VATICAANSTAD – Paus Benedictus XVI verdedigt in zijn nieuwe boek ”Jezus van Nazareth. Van de intocht in Jeruzalem tot de verrijzenis” de historische betrouwbaarheid van de dood en opstanding van Christus. „Jezus was geen politieke revolutionair, zoals liberale theologen beweren.”
Het boek van paus Benedictus XVI, zijn tweede over het leven van Jezus, verscheen donderdag gelijktijdig in zeven talen en in een oplage van 1,2 miljoen exemplaren. De Nederlandse editie komt volgende maand uit.
Benedictus XVI –de naam die de Duitse theoloog Joseph Ratzinger koos toen hij in 2005 paus werd– volgt in ”Jezus van Nazareth” het leven van Christus van stap tot stap. Hij betrekt daarbij discussies met kerkvaders, conciliedecreten en hedendaagse theologen. Het Bijbelse geloof heeft voor Ratzinger direct betrekking op werkelijke historische gebeurtenissen. Hij kiest voor de canonieke exegese, die de Schrift als geheel tot uitgangspunt neemt en laat daarbij de uitleg van de Bijbel door de eeuwen heen meewegen.
Het gaat Ratzinger niet alleen om de figuur van Jezus, maar ook om Zijn boodschap. Het luisteren naar „de Jezus van de Evangeliën” moet leiden tot een persoonlijke ontmoeting, „De boodschap van het Nieuwe Testament is niet slechts een idee. Van essentieel belang is het feit dat de gebeurtenissen werkelijk in de geschiedenis van deze wereld hebben plaatsgevonden”, aldus de paus in zijn boek, dat op persoonlijke titel is geschreven.
Jezus Christus stierf niet aan het kruis als een politieke revolutionair, zoals liberale theologen stellen. „De hele bediening en boodschap van Jezus (...) wijzen in een totaal andere richting. De Zoon van God kwam niet als een verdelger, maar Hij bracht de kracht van de liefde.”
De opstanding van Jezus was even werkelijk als de kruisiging, schrijft de rooms-katholieke kerkleider. „Alleen wanneer Jezus is opgestaan, is er werkelijk iets nieuws gebeurd, zodat de wereld en de situatie van de mensen verandert.”
De Vaticaanse krant L’Osservatore Romano publiceerde vorige week al delen van het pauselijke boek, onder meer de passages die handelen over de kruisdood van Jezus. Ratzinger schrijft onder meer dat er geen enkel bewijs te vinden is dat „het Joodse volk als geheel” daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. De tekst „Zijn bloed kome over ons en onze kinderen” (Mattheus 27:25), dat eeuwenlang werd gebruikt om de vervolging van Joden te rechtvaardigen, geeft de paus een positieve invulling door te verwijzen naar het bloed van Abel (Genesis 4:10) en het laatste avondmaal.
Hoewel de Rooms-Katholieke Kerk het idee van een collectieve schuld al in 1965 officieel losliet, geeft Benedictus XVI met zijn uitleg –en met de voortijdige publicatie daarvan– een krachtig signaal af tegen antisemitisme. Dat kan zeker geen kwaad, omdat de paus de Joodse gemeenschap de afgelopen jaren herhaaldelijk schoffeerde. Zo hief de kerkvorst de excommunicatie op van Britse bisschop Richard Williamson, die de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog had ontkend.
Giuseppe Costa, directeur van de uitgeverij van het Vaticaan, verklapte gisteren in L’Osservatore Romano dat Benedictus XVI zijn boek met de hand schreef, „in minuscuul kleine letters.” In het voorwoord geeft de 83-jarige paus aan dat hij nog niet klaar is met schrijven. Hij is van plan is een „kleine monoloog” over de jeugdjaren van Jezus Christus aan het tweeluik toe te voegen. „Maar alleen als mijn gezondheid dat toelaat.”