Oogst eurotop valt voor „top der toppen” beetje tegen
BRUSSEL – „Een begin van het begin van een oplossing voor de crisis”, noemde de Finse premier de uitkomst van de Europese top vrijdag. Treffend geformuleerd, voor wie op zich laat inwerken wat regeringsleiders de afgelopen dagen wel, maar ook níét afspraken.
Lees ook het liveblog van de EU-top over de schuldencrisis.
Voor een top die vooraf werd gezien als „top der toppen” en „laatste kans voor de euro” valt de oogst een beetje tegen.
In Brussel werden vooral maatregelen getroffen die ervoor moeten zorgen dat het de hand lichten met begrotingsafspraken –de afgelopen jaren meer regel dan uitzondering– straks niet meer kan.
Is in de huidige situatie een meerderheid van de lidstaten nodig om een notoir schuldenland een sanctie op te leggen, in het nieuwe verdrag is die meerderheid juist nodig om „automatische sancties” tegen te kunnen houden.
Hoewel de begrotingsafspraken daarmee dus nog altijd niet compleet gevrijwaard zijn van politieke invloed, is er zeker sprake van een, zoals minister De Jager van Financiën het gisteren stelde, „sprong voorwaarts.”
De komende maanden moeten de maatregelen verder worden ingevuld, zodat in maart een nieuw verdrag kan worden ondertekend. Regeringsleiders zullen daaraan nog een flinke kluif hebben. Want hoe mooi automatische sancties ook klinken, welke straffen er precies zullen worden opgelegd en wanneer is nog niet helder.
Laat staan wíé ze gaat opleggen. Nu met het ”No” van de Britten de lidstaten uit de Europese Unie (27) niet synchroon lopen met de ondertekenaars van het nieuwe verdrag (26), is het de vraag of, zoals steeds de bedoeling was, de Europese Commissie (een EU-orgaan!) die taak wel op zich kan nemen.
Rest de vraag of met deze top de euro is ‘gered’. Ook dat lijkt nog niet zeker. Door sterk te focussen op het voorkomen van de huidige problemen in de toekomst, lijken regeringsleiders aan het hier en nu te zijn voorbijgegaan.
Landen als Griekenland en Italië kampen na de slotpersconferentie van gistermiddag nog altijd met dezelfde schuldenlast. En ook de rentes die ze voor leningen moeten betalen om die schuld te financieren, zijn nog altijd even hoog.
En, wellicht belangrijker: hun concurrentiepositie is vergeleken met die van noordelijke landen nog altijd even belabberd.
Alleen een rap groeiende economie kan in die situatie de Zuid-Europese schuldenberg snel doen slinken. Uit de jongste groeiraming van DNB voor Nederland in 2012 bleek gisteren echter ondubbelzinnig dat de groei, als die er al komt, met 0,2 procent uiterst mager zal zijn.
En dan hebben we het nog over de situatie in Nederland, dat relatief veel minder hoeft te snijden en te snoeien dan Italië, laat staan Griekenland.
Naast een gebrek aan perspectief op groei kampt het gisteren gepresenteerde pakket ook met een gebrek aan geld. De financiële „bazooka”, die al voor de vorige top was beloofd, is nog altijd niet in stelling gebracht.
Om kwakkelende landen binnen de eurozone tijdelijk uit de wind te kunnen houden, zou een bedrag van minstens 1000 miljard euro nodig zijn. Het geld dat in de speciaal daarvoor opgerichte Europese noodpot (EFSF) zit, is echter nog steeds niet toereikend. Zelfs niet met de 200 miljard euro die Europese landen nu via het Internationaal Monetair Fonds (IMF) extra ter beschikking willen stellen.
Volgens sommigen rest nog slechts de ECB als redder in nood. Maar ook die maakt –vooralsnog– geen aanstalten om de eurocrisis te bestrijden door massief staatsobligaties van schuldenlanden in te kopen.
De huidige problemen zijn daarom verre van opgelost. Je zou kunnen zeggen dat deze week in Brussel de volgende crisis alvast is overwonnen, maar dat men in de haast de huidige is vergeten. Sterker, door de onenigheid met Groot-Brittannië is er misschien wel een nieuwe crisis bijgekomen: een binnen de EU.
De tijd zal leren in hoeverre de gebrouilleerde verhoudingen de slagkracht van de oude Unie ondermijnen. En ook of regeringsleiders op „de top der toppen” die „laatste kans” nu dan echt hebben verspeeld.