„Afghanen niet agressief naar Nederlanders”
KUNDUZ (ANP) – De bevolking van Kunduz-stad, waar de Nederlandse politietrainingsmissie zal gaan plaatsvinden, heeft geen agressieve houding ten opzichte van de Nederlanders. Dat zei kolonel Ron Smits, de militair commandant van de missie in het noorden van Afghanistan, woensdag tijdens een bezoek van minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken).
„Ik ben vanmorgen even de stad in geweest en er is een normaal straatbeeld. Kinderen zwaaien en er wordt rustig gereden in de stad. Er is geen sprake van paniek”, aldus Smits. Inmiddels zijn volgens de kolonel al tientallen mensen van het kamp af geweest om de omgeving te leren kennen. Er zijn dagelijks patrouilles waar ook de Nederlanders aan meedoen.
Paul Meijers van EUpol, de Europese politiemissie in Afghanistan, bevestigt dat beeld. „Wij maken ook al ritjes en we zien dat de bevolking vriendelijk zwaait en dat dat ook een gemeend gebaar is”, aldus Meijers. „De mensen zijn hier echt toe aan veiligheid en stabiliteit.”
Smits was woensdag naar de stad gegaan om te spreken met de Afghaanse politiecommandant in Kunduz. „We proberen een plaatje te maken hoe het er hier voorstaat bij de politie. Dat leggen we dan naast de behoeftes van de agenten en daar gaan we mee aan de slag”, aldus Smits, die ruim twee uur met de politiecommandant sprak.
De lokale politiecommandant gaf in het gesprek aan dat „hier en daar wat mensen missen”, aldus Smits. Verder is er een tekort aan materieel, zoals radio’s en auto’s. Nederland kan dat niet leveren, maar kan de Afghanen wel begeleiden bij hun pogingen om de spullen aan te schaffen.
Het kamp van Smits is helemaal klaar voor de komst vrijdag van de 150 militairen, agenten en marechaussees. „De omstandigheden zijn door de Duitsers al netjes uitgebouwd, dus het ontbreekt ons aan niets.” Inmiddels staan er op het Nederlandse deel van het kamp slaapcontainers en een tent waar de deelnemers aan de missie kunnen ontspannen.