Egypte nog lang niet beloofde land
Het volk van Egypte wil een democratie. Maar hoe realistisch is die laatste eis in een land dat nog nooit in zijn geschiedenis een democratisch stelsel heeft gekend? De revolte zou wel eens een pyrrusoverwinning kunnen zijn.
In de 5000-jarige geschiedenis van Egypte is het land geregeerd door farao’s, koningen, dictators en presidenten. Een groot deel van die eeuwen is Egypte bezet geweest door vreemde mogendheden; Perzen, Grieken, Romeinen, Arabieren, Turken, Fransen en Engelsen. In alle gevallen werd niet of nauwelijks geluisterd naar de stem van het volk. Wij kennen farao’s als bouwers van imposante piramides, tempels en graven. In werkelijkheid waren het brute dictators die slechts uit waren op macht, roem en rijkdom.
Ook de buitenlandse bezetters hadden weinig oog voor de omstandigheden en wensen van de lokale bevolking. Voor hen was Egypte een bron van rijkdom en kunst. En uit die bron is door de eeuwen heen behoorlijk geplunderd.
De geschiedenis van Egypte kent slechts enkele momenten van ommekeer waar sprake was van een ‘revolutie’. Een daarvan was de ‘revolutie’ van Achnaton. Tijdens de 18e dynastie (ca. 1388-1351 voor Chr.) heeft farao Amenhotep IV geprobeerd het tot dan toe gebruikelijke veelgodendom te veranderen in een monotheïsme, wat ten koste ging van de invloed van de machtige priesterkastes. De farao veranderde zijn eigen naam in Achnaton en de enige god was voortaan Aton.
Deze paleisrevolutie viel in zeer slechte aarde bij de kliek van machthebbers, meelopers en profiteurs rond de farao. Met name de zeer machtige groepering van Amonpriesters zag haar macht en invloed ernstig in gevaar komen. Nadat Achnaton was overleden nam de nog zeer jonge Toetanchaton de troon over van zijn (stief)vader. Voor de getergde kaste van Amonpriesters was dat de ideale mogelijkheid de zaken weer geheel naar zijn hand te zetten. Ze veranderden de naam van de farao in Toetanchamon en trokken de macht weer naar zichzelf toe. Zo was de oude orde weer hersteld.
Stabiliteit
Voor veel volken in het Midden-Oosten is Egypte door de eeuwen heen een belangrijke en stabiele factor geweest. In tijden van onrust of hongersnood in het Midden-Oosten zocht men vaak een veilig heenkomen in Egypte. In de Bijbel lezen we een aantal malen over hongersnood en vlucht naar Egypte. Van Abraham, Jozef, Mozes tot Jozef en Maria met Jezus. Lang nadat Jozef het had geschopt tot onderkoning van Egypte was het volk Israël verworden tot slaven en gastarbeiders. Onder leiding van Mozes trok het volk Israël weg uit Egypte, waarbij de farao en zijn leger jammerlijk verdronken in de Schelfzee.
Eenmaal op weg naar het „land van melk en honing”, het Beloofde Land, klaagde het volk midden in de Sinaï bij Mozes: Wat doen we hier, we hebben honger en dorst. Had ons in Egypte gelaten. Daar hadden we ten minste water en brood.
Het scharnierpunt tijdens de tocht door de Sinaï was het moment waarop Mozes de Tien Geboden van God mocht ontvangen. Een belangrijk signaal van God aan het volk. Vanuit het midden van de woestijn keken ze terug naar Egypte; het land waar ze slaven waren. In het nieuwe land zouden ze vrij zijn. Maar leven in vrijheid is veel moeilijker dan leven als slaaf en daarom waren de Tien Geboden nodig. Vrijheid kent een heleboel verplichtingen en verantwoordelijkheden. Die gelden voor iedereen en je kunt dat niet langer op de machthebbers afschuiven.
Het zijn twee kernmomenten uit de geschiedenis van Egypte die een licht kunnen werpen op de situatie waarin Egypte na de jongste omwenteling van 2011 verzeild is geraakt.
