Maurits vernoemde vesting naar vader
Het Nederlandse stadje Willemstad is vernoemd naar de Vader des Vaderlands en ingericht door diens zoon. Het ademt historie uit.
Een groter contrast is er haast niet denkbaar. Wie op de dijk bij Willemstad staat, ziet aan de ene kant moderne binnenvaartschepen de Volkeraksluizen in varen, terwijl aan de andere kant het rustieke vestingstadje ligt. Een groot deel van de panden staat op de monumentenlijst. Niet voor niets wordt de binnenstad in de weekeinden en in de zomer overspoeld door toeristen.
De basis voor het stadje is rond 1565 gelegd, toen het gebied werd ingepolderd, zegt Henk de Jong, voorzitter van Heemkundekring De Willemstad. „Er kwamen wat mensen wonen, waardoor het dorpje Ruigenhil ontstond.” Zo’n twintig jaar daarna liet Willem van Oranje het dorpje versterken tot een vesting om Holland te beschermen tegen de Spanjaarden. Zijn zoon Maurits noemde het plaatsje Willemstad, verleende het stadsrechten en breidde de fortificatie uit tot een versterkte wal met zeven bastions, die de namen dragen van de zeven provincies die zich tegen de Spaanse overheersing verzetten.
Maurits drukte zijn stempel op het stadje. Dat blijkt wel uit een aantal gebouwen. De Jong wijst op het in 1623 gebouwde Mauritshuis, dat aanvankelijk de Princehof heette. Het is een van de grootste panden in Willemstad. „Dit was het jachtslot van Maurits. Hij jaagde graag in de polder.” Op het plein voor het Mauritshuis is een mozaïek aangebracht in de vorm van het stadswapen. In het wapen staat de leus FORTITVDO MEA DEVS, wat verwijst naar Psalm 43: ”Want Gij zijt de God mijner sterkte”. Het slot heeft twee identieke trapgevels. Het achterste deel werd in 1823 afgebroken. Maar in de vorige eeuw is dit deel weer opgebouwd. „Willemstad wilde het slot gebruiken als gemeentehuis, maar het was te klein. Daarom is het vroegere deel weer herbouwd.” Inmiddels is er een toeristenbureau in gevestigd, omdat Willemstad in 1997 opging in de gemeente Moerdijk.
In het Mauritshuis hangen diverse portretten van onder anderen Maurits, zijn vader Willem en koningin Beatrix. Zij is nog altijd Vrouwe van Willemstad. Prinses Margriet bezocht het slot in 1983, toen Willemstad 400 jaar een vesting was.
Op minder dan 200 meter van het Mauritshuis staat een kerk. „Dit was in 1607 de eerste kerk in Nederland die als protestantse kerk werd gebouwd. Ze is gebouwd in opdracht van Maurits.” Aan de kerk is echter niet veel meer authentiek. „In 1944 is zij zwaar beschadigd bij de bevrijding van Willemstad. Na de oorlog is de kerk gerestaureerd.” In 1950 brandde het bedehuis echter tot de grond toe af. Enkele dagen voor de ingebruikname moest een loodgieter op het dak een lek repareren. Daarbij ontstond een brand die de hele kerk in de as legde. „Alleen de muren stammen nog uit 1607. Ook het wapen van Willem V, dat boven het orgel hangt, is nog authentiek. Dat was nog niet gerestaureerd en hing op dat moment niet in de kerk.” Bovendien was het avondmaalszilver om eenzelfde reden niet in de kerk.
Vanaf de kerk loopt een kaarsrecht laantje naar het voormalige stadhuis, dat eveneens door Maurits is gebouwd. „Door dit laantje liepen bruidsparen vroeger altijd van het stadhuis naar de kerk. Daarom wordt het ook wel het trouwlaantje genoemd.”
Dit is de tweede aflevering in een serie artikelen over minder bekende plaatsen in Nederland waar de Oranjes hun sporen nalieten. Volgende week: Heiligerlee.