„Syncretisme is voortdurende verleiding”
KAMPEN – Syncretisme, het vermengen van christelijke opvattingen met die van andere religies, is in sommige culturen een voortdurende verleiding. Ds. A. Perera, baptistenpredikant uit Sri Lanka: „Het geloof volgens de Bijbel wordt al te gauw vereenzelvigd met andere godsdiensten.”

Ds. Perera is een van de ruim twintig buitenlandse predikanten die van 17 mei tot 8 juni in Kampen deelnemen aan een internationale toerustingscursus, georganiseerd door de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen. De cursus is vooral bedoeld voor buitenlandse kerkleiders.
In Sri Lanka heeft Perera veel te stellen met opvattingen uit hindoeïstische, boeddhistische of islamitische hoek. Hij benadrukte gisteren desgevraagd dat hij in de confrontatie met andere godsdiensten steeds „naar de andere kant gaat hangen.” Het is van belang duidelijk te maken dat het christelijk geloof anders is dan andere godsdiensten, dat het daarmee niet vereenzelvigd mag worden. „Dit gebeurt vaak ongemerkt.”
De deelnemers aan de toerustingscursus komen voor het merendeel uit Indonesië, Kenia, India, Zuid-Afrika en Congo. Ze maken drie weken lang met elkaar kennis en wisselen ervaringen uit over evangelisatie en zending, met name over de vraag hoe de christelijke boodschap gebracht moet worden in een niet-christelijke wereld, of in een wereld waar andere godsdiensten overheersen.
De predikanten hebben allen te maken met syncretisme, de vermenging van christelijke opvattingen met opvattingen die ontleend zijn aan een andere godsdienst of een traditioneel volksgeloof. Het is de bedoeling dat de deelnemers aan het einde van de conferentie een plan hebben gemaakt over de wijze waarop ze in hun eigen land met syncretisme kunnen omgaan. Om dat doel te bereiken, wordt een intensief programma geboden, waarin aandacht is voor onder andere islam, hindoeïsme en traditioneel volksgeloof.
Gisteren stond het thema ”Contextualisatie” op de agenda. Het ging over de vraag hoe het Evangelie op een gereformeerde wijze gebracht kan worden in een klimaat dat door niet-christelijke opvattingen wordt gedomineerd. ’s Morgens werd het programma ingeleid met een lezing, waarna het geleerde in praktijk moest worden gebracht.
De deelnemers werden in groepen verdeeld, die elk de opdracht kregen een rollenspel voor te bereiden. Een Afrikaanse groep kreeg de opdracht na te denken over de manier waarop over rijkdom kan worden gepreekt in een gemeente die uit arme mensen bestaat, zodanig dat rekening wordt gehouden met de context waarin de gemeenteleden leven.
In het gesprek hierover bleek dat Afrikaanse predikanten veel last hebben van charismatische en pinksterkerken. „Daar wordt geleerd dat armoede veroorzaakt wordt door gebrek aan geloof”, zei een van de deelnemers. „De manier om rijk te worden zou zijn om veel geld te geven aan de kerk. Vanzelfsprekend beroept men zich ook nog eens op verkeerd uitgelegde Bijbelteksten. Dat leidt tot verwarring in de gemeente.”
Het is dit jaar voor het eerst dat De Verre Naasten (gereformeerd vrijgemaakte organisatie voor zending en hulpverlening) samen met de Theologische Universiteit een dergelijke cursus organiseert. Rector prof. dr. M. te Velde legt uit dat op deze manier beide organisaties elkaar versterken. „De buitenlandse gasten kunnen op deze wijze onze studenten ontmoeten, en andersom. Dat is voor beide partijen verrijkend.”