Amerikaan James Skillen las zo veel mogelijk Hollanders
AMSTERDAM – Voor dr. James Skillen was het geen vraag of hij deze week naar Amsterdam zou komen voor de jubileumconferentie over reformatorische wijsbegeerte. De Amerikaan behoort tot de vaste ‘familie’ van de bezoekers.
Skillen behoort niet tot de Nederlandse emigrantengemeenschap in Amerika, waarbinnen de reformatorische wijsbegeerte veel aanhang heeft. „Ik stam uit een presbyteriaanse familie van Schots-Ierse herkomst.”
Zijn vader was echter bekend met de Stonelezingen, die Abraham Kuyper in 1898 hield op Princeton. „Zonder dat hij dat boek ooit noemde, had dat hem gestempeld. In zijn wereld stond God in het centrum, niet de mens. De hele week werd geheiligd, niet alleen de zondag.”
Toen de jonge James later filosofie ging studeren, gaf zijn vader hem Kuypers bundel. „Je zou dit eens moeten lezen, zei hij. Het was geschreven in een vreemd Engels, maar het maakte geweldige indruk op me. Vanaf toen las ik alles wat ik van de Hollandse denkers kon krijgen.”
Skillen wilde naar de Vrije Universiteit in Amsterdam, om daar verder te studeren in de calvinistische wijsbegeerte. „Maar dat lukte niet. Van 1966 tot 1969 bezocht ik Westminster Theological College. Daar ontmoette ik mensen van Calvin College. Die waren al beter bekend met de reformatorische filosofie. Met hen vormden we een Kuyperclub.”
In 1969 kwam Skillen dan toch –met zijn jonge vrouw– naar de VU in Amsterdam. Maar dat was geen succes. „We bleven maar een jaar.”
In dat ene jaar pikte hij echter wel genoeg Nederlands op om Kuyper en Dooyeweerd in hun eigen taal te lezen. „Aan Duke University schreef ik een proefschrift over de ontwikkeling van het christelijke politieke denken in Nederland.”
Waarom vliegt u de halve wereld over voor deze conferentie?
„Sinds mijn kennismaking met de reformatorische wijsbegeerte en mijn verblijf in Nederland voel ik me verbonden met de Stichting voor Christelijke Filosofie.”
Na zijn promotie aan Duke University raakte Skillen betrokken bij een groep academici die later het Center for Public Justice zou oprichten. „In 1991 werd ik hier directeur van.”
Vanuit deze positie maakte hij vanaf de zijlijn een heel deel Nederlandse geschiedenis mee. „Ik ben bij het vormingscongres van het CDA geweest. Met de CU-vertegenwoordigers Rouvoet en Kuiper ontwikkelde ik een goede vriendschap. Balkenende heb ik in 1996 in Zuid-Afrika leren kennen. Sindsdien hebben we contact gehouden.”
Wat is uw bijdrage aan deze conferentie?
„Ik geef een reactie op de presentaties van een drietal promovendi. Ik vind het prachtig dat jonge mensen op het gebied van de politiek nog altijd het denken van Dooyeweerd gebruiken. Verder houd ik een lezing. Dat is een bewerking van een hoofdstuk over scheppingsorde uit een nieuw boek.”
Dit is het eerste van drie interviews met bezoekers van de conferentie over reformatorische wijsbegeerte in Amsterdam.