Binnenland

„Nanotechnologie bedreigt privacy”

DEN HAAG – Vroegtijdig meedenken over de gevolgen van de nanotechnologie voor de maatschappij kan veel privacy­problemen in de toekomst voorkomen.

Van onze verslaggever
24 September 2010 22:57Gewijzigd op 14 November 2020 11:54

Dat stelde Jeroen van der Hoven, hoogleraar ethiek en techniek aan de TU Delft, vrijdagmiddag op het congres ”Nano, vrede en veiligheid” in Den Haag.

Het gevaar van privacyschending wordt in een samenleving met nanotechnologie alleen maar groter. „Stel, ik loop door een detectiepoortje dat met mini­camera’s mijn uiterlijk registreert, en andere persoons­kenmerken vaststelt aan de hand van microchips in mijn mobiele telefoon en in mijn overhemd. Ik heb dat niet in de gaten en heb dus ook mijn toestemming daarvoor niet gegeven.”

Van der Hoven heeft het hiermee niet over de toekomst, want dit is al mogelijk. Wel vindt hij het belangrijk al mee te denken nu nanotechnologie nog in de kinderschoenen staat. „We moeten eerst de morele belangen afwegen en die als voorwaarde stellen aan de techniek. Dan hoeven we ook achteraf niet te klagen over onze privacy.”

Het probleem met nanotechnologie is dat ze zo klein is en zich daardoor aan het oog onttrekt, betoogt de hoogleraar. „Voor je het weet, word je overal in de gaten gehouden met minicamera’s. En dat wil je niet zonder dat je daar zelf toestemming voor hebt gegeven.”

Daarnaast kan dezelfde informatie op verschillende manieren worden ingezet. Zo is bijvoorbeeld het Nederlandse bevolkingsregister in de oorlogsjaren misbruikt om Joden op te sporen. „De burger is bang dat zijn persoonlijke informatie onbedoeld verkeerd terechtkomt”, aldus Van der Hoven.

Onder persoonsgegevens verstaat de hoogleraar allereerst de informatie uit de gemeentelijke basisadministratie. „We schuiven echter op naar een systeem waarin ook gegevens uit data­bases steeds belangrijker worden. En dan komt iemands privacy gemakkelijk in het geding.”

Met privacy bedoelt hij de wettelijke bescherming van persoonsgegevens. „Daar moeten hekjes omheen; de toegang daartoe moet ingeperkt worden. De vraag is alleen: welke hekjes en hoe hoog?”

Het doel van privacywetgeving moet het voorkomen van privacy­schade zijn. Daar hangt echter een prijskaartje aan: „Hoeveel veiligheid wil ik opofferen voor meer privacy?”

In ieder geval moet volgens Van der Hoven vaststaan dat er af­gesloten sferen zijn in de samenleving. „De gegevens die ik achter­laat bij mijn huisarts, mogen niet lekken naar mijn zorgverzekeraar. Dat zijn twee verschillende sferen. Lekt er informatie van de ene sfeer naar de andere, dan is dat fout”, aldus de hoogleraar. Volgens de Wet persoonsgegevens mag informatie uit verschillende bronnen niet ongevraagd aan elkaar worden gekoppeld, zodat daarmee nieuwe informatie ontstaat over de desbetreffende persoon.

„Bovendien bestaan in de samen­leving gigantische data­bases met gegevens over mij. De samenleving kan zich daarmee aanmatigen te weten wie ik ben. Daar protesteer ik tegen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer