk was niet iedereen van dezelfde kerk, toch hebben we in vrede het goede voor elkaar mogen zoeken. Dat kon ook, want er waren geen kerkmuren. We hebben daar mensen tot verandering zien komen, vaak jongeren, die ernstige vragen gingen stellen over de kernpunten van het geloof, over verkiezing, Gods soevereiniteit, wedergeboorte. Met zulke mensen hebben we biddend gezocht naar Gods genade in hun leven.”

Hoe vergaat het uw kinderen terug in Neder­land?

„Ze staan er positief in, maar het is voor hen wel een zwaar pad. Ze ervaren hier iets van vervreemding. Sommigen willen liever niet eens de deur uit. Ze zijn Hollands, maar denken niet Hollands.”

Het ligt niet aan de omgeving, zegt de predikant met klem. „Er zijn veel hartelijke mensen die ons helpen. Het probleem zit, denk ik, gewoon in ons. Het valt ons moeilijk om zomaar weer in het Nederlandse systeem mee te draaien. We zijn bezig met overleven. Ons hart was door de Heere bereid gemaakt om het werk af te sluiten, maar het valt ons wel zwaar.”

Binnen de Gereformeerde Zendingsbond viel al de term: rouwverwerking. „Dat is ook zo, rouwverwerking. Het valt gewoon boven op je als je op het vliegveld staat. Het was in 2001 moeilijk om uit Nederland weg te gaan, het is nu nog veel moeilijker om weer in Nederland terug te zijn.”

En kerkelijk, hoe treft u kerkelijk Nederland nu weer aan?

„Het voelt alsof ik terugkeer in een ander Nederland. Toen we gingen was er nog de Nederlandse Hervormde Kerk. Nu we terugkomen is die weg. We hoeven de pijn daarvan niet op te halen, die ís er gewoon. De meeste gemeenten waar ik preekte, zijn opeens hersteld hervormd geworden. Het lijkt alsof iedereen daaraan probeert te wennen, terwijl dat toch iets is wat we niet zouden mogen accepteren. Ik kan geen lijn in het kerkelijk denken meer terugvinden. Wie is wie nog? We hebben het gevoel dat we een rouwproces doormaken, zonder dat we aan een sterfbed hebben gestaan. Ik probeer er niet over in de war te raken, want het loopt God nooit uit de hand. In het veld hebben we vaak momenten gekend dat we dachten: „Mijn weg is voor de Heere verborgen, mijn recht gaat aan mijn God voorbij”, maar Hij heeft steeds weer het tegenovergestelde betoond.”

Met permissie: was het besluit om terug te keren een vergissing?

Uitkijkend over de polders rond het dorp: „Zeker niet. We moesten weg uit Zuidoost-Azië omdat ons contract verlopen was. Dat is in de ordelijke weg gegaan. Maar vooral was het omdat de Heere ons terugriep, ik meen om hier weer een gemeente te gaan dienen. Als de Heere andere wegen met ons wil gaan, hopen we te volgen.”

Na een stilte: „Het voelt net alsof iemand de pauzeknop heeft ingedrukt. Het leven lijkt even stil te staan. Gelukkig dat we wel een plekje kregen om te wonen. De Heere heeft het in ons leven altijd nog geregeld, en Hij heeft het altijd goed geregeld.”

Machtige getuigenissen

In zijn Nederlandse tijd reisde ds. Van den Berg vele malen naar het Oostblok, vooral naar Roemenië, om daar predikanten en voorgangers te bezoeken en te bemoedigen. Toen het land openging, kwam de mogelijkheid om gevangenissen te bezoeken. Dat deed hij driemaal per jaar. „Daar heeft de Heere Zijn rijke zegen aan verbonden. Ik heb er machtige getuigenissen gehoord, van mannen en van vrouwen die tot verandering kwamen. Binnen de vier muren van een gevangenis houdt alle redeneren op. Daar blijft alleen het werk van de Heere over, en als God het doet, dan sta je erbij, en je kijkt ernaar, en je staat ervan te kijken.”

Maar, de Heere werkt ook in Nederland, dat heeft ds. Van den Berg de afgelopen weken al gezien. „Het zijn vooral jongeren die heel kennelijk worden stilgezet, die eerst werelds leefden, de beest uithingen, en die nu naar God gaan vragen. Dat verblijdt mijn hart. Je hoort soms van honger naar het Woord. Dat is ook de weg, want als het Woord met mensen aan de gang gaat, gaan mensen met het Woord aan de gang.”

