AMMAN (ANP/RTR) – Syrië heeft vrijdag opnieuw keihard opgetreden tegen demonstranten. Militairen openden het vuur op betogers, waardoor zeker 34 doden zijn gevallen, meldden activisten van de oppositie in de nacht van vrijdag op zaterdag. Eerder was nog sprake van ongeveer 20 doden.
De meeste doden zouden zijn gevallen in de zuidelijke provincie Deraa, waar de opstand in februari uitbrak. Zo kwamen acht mensen om in de plaats Ghabaghab. Volgens de staatstelevisie hadden gewapende mensen een politiebureau aangevallen. In dezelfde provincie zouden verder vijf doden zijn gevallen in Hirak, vier in Inkhil en een in Nawa. Berichten over doden zijn nauwelijks te controleren, omdat media niet vrij kunnen werken in Syrië.
In Homs, een andere brandhaard van de opstand, scandeerde de menigte leuzen tegen president Bashar al-Assad. „Tot ziens in Den Haag”, riepen ze onder meer. Het Internationaal Strafhof in Den Haag begint mogelijk een onderzoek naar mogelijke mensenrechtenschendingen door de Syrische machthebbers.
Assad verklaarde eerder deze week nog de militaire en politieoperatie tegen de betogers te hebben gestaakt. Er wordt al 5 maanden tegen hem betoogd. Ondanks toegezegde democratische hervormingen blijft het regime elke vorm van protest keihard onderdrukken. Daarbij kwamen de afgelopen maanden 1800 burgers om en nog eens 400 leden van het veiligheidsapparaat.
De VS en EU riepen Assad donderdag op af te treden. Washington kondigde nieuwe sancties aan, waaronder een olieboycot. Ook de EU overweegt nu een verbod op de invoer van olie. De meeste olie uit Syrië gaat naar Europa.
Maar Rusland lijkt niets te voelen voor een vertrek van Assad. Het ministerie van Buitenlandse Zaken liet in een verklaring weten dat de president meer tijd moet krijgen om zijn beloofde hervormingen door te voeren. Moskou is al decennia een bondgenoot van Damascus.