Vijf vragen aan Rosenthal over Kunduz
KUNDUZ (ANP) – Minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) bezocht woensdag het Nederlandse kamp van de politietrainingsmissie in de Afghaanse provincie Kunduz. Vijf vragen daarover aan de bewindsman.
Hoe heeft u het bezoek aan het kamp ervaren?
„Ik ben erg onder de indruk van de professionaliteit van de mensen die deze missie doen, in alle disciplines die aan de orde zijn. Velen hier hebben volop ervaring met eerdere missies, in en buiten Afghanistan. Dat geeft vertrouwen. Er is een mix van professionaliteit en een nieuwe frisse blik.”
Waarom vond u het belangrijk om op bezoek te gaan?
„Ik wil de deelnemers aan de missie steun betuigen. Daarnaast is het goed om beeld en geluid bij het onderwerp te krijgen, zoals ze in militaire kringen zeggen. Ik wil de sfeer proeven en kijken hoe het ervoor staat. Als je met een regering besluit een missie te gaan doen, onder op zichzelf moeilijke omstandigheden, dan ben je verantwoordelijk voor de mensen die je stuurt. Dat geldt voor het hele kabinet en dus ook voor mij. Ik voel me erg betrokken bij de mensen hier.”
Wat is het belang van de politietrainingsmissie?
„De mensen in Kunduz hebben een enorme behoefte om hun leven gewoon te leiden. Dat doen ze ook, maar het structureel verbeteren van de veiligheid zal daaraan bijdragen. De behoefte aan wat we doen is groot en wordt erkend. Daarnaast gaan we niet alleen de politie verbeteren, maar ook de zogeheten gerechtelijke keten, waaronder het Openbaar Ministerie en de rechters vallen. De bijdrage hier kan heel groot zijn.”
Zijn onze mensen wel veilig?
„De afspraak is dat de deelnemers aan de missie niet meedoen aan zogeheten offensieve militaire acties. Maandag kwam in Kabul al duidelijk naar voren dat de Afghaanse autoriteiten daarvan doordrongen zijn. Ook de Duitse commandant is daarvan op de hoogte. En het Nederlandse managementteam heeft het tussen de oren zitten en voelt het in de vezels. Onze mensen gaan dus niet de poort uit als de veiligheidssituatie zich daar niet toe leent. De risico’s zijn verantwoord.”
Gaat u met een goed gevoel naar huis?
„Ja, ik ga terug met het vertrouwen dat het bij de afspraken die we hier hebben gemaakt, echt gaat om iets tastbaars en niet om een papieren weggevertje.”