Religie: Van de 126,9 miljoen Japanners is 70 procent boeddhistisch; 5 procent zegt geen religie aan te hangen; 1,54 procent is christelijk (1,9 miljoen Japanners); 0,15 procent is moslim. Ruim 23 procent hangt een andere godsdienst aan, veelal boeddhistische sekten. Japan kent vrijheid van godsdienst.

Bijbelgetrouw: Het aantal meelevende christenen dat een Bijbelgetrouwe gemeente bezoekt is erg klein, stelde de presbyteriaanse predikant Makoto Fukuda vorig jaar in deze krant. Het gaat dan om slechts 0,22 procent van de bevolking.

Shintoïsme: Japanners voelen zich vooral verbonden met het shintoïsme, een godsdienst die erg op het boeddhisme steunt en waarin natuurverschijnselen, zoals de zon, worden aanbeden. Japanners hebben daardoor veel eerbied voor de natuur. Zij geloven ook in meerdere goden. Van 1868 tot na de Tweede Wereldoorlog was het shintoïsme de staatsgodsdienst. Het shintoïsme heeft als godsdienst en als ideologie een niet te onderschatten invloed op het doen en denken van Japanners.

Kerken: De grootste kerkgenootschappen in Japan zijn de Rooms-Katholieke Kerk met bijna 1100 parochies en 359.000 leden; de Jehova’s Getuigen met 3180 plaatsen van samenkomst voor 212.000 leden; de protestantse Verenigde Kerk van Christus (130.000 leden); en de kerk van de mormonen (99.600). Verder zijn er onder meer nog de Evangelisch-Lutherse Kerk met 7200 leden en de Reformed Church of Japan met 5300 leden.

Ontwikkeling: Het aantal christenen in Japan neemt af. Recente cijfers geven een daling aan van 0,2 procent per jaar. De protestantse kerken in Japan hebben het het moeilijkst. Van de christelijke kerken kennen vooral de orthodoxe groei (1,5 procent).

Geschiedenis: In 1542 kwamen Portugezen in Japan. Spoedig volgden Spaanse, Nederlandse en Engelse handelaren en missionarissen. Het christendom schoot snel wortel: volgens cijfers van de Rooms-Katholieke Kerk waren er in 1587 300.000 christenen in Japan. De westerlingen werden later echter geïsoleerd in een klein gebied, waardoor de invloed van het christendom afnam. Japan opende in de 19e eeuw zijn grenzen weer. Toen kwam er meer ruimte voor zendelingen. Daarna volgde echter een periode van tegenwerking. Begin 20e eeuw stopte de groei van de kerk door interne strubbelingen en onder druk van de militaire regering. Na de Tweede Wereldoorlog waren het vooral Amerikanen en Koreanen die in Japan zending bedreven.

Contacten: Een aantal Nederlandse kerken onderhoudt contacten met kerken in Japan. Zo hebben de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt een correspondentieband met de Reformed Church in Japan, een kerk die de Westminster Confessie onderschrijft. De Gereformeerde Zendingsbond (GZB) heeft contacten met de Presbyteriaanse Kerk in Japan.

Zending: De GZB heeft Geert en Eline de Boo uitgezonden naar Japan. Zij zijn betrokken bij de vorming van een nieuwe gemeente en richten zich vooral op de vele jonge hoogopgeleiden die in het hart van de metropool Tokio werken. Zendelingen en evangelisten lopen bij hun werk vaak op tegen de grote invloed van het shintoïsme. Voor Japanners is het moeilijk te geloven dat er één God is Die alles heeft gemaakt. De druk van de sociale omgeving en vanuit de familie is groot om aan het traditionele Japanse gedachtegoed vast te houden. De christelijke minderheid in Japan heeft het daardoor moeilijk.