Graaf Adolf bleef in Heiligerlee
De naam van het Groningse Heiligerlee is voor altijd gekoppeld aan die van graaf Adolf van Nassau. De broer van Willem van Oranje liet er in 1568 het leven. Een monument herinnert aan de jonge held.
Met een tijdmachine naar 1568, een ontmoeting met prins Willem van Oranje en dan langs een in het moeras ‘verdronken’ soldaat naar de uitgang. In het eenvoudige maar leuke museum Slag bij Heiligerlee weten ze hoe je de geschiedenis moet doorgeven.
En Heiligerlee hééft een verhaal te vertellen. Hier vochten Oranjegezinde soldaten op leven en dood met Spaansgezinde troepen. „Het was een verbitterde strijd”, zegt museumvrijwilliger Wim Smit.
Lodewijk van Nassau –broer van Willem van Oranje– rukt in 1568 vanuit het Noord-Duitse Emden op om Groningen te belegeren. „Na de verovering van het slot bij het Groningse Wedde trok hij verder naar Appingedam. Zijn jongere broer Adolf had zich toen al met een ruitermacht bij hem aangesloten. Op 21 mei was er een kort treffen tussen het leger van Lodewijk en Adolf en dat van de Spaansgezinde graaf Aremberg. Lodewijk trok zich daarop terug richting Winschoten.”
Op 23 mei verschansen Lodewijk (1538-1574) en Adolf (1540-1568) zich bij het klooster van Heiligerlee. „Hier bevond zich in het landschap een hoger gelegen zandrug. Naar het zuiden was het allemaal moeras”, vertelt de enthousiaste Smit.
De krijgsheren bedenken een list, vertelt de vrijwilliger. „De soldaten verborgen zich links en rechts van de zandrug. Een paar ruiters lokten de troepen van Aremberg daarop in de hinderlaag. De list slaagde.”
De strijd loopt uit op een overwinning voor Lodewijk, maar Adolf laat het leven. Smit: „Hoe dat precies gegaan is, is niet duidelijk.” Het ene verhaal vertelt dat graaf Aremberg zelf Adolf doodde. Het andere verhaal zegt dat Adolfs paard op hol sloeg en tussen de vijandelijke troepen terechtkwam.
Ook over de dagen daarna is de geschiedenis in Groningse moerasnevelen gehuld. „Waarschijnlijk hebben de baren met het lichaam van Adolf en van Aremberg –die sneuvelde ook– hier in het klooster gestaan. Daarop zou het lichaam van Adolf naar het stamslot de Dillenburg worden gebracht. Daar is het lichaam nooit aangekomen”, zegt Smit. Veel historici denken dat Adolf in Emden begraven ligt – Adolfs harnas staat er in het raadhuis, zo luidt de claim.
Pas in 1826 krijgt Heiligerlee een eenvoudig monument ter ere van Adolf. „In 1868 legden twee leden van de koninklijke familie de eerste steen voor een fraaie vervanger. In 1873 heeft koning Willem III het huidige gedenkteken onthuld.”
Het beeld toont de Nederlandse maagd die Adolf beschermt, samen met een leeuw die naar het slagveld in het zuiden kijkt. Het gouden zwaard blinkt.
Niet alleen in Heiligerlee staat een monument voor de jonge graaf. Het grootste eerbetoon krijgt hij door zijn plaats in het vierde couplet van het Wilhelmus. De dichter twijfelt er niet aan dat Adolf niet alleen de oorlogsstrijd te boven is:
Graef Adolff is ghebleven
In Vriesland in den slaech,
Syn Siel int ewich Leven
Verwacht den Jongsten dach.
Dit is de derde aflevering in een serie artikelen over minder bekende plaatsen in Nederland waar de Oranjes hun sporen nalieten. Volgende week: Tilburg.