OM: Algehele vrijspraak voor Wilders
AMSTERDAM – Het openbaar ministerie (OM) wil dat PVV-leider Wilders wordt vrijgesproken van aanzetten tot haat en discriminatie jegens moslims dan wel allochtonen in een reeks interviews en de film Fitna.
Met zijn omstreden uitlatingen blijft Wilders binnen de grenzen van de wet, vinden de aanklagers mr. B. van Roessel en mr. P. Velleman.
De PVV-leider vergeleek onder meer de Koran met Hitlers Mein Kampf. Hij sprak over de „fascistische islam, de zieke ideologie van Allah en Mohammed, zoals neergelegd in de islamitische Mein Kampf: de Koran.” Dinsdag vroegen het OM reeds vrijspraak voor groepsbelediging van moslims.
Met een pleidooi voor een verbod op Koran en de vergelijking met Mein Kampf zet Wilders niet aan tot haat en discriminatie, vindt het OM. „Voor veel moslims zal die vergelijking zeer kwetsend zijn, maar voor Wilders is de vergelijking functioneel in het kader van zijn pleidooi voor een verbod op de Koran.”
De PVV-leider richt zijn pijlen op de islamitische godsdienst en dat is geoorloofd, benadrukken de aanklagers. „Alle kritiek op godsdiensten blijft mogelijk, hoe schandelijk die ook zou zijn. Alleen aanzetten tot haat jegens gelovigen is strafbaar. In het dagelijks leven zal dat onderscheid niet altijd zo scherp zijn, maar dit onderscheid moet juridisch wel gemaakt worden.”
Het gerechtshof in Amsterdam gaf het OM begin 2009 bevel Wilders te vervolgen. Dit nadat het OM eerst afzag van vervolging van de PVV-leider.
Ook vrijdag uitten de aanklagers Van Roessel en Velleman meermalen kritiek op argumentatie van het Amsterdamse gerechtshof. Ten onrechte stelt het hof dat „gekwetste gevoelens” van gelovigen een reden kunnen zijn voor een veroordeling, stellen de officieren van justitie. Zij vinden juist dat „gekwetste gevoelens” geen rol moeten spelen.
De officieren van justitie benadrukten dat de felle uitlatingen van Wilders moeten worden gezien in hun context, van bijvoorbeeld een heel interview. De PVV-leider richt zijn kritiek op de islam.
Ook benadrukten de officier van justitie dat de PVV-leider kritisch is tegenover niet-moslims. Zo stelde hij in een interview dat mensen die moskeeën in de brand steken, „dezelfde behandeling als terroristen verdienen.”
De film Fitna valt binnen de grenzen van de wet. „Er wordt geen conflictueuze tweedeling geschetst die kan leiden tot ernstige conflicten, dus Wilders zet niet aan tot haat.”
De aanklagers zeiden oog te hebben voor de gevoelens van moslims die zich gekwetst voelen door bijvoorbeeld de vergelijking tussen de Koran en Mein Kampf.
Tegelijk stellen ze dat in Europa „uitgebreide discussies” over immigratie worden gevoerd. „Daarbij lopen de emoties hoog op.”