Zetelt in het Kremlin een oprecht zoon van de Russisch-Orthodoxe Kerk? Voor vader Tichon, naar eigen zeggen de biechtvader van president Vladimir Poetin, lijdt dat geen twijfel: het Russische staatshoofd is „echt een orthodox christen, niet slechts een naamchristen.” Zijn Nederlandse ambtgenoot, aartspriester Theodoor van der Voort uit Deventer, stelt zich voorzichtiger op: „Je kunt niet in iemands hart kijken.”
Van der Voort is een veteraan-Rusland-reiziger. Het verbaast dus niet dat hij vader Tichon persoonlijk kent. „Hij behoort tot de rechterflank van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Vader Tichon is hoofd van de vertegenwoordiging van het Pskover Holenklooster in Moskou. In dit kloostercomplex runt hij een uitgeverij van kerkelijke boeken. Deze activiteit heeft hem volgens insiders geen windeieren gelegd.”
De Deventer geestelijke acht het heel wel mogelijk dat vader Tichon als presidentieel biechtvader fungeert. „Als zo’n bewering door de staf van de president wordt ontkend, sta je immers wel voor aap”, redeneert hij nuchter. Toch, zo vervolgt Van der Voort, pleit het niet voor vader Tichon om daar ruchtbaarheid aan te geven, laat staan er prat op te gaan. „Dit soort zaken houd je voor je. Poetin onderhoudt overigens vanzelfsprekend met verscheidene geestelijken goed contact, onder anderen met de patriarch, enkele vooraanstaande bisschoppen alsmede met een aantal kluizenaars. Verder acht ik de president te slim om al te exclusieve banden aan te gaan met zo’n uitgesproken en weinig scrupuleus heerschap als vader Tichon.”
Poetins nauwe relatie met de Russisch-Orthodoxe Kerk valt sowieso goed bij de bevolking, zegt Van der Voort, die de laatste jaren verreweg de meeste tijd in Rusland verbleef. Inderdaad willen de Russen graag geloven én laten geloven dat Poetin een vroom orthodox christen is. „Dat ze dit willen, houdt echter in geen enkel opzicht in dat dit niet waar kan zijn!”
Over Poetins religiositeit hoorde Van der Voort ruim een jaar geleden een intrigerend verhaal uit de mond van een jonge orthodoxe bisschop in een van de meest afgelegen delen van Rusland: „Een van mijn priesters was vroeger nachtwaker bij de universiteitskerk op de Mussenheuvels in Moskou. Op een avond, een jaar of vijf geleden, zat hij in zijn keet toen hij hoorde dat er iemand over de schutting klom. Hij stond op, ging naar buiten en riep: „Wie is daar?”
„Goed volk!” was het antwoord, waarop hij de stem van overste Poetin herkende. Deze vertelde hem dat hij dringend een kaarsje moest aansteken voor iemand. Omdat het hek dicht was, was hij maar over de schutting geklommen. De nachtwaker maakte daarop de kerk voor hem open. Poetin stak een kaarsje op bij een van de iconen, bleef even staan bidden en vertrok toen weer de nacht in.”
Met Kerst is Poetin opnieuw in deze kerk geweest, zegt Van der Voort. Volgens sommigen woonde hij vrij lang de dienst bij. In het verlengde hiervan ligt het gegeven dat Poetin, meer dan zijn voorganger Jeltsin, blijkt af te weten van orthodoxe gebruiken en ook meer bij de diensten betrokken lijkt te zijn.
Het Duitse weekblad Der Spiegel daarentegen plaatste twee weken geleden bij die orthodoxie van ”KGB’er buiten dienst Poetin” nogal wat vraagtekens. Ten bewijze voerde het magazine een vroegere jeugdvriend van de Russische president alsmede diens nicht op. De eerste was het nooit opgevallen dat Vladimir in God geloofde of naar de kerk ging. De tweede vertelde dat Poetins vader een overtuigde communist was en dat ook zijn moeder „geen kerkelijke neigingen vertoonde.”
Wellicht om in balans te blijven, raadpleegde de Moskouse correspondent van Der Spiegel eveneens de persdienst van het Kremlin. En die stak, bij monde van vice-directrice Natalja Timakova, onmiddellijk de hand in het vuur voor de rechtgelovigheid van zijn broodheer. Niet alleen was de president als baby van vijf maanden in 1953 gedoopt, maar bovenal stond de datum van diens bekering nauwkeurig vast: 12 augustus 1996. Want toen brandde het buitenhuis (datsja) van de familie Poetin, onder de rook van Sint-Petersburg, af. Met gevaar voor eigen leven redde vader Vladimir zijn beide dochters Marija en Katja uit de vlammenzee. Later vond Poetin in de smeulende resten van zijn datsja het orthodoxe kruisje terug dat hij om zijn hals had gedragen. Juist dat kruisje had hij op verzoek van zijn moeder tijdens een dienstreis in Jeruzalem laten zegenen.
Van der Voort is niet onder de indruk van de tegenbewijzen voor Poetins orthodoxie zoals Der Spiegel die aanvoert. „Dat onder het communistische bewind de naaste omgeving niets van Poetins positieve gevoelens ten opzichte van de Russisch-Orthodoxe Kerk heeft gemerkt, is geen wonder. Hij zat in het leger of in de KGB, en je kon toentertijd wel inpakken als zulke positieve gevoelens bekend raakten! Verder is het een feit dat veel Russen in die tijd (door grootmoeder) als baby zijn gedoopt.”
De Deventer priester heeft in de jaren zeventig in de trein tijdens gesprekken onder vier ogen van meer Sovjetofficieren gemerkt dat zij niets tegen de Russisch-Orthodoxe Kerk hadden. „Het tegendeel is bijna waar. Over de bekering van Poetin tijdens die brand in de datsja durf ik niets te zeggen. Ik heb daar zelf nooit iets over gehoord. Wel weet ik dat veel Russen zulke gebeurtenissen als een teken van God zien en dat dus serieus nemen.”
Op snerende toon citeert Der Spiegel ten slotte Poetins officieuze biechtvader, archimandriet (abt) Tichon: „Niet weinige militairen, waaronder ook functionarissen van de geheime dienst, leiden vandaag de dag een christelijk leven.”
Nogal wat ex-officieren van het Sovjetleger zijn priester geworden, beaamt de Nederlandse aartspriester. Hetzelfde geldt trouwens voor voormalige KGB-officieren en voor jongens die een KGB-opleiding volgden. „Met de ex-militairen heb ik meer ervaring dan met de ex-KGB’ers, maar de ex-militairen zijn zeker niet de slechtsten! Ze hebben een gevoel voor zelfdiscipline, kunnen goed organiseren en hebben de parochie goed in de hand. Voorzover ik priesters ken die voorheen bij de KGB dienden, doen die het echter evenmin slecht. Wel is het zo dat zij door sommige collega’s en gelovigen met enige argwaan worden bekeken: eerst KGB’er en nu priester. Hoe verhoudt het ene zich tot het andere?”