In de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba is met steun van Nederlandse ondernemers een nieuwe universiteit geopend. De christelijke onderwijsinstelling moet hoger onderwijs toegankelijk maken voor arme studenten.
Toen de Britse schrijver Evelyn Waugh in 1930 de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba bezocht, trof hij er een grote bouwput aan. „Het leek erop dat men met de bouw van de stad nog maar net begonnen was. Op alle hoeken stonden half voltooide gebouwen”, noteerde hij. De befaamde Poolse journalist Ryszard Kapuscinski moest bij zijn bezoek in 1963 aan deze woorden van Waugh denken, want hij trof al evenveel bouwnijverheid aan.
Frappant genoeg gelden de oude woorden van Waugh voor 2011 nog onverminderd. Er is geen straat in Addis of er staan half voltooide kolossen, omgeven door kunstig in elkaar gevlochten houten steigerwerk. Vrijwel alle nieuwbouw gaat de lucht in. En als de top is bereikt, arriveert er veel glas voor de afwerking.
Wat fluisterden al die half voltooide gebouwen in 1930 en 1963? De grote naam van keizer Haile Selassie? Ongetwijfeld. Onderdrukking? Wat de huidige bouwsels willen uitschreeuwen is geen geheim: vooruitgang. Ethiopië behoort al zes jaar tot de vijf snelst groeiende economieën ter wereld. En dat laat zich aanzien, althans in de hoofdstad. Het wemelt er van de bouwprojecten én van de Chinese aannemers.
Het fonkelnieuwe Hope University College in Addis Abeba wil nadrukkelijk aansluiten bij deze nieuwe Ethiopische werkelijkheid. „Ethiopië heeft een indrukwekkende economische verandering doorgemaakt”, benadrukt directeur dr. Minas Hiruy in de bibliotheek van de universiteit. „Terwijl de economie decennialang door de staat is aangestuurd, bestaat er nu een vraaggestuurde markteconomie. Wij willen onderwijs bieden dat is toegesneden op deze nieuwe context. Jonge Ethiopiërs moeten leren zelf initiatieven op te zetten.”
Braindrain
Hope University College is een initiatief van dr. Minas en is geboren vanuit de wens hoger onderwijs ook toegankelijk te maken voor de armste inwoners van Ethiopië. Bovendien zag Minas met lede ogen hoger opgeleide Ethiopiërs vertrekken naar het buitenland. „Mijn droom is die tendens te keren. We willen hier studenten opleiden die zich in dienend leiderschap voor dit land willen inzetten. Mij staat onderwijs voor ogen dat inhoud geeft aan christelijke waarden zoals mededeelzaamheid.”
Minas vertrok zelf als 19-jarige tijdens het communistische regime van Mengistu (1974-1991) naar de Verenigde Staten. Hij studeerde er af, promoveerde en kreeg vervolgens een werkvergunning en een verblijfsstatus. Minas keerde echter nog onder Mengistu terug naar zijn geboorteland. Hij voelde zich door God geroepen om zich in te zetten voor de armsten in zijn land.
De plannen die Minas met Hope University voor ogen had, kon op steun rekenen van donoren uit diverse westerse landen. Een grote bijdrage aan de realisering van Minas’ idee kwam van een groep Nederlandse christenondernemers, die via het zakenplatform van stichting Woord en Daad nauw betrokken was bij de bouw. Een derde deel van de totale bouwkosten van 7 miljoen euro is via hen opgebracht. Na acht jaar van ontwikkeling en bouw kon de universiteit vorige maand worden geopend door de hoogbejaarde Ethiopische president Girma Wolde Giorgis.
Zeven miljoen euro is veel geld, beaamt Minas, maar hij onderstreept dat Hope University College iets wezenlijks toevoegt aan de bestaande instellingen voor hoger onderwijs in Ethiopië. Het curriculum aan de reguliere universiteiten in Ethiopië is volgens hem te theoretisch ingevuld.
Daartegenover wil Hope University College veel meer ruimte creëren voor praktijkonderwijs. Minas: „We hebben bedrijven gevraagd welke vaardigheden ze misten bij afgestudeerde werknemers. Hun antwoord was helder: het vermogen om de theorie om te zetten in praktijk. Daar willen wij met ons onderwijsprogramma op inspringen.” De Christelijke Agrarische Hogeschool in Dronten speelde in de ontwikkeling van het curriculum een belangrijke adviserende rol.
Ethiek
Minas hoopt dat door Hope University College, dat te vergelijken is met een hbo-instelling in Nederland, ook arme Ethiopische jongeren een kans krijgen. „Het overgrote deel van de bevolking is arm en heeft daardoor geen toegang tot hoger onderwijs”, benadrukt hij. „Hier krijgen zij wel een kans. We willen er nadrukkelijk zijn voor de allerarmsten.” De bedoeling is dat de draagkrachtige studenten via hun collegegeld bijdragen voor de arme.
De universiteit is vanuit een christelijk visie opgezet, maar is toegankelijk voor studenten van alle gezindten en achtergronden. De Ethiopische regering hecht sterk aan de scheiding tussen kerk en staat en wil alleen onderwijsinstellingen erkennen die voor studenten van alle gezindten openstaan. Minas: „Het betekent dat de lessen niet specifiek christelijk ingekleurd mogen zijn. We hebben echter de vrijheid om daaromheen de christelijke identiteit vorm te geven, zoals via Bijbelstudie en gebedsgroepen. Deelname daaraan is echter op vrijwillige basis.”
Toch klinkt de identiteit ook in de lessen door, aldus Minas. „We willen dat de colleges meer bieden dan de overdracht van kennis en ook een ethische component hebben. Het idee van dienend leiderschap speelt in al het onderwijs een cruciale rol.” Studenten van de instelling wordt wel gevraagd de identiteit van de school te respecteren.
Voor directeur Jan Lock van Woord en Daad is Hope University College een belangrijk project in de strijd tegen armoede. „Deze onderwijsinstelling biedt een bijdrage aan duurzame ontwikkeling. Als de studenten de waarden achter het onderwijs op deze school verder uitdragen, kan het een enorme impact hebben”, maakt hij duidelijk.
Hope University College is een van de grootste projecten die Woord en Daad ooit gesponsord heeft. Lock: „We hebben er geen regulier geld ingestoken, maar vrijwel alles is via ondernemers binnengekomen. Zij hebben ook hun kennis en tijd in de universiteit gestoken. Het mooie daarvan is dat er verbindingen ontstaan tussen het Noorden en het Zuiden.”
Dit is het tweede artikel in een drieluik over voedselzekerheid en ontwikkeling in Ethiopië.
Hope University College
Hope University College is gebouwd in opdracht van de Ethiopische ontwikkelingsorganisatie Hope Enterprises in samenwerking met de Nederlandse stichting Woord en Daad. Daarnaast kreeg het project steun van sponsors uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Zweden.
Het complex is namens GelukTreurniet Architecten in Vlaardingen ontworpen door Daniël de Witte in samenwerking met het Ethiopische architectenbureau ABBA Architects. Het complex is gebouwd in de vorm van een oog, met het auditorium als pupil. Het oog symboliseert openheid naar de wereld. Er is van 2007 tot 2011 aan gebouwd door een Chinese aannemer.
De instelling start dit jaar met 250 studenten en moet uitgroeien tot 2000 studenten in 2012. Studenten kunnen er terecht voor de studies management, accountancy en ict. Vanaf 2012 moeten er ook opleidingen komen op het gebied van architectuur en voedseltechnologie.