COLOMBO – Na dertig jaar burgeroorlog is de vrede in het noorden van Sri Lanka teruggekeerd. Honderdduizenden voor het geweld gevluchte Tamils kregen daardoor zicht op terugkeer naar hun woongebieden.
Maar zo gemakkelijk ging dat niet. Velen zaten maandenlang in speciale opvangkampen van de regering, die haarfijn wilde weten of er Tamils zaten die iets op hun kerfstok hadden, bijvoorbeeld als guerrillastrijders of sympathisanten van de Tijgers. Ook vanwege de verwoestingen in hun oorspronkelijke woongebieden en de vele mijnen duurde het nog maanden voordat kampbewoners naar hun oude locaties terugkonden. Eigenlijk is pas dit jaar de leegloop van de kampen goed op gang gekomen.
Lokale teams van ZOA-Vluchtelingenzorg hebben vele honderden Tamils al die maanden dat ze van huis en haard verdreven waren, geholpen. Zo zorgden ze in de opvangkampen, die bekendstaan onder de naam Menik Farm, voor onderwijs aan kinderen, voor zaaigoed en voor drinkwater. Door de oorlog gehandicapt geraakte Tamils werden en worden opgevangen en geholpen in het Varod- opvangcentrum, net als Menik Farm in de buurt van Vavuniya.
Nu veel Tamils naar huis kunnen, staan diezelfde hulpverleners klaar om hen te begeleiden bij het oppakken van het dagelijks leven. ZOA is actief in het district Mannar, in het noordwesten, en in het Killinochchi-district in het uiterste noorden, even ten zuiden van Jaffna.
Mensen daar weer aan inkomen helpen, in jargon ”livelyhood development”, is een van de belangrijkste taken die de hulpverleners nu ter hand nemen. Dat kan door mee te helpen bedrijfjes op te zetten – zo kwamen deze zomer in de genoemde gebieden zestien kappersbedrijfjes en twee smederijen van de grond.
ZOA kiest bij hulp aan de Tamils nadrukkelijk voor wat het noemt „een holistische benadering”: niet enkel ‘hardware’ leveren –materiaal voor huizenbouw, gereedschap, zaaigoed– maar ook ‘software’ – psychosociale hulp aan mensen met bijvoorbeeld oorlogstrauma’s, het regelen van onderwijs aan kinderen, en opbouw van de dorpsgemeenschap.
Dat hulporganisaties onderling hun werkzaamheden afstemmen was al de praktijk, sinds het einde van de oorlog is daar een centrale schakel bijgekomen: de Presidential Task Force (PTF), een initiatief van president Mahinda Rajapaksa. Alle hulpverlening en ontwikkelingsactiviteiten van organisaties dienen goedgekeurd te worden door deze PTF. Centrale aansturing is in een gebied zonder goed functionerend burgerbestuur natuurlijk geen luxe, maar er hangt wel een prijskaartje aan: de president kan via de PTF projecten sturen.
Vooral programma’s die mensenrechten erbij betrekken kunnen rekenen op kritische bejegening door de PTF. Dat geldt ook voor organisaties die ”community building”, opbouw van de Tamilgemeenschap, beogen. Een project goedgekeurd krijgen kan vanwege deze procedure zomaar drie maanden of nog langer in beslag nemen.
Ook aan de kant van de donoren hapert het. Zo klaagt een woordvoerder van World Vision dat „het Westen kennelijk geen interesse meer heeft” in de misère waarin Tamils zitten.
Dat de Singhalese regering systematisch bezig is de noordelijke Tamilgebieden te koloniseren door er Singhalezen neer te zetten, ontkent Tony Senewiratne ten stelligste. De Singhalees is christen en directeur van Habitat for Humanity, een organisatie die huizen bouwt voor de armen. „We leven hier in een vrij land, waar ondernemende Singhalezen mogen investeren waar ze willen. Als ze dat in het noorden doen, is dat dan kolonisatie? Dat zeggen wij toch ook niet van de grote Tamilgemeenschap die hier in de hoofdstad Colombo is neergestreken?”
Senewiratne hekelt de „eenzijdige aandacht” van de internationale media voor „extremisten” aan beide zijden – Singhalezen en Tamils. „Als u in uw krant schrijft dat er geen gematigde Singhalezen zijn en dat Tamils daarvan het slachtoffer worden, voedt u willens en wetens het radicalisme aan Tamilkant.” Hij ontkent niet dat er Singhalezen zijn die militant chauvinistisch zijn, „maar dat is een minderheid, net als de aanhangers van militant Tamil-nationalisme dat zijn.”
Juist omdat het gros van de Tamils de oorlog „zat is”, en gematigde Tamils nu de overhand hebben, is er kans op een duurzame oplossing van het conflict, verwacht Senewiratne. Maar gemakkelijk zal dat niet gaan omdat het hoogst haalbare, autonomie voor Tamils in het noorden en oosten, per provincie gerealiseerd moet worden.
Dit is het vijfde en laatste deel in een serie over Tamils en hun toekomst.