De roep om het aftreden van de farao-president en de andere leden van het regime is nog lang geen opmaat tot een vrije en democratische samenleving. Jos Strengholt merkte daags na het aftreden van Mubarak terecht op dat de farao weliswaar „is verdronken, maar zijn leger niet.” En het leger zal, net als de machtige en invloedrijke Amonpriesters rond Achnaton en Toetanchamon, zijn macht en verworvenheden zeker niet opgeven. Het leger heeft het volk tijdens de opstand niet aangevallen, maar ook niet beschermd. Geliefd als het (nog) is bij het volk vanwege zijn ‘overwinning’ tijdens de Jom Kipoeroorlog in 1973.
Het leger bezit veel industrieën, resorts, bedrijven en instellingen. Daarnaast heeft het vele privileges verworven. Ook corruptie komt veel voor binnen en rond het leger. Nu dus een ‘stabiele factor’, maar nog lang geen garantie voor werkelijke vrijheid en democratie.
Partijvorming
Inmiddels is het de laatste week behoorlijk druk in de Egyptische politieke arena. Een rondje langs de partijpolitieke velden laat zien dat er hard wordt gewerkt aan de oprichting van nieuwe politieke partijen in Egypte.
Politiek analist Tarek Higgy zei dat hij zelfs de koptische politiek activist Michael Munir bereid heeft gevonden om handtekeningen te verzamelen voor de oprichting van een nieuwe seculiere en democratische partij die gebaseerd is op de beginselen van burgerschap, liberalisme en religieuze vrijheid.
Ook waren dinsdag zo’n honderd linkse activisten bijeen om te spreken over de oprichting van een eigen partij. Volgens hun woordvoerders hadden ze tot dusver 20.000 handtekeningen verzameld van burgers uit het hele land.
Heel interessant is ook dat ruim 5000 leden van de Nationale Democratische Partij, de partij van Mubarak, hebben besloten om een nieuwe partij te vormen, onder de naam de Egyptische Jeugdpartij.
Natuurlijk zijn aller ogen in binnen- en buitenland gericht op de moslimbroederschap (MB). Volgens haar woordvoerder, Nageh Ibrahim, heeft zij het plan opgevat om een „civiele” partij op te richten met een „islamitische oriëntatie.” Dat kan nu, omdat de MB niet langer een door de staat verboden organisatie is.
MB-dissident Khaled al-Zaafarany liet weten dat 500 jongeren uit de ‘25e januarirevolutie’ in Alexandrië zich zullen aansluiten bij zijn nieuwe partij: de Islamitische Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling. Naar het voorbeeld van de Turkse islamitische partij.
De Egyptische orthodoxe, anglicaanse en rooms-katholieke kerken hebben tot nu toe echter geweigerd om een politieke partij op te richten voor christenen. Zij zijn bang dat dit alleen maar zou bijdragen tot een sektarische strijd. Met het risico dat ze hiermee de boot volledig gaan missen en daarmee –zelf– hun positie voor de toekomst onnodig zullen verzwakken.
Pyrrusoverwinning
Twee weken voor het uitbreken van de volksopstand in Egypte vroegen studenten mij: „Meneer, wat vindt u van onze democratie hier in Egypte?” Ik moest daar smakelijk om lachen en vroeg hun: „Democratie, waar, hier?” Nu, een maand later, klinkt overal de roep om democratie. Maar wat is dat, hoe doe je dat? Hoe kan een volk dat 5000 jaar geen democratie heeft gekend in korte tijd een democratisch bestel van de grond krijgen? Het leven onder een dictatuur heeft de mensen gevormd, verlamd en volgzaam gemaakt.
De eerste overwinning is binnen. Maar leven in vrijheid is misschien wel moeilijker dan leven in een dictatuur. Nog even en de eerste roep om Mubarak zal weer klinken als de lonen niet snel omhooggaan en de voedselprijzen onverminderd hoog blijven. Democratie, we gunnen het Egyptische volk alle goeds. Ze hebben er moedig voor gestreden en de overwinning gehaald. Maar als ze niet oppassen zal het een pyrrusoverwinning blijken te zijn geweest. Het wordt nog een lange en moeizame weg. Egypte is nog lang niet het beloofde land.