Meerdere keren in het gesprek onderbreekt ds. Van den Berg zichzelf. „Ik heb een hekel aan interviews, de meeste zijn zo opgeklopt.”

Een volgend moment zegt hij: „In inter­views heeft de mens het altijd zo goed gedaan. We zijn zo geneigd de schijnwerper op ons zelf te richten. Daar moeten we tegen strijden, we doen er God tekort mee.”

Het gezin Van den Berg heeft in Azië twee zwaar gehandicapte kinderen geadopteerd, Samuel en Grace (9 en 6 jaar). De een was in een doos te vondeling gelegd bij een boeddhatempel, de ander werd verwaarloosd aangetroffen in een bedelaarsgroep. „Het zijn de zonnestraaltjes in ons gezin”, zegt mevrouw Van den Berg. En vragend aan Grace: „Wat ben jij voor ons?” „Een cadeautje van de Heere”, zegt Grace zacht. „En hebben we nog meer cadeautjes van de Heere gekregen?” Grace wijst naar de jongen in de grote bedbox: „Mijn broer.” Samuel kan niet praten, maar volgt het gesprek aandachtig.

Voelt u zich ontworteld?

Ds. Van den Berg: „Het heeft er veel van weg. Er is natuurlijk genoeg te doen. We hebben veertien kinderen, en we moeten nog veel dingen afronden. We hoeven ons niet te vervelen, maar toch.”

We zijn, zegt hij dan, wel vreemdelingen geworden. „Nederland. Oost-Europa. Amerika. Azië. En nu wonen we in Nieuwerbrug. Zo’n slinger in je leven helpt voor­komen dat je de pinnen al te diep inslaat. We hebben er iets van geleerd wat onthechten betekent. Je probeert je altijd weer ergens aan te hechten, maar we hebben hier gewoon geen thuis.”


Levensloop Cornelis van den Berg

Cornelis van den Berg werd op 12 mei 1959 geboren in het Friese Westergeest. Na zijn studie theologie diende hij de gemeenten Leerbroek (1983), Katwijk aan Zee (1988) en Nieuw-Lekkerland (1992). In 2001 werd het predikantsgezin voor de Gereformeerde Zendingsbond uitgezonden naar Zuidoost-Azië. De predikant studeerde eerder aan het Calvin Theological Seminary in Grand Rapids (VS), waar hij van 1997 tot 2000 de Providence Reformed Church diende. In Philadelphia (VS) promoveerde hij op het missiologische onderwerp ”Compassion of Christ in the Asian Context”. Sinds 1 januari 2012 is ds. Van den Berg beroepbaar binnen de Protestantse Kerk in Nederland.


Digibron

In ons archiefsysteem Digibron vindt u meer over ds. C. van den Berg. Hieronder een aantal artikelen.

De zegen van een kind, opgeraapt uit het stof (Reformatorisch Dagblad, 2011).

Ds. C. van den Berg promoveert in Philadelphia (VS) op missiologisch onderwerp (Reformatorisch Dagblad, 2008).

„Als thuisgemeenten vurig bidden, merken zendingswerkers het ook” (Reformatorisch Dagblad, 2007).

„Bij bekering krijgt eigenwaarde een knak” (Reformatorisch Dagblad, 2005)

Ds. Van den Berg uitgezonden naar Azië (Reformatorisch Dagblad, 2001).

Waarom zou je in China gaan werken? (Alle Volken, 2000).

Ds. Van den Berg neemt afscheid van Nieuw-Lekkerland (Reformatorisch Dagblad, 1997).

GZB benoemt drie zendingswerkers waaronder ds. Van den Berg (Reformatorisch Dagblad, 1997).

„Te lang zijn wij als kerk te zelfvoldaan geweest”, zo betoogt ds. Van den Berg tijdens een ambtsdragersconferentie (Reformatorisch Dagblad, 1996).

Wereld mag verdeelde gezindte weggooien, zo betoogde ds. Van den Berg over de algemene wet gelijke behandeling (Reformatorisch Dagblad, 1994).

Ds. Van den Berg doet intrede in Nieuw-Lekkerland (Reformatorisch Dagblad, 1992).

Ds. Van den Berg neemt afscheid van hervormd Katwijk (Reformatorisch Dagblad, 1992).

Ds. Van den Berg doet intrede in hervormd Katwijk (Reformatorisch Dagblad, 1988).

Ds. Van den Berg neemt afscheid van Leerbroek (Reformatorisch Dagblad, 1988).

Bevestiging kand. C. van den Berg in Leerbroek (Reformatorisch Dagblad, 1983).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer