„De kerk moet meer gemeenschap zijn”
HENDRIK-IDO-AMBACHT – De kerken moeten er wat de toekomst betreft meer ernst mee maken dat ze een gemeenschap zijn, stelt ds. M. J. Middelkoop, die woensdag 25 jaar in het ambt stond.
De predikant wijst op de geloofsbelijdenis. „Het gaat om de gemeenschap die Jezus Christus bijeenroept. Die heeft zelfs de Twaalf Artikelen gehaald, waarin immers sprake is van de gemeenschap der heiligen.”
Mensen zijn individualistisch geworden en sterk op zichzelf gericht door de omstandigheden waarin ze leven. „De kerk kan hun daartegenover laten zien dat ze welkom zijn, erbij horen en meetellen. Ieder mens is immers schepsel van God. We moeten omzien naar elkaar. Dat is niet de minste kant van het Evangelie”, aldus de hervormde predikant van Hendrik-Ido- Ambacht.
Heel belangrijk vindt hij dat de gemeente door Bijbels onderricht gevormd wordt en als gemeenschap wordt opgebouwd. „In gemeenten die ik gediend heb, hebben veel mensen een eenvoudig geloof. Ze zijn ontroerd als ze ”Vaste Rots van mijn behoud” zingen, maar ze kunnen dat niet uitleggen aan anderen. Dat hebben ze ook niet geleerd. Het was in het verleden niet gewoon om daarover te praten. Men had grote schroom als het daarover ging. Dat is jammer, voor henzelf en voor de mensen om hen heen. Geloof is meer dan emotie.”
Ds. Middelkoop meent er de eerste tekenen van te zien dat de ”emotiecultuur” over haar hoogtepunt heen is. De wal keert volgens hem het schip. Dat ziet de predikant in de politiek. „Het loopt spaak als iedereen alleen maar voor zichzelf opkomt. We zijn gedwongen om te zoeken naar wat samenbindt.” Hij ziet de crisis ook in het onderwijs. „Er gaat veel te veel tijd heen met orde houden, het resultaat van een vrije opvoeding. Velen, en niet alleen de ouders, willen dat er weer geleerd wordt.”
Ook op kerkelijk erf ziet hij dingen veranderen. „De bezoekersaantallen van nogal wat evangelische diensten waarin het alleen maar om emoties gaat, lopen terug, terwijl evangelische kerken die de verkondiging belangrijk vinden juist groeien.”
In de woonkamer van ds. Middelkoop valt het kruis boven de deur op. „Het kruis als symbool van de boodschap der verzoening om Christus’ wil, is het hart van het predikantschap en ook het hart van het gezinsleven. Dat mogen alle mensen weten. Het kruis wordt pas een afgodsbeeld als het niet verwijst naar de boodschap erachter. Voor de tijd van de Reformatie was het kruis een verzelfstandiging geworden van wat alleen teken mocht heten. Ik wil laten zien waarvoor ik sta. Trouwens, de dorpskerk en de toren hier voor het huis hebben al eeuwenlang een kruis. Ze hebben zelfs de Reformatie overleefd.”
Marinus Jacobus Middelkoop werd geboren op 2 juni 1957 te Papendrecht. Hij studeerde theologie in Leiden en werd in 1985 predikant te Babyloniënbroek. In deze periode werd hij ook mentor van de Beth-Elgemeente in ’s-Hertogenbosch. In 1990 ging hij als zendingspredikant voor de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) naar Zimbabwe, waar hij theologie doceerde. In 1994 werd ds. Middelkoop predikant te Mastenbroek. Daarna stond hij te Westerhaar (1998) en Klundert (2003). Sinds 2007 is hij predikant in Hendrik-Ido-Ambacht. Ds. Middelkoop is getrouwd en heeft drie kinderen.
De predikant is niet somber over de toekomst. „Ik kom in toenemende mate zoekende jongeren tegen die het jammer vinden dat hun ouders hun niet voorgegaan zijn in de dienst aan God. Jongeren zijn radicaler, zowel wat betreft het afscheid nemen van de kerk als wat betreft hun betrokkenheid.”
Afgelopen voorjaar is ds. Middelkoop met een groep jongeren uit zijn gemeente naar Londen geweest, waar ze diverse diensten bezocht hebben met opvallend veel jonge mensen. „Het lijkt wel op dat er juist in die stad een opwekking aan de gang is.”
Al eerder werd hij getroffen door een dienst in de vroegere kerk van Charles Haddon Spurgeon, de Metropolitan Tabernacle. Het is een conservatieve baptistengemeente met een missionaire houding. „Een missionaire kerk hoeft helemaal geen moderne liturgie te hebben. Het gaat er veeleer om dat mensen bewogen zijn met medemensen en laten zien dat het Evangelie zich uitstrekt tot alle gebieden van het leven, en dat de gemeente ook werkelijk een gemeenschap is. Kijk maar naar de opwekking rond John Wesley. Wesley was begaan met de hele mens.” De predikant wijst ook op August Hermann Francke, die in de zeventiende eeuw een groot aantal liefdadigheidshuizen stichtte, en op het Reveil in de negentiende eeuw.
Ds. Middelkoop ziet opwekkingen meestal in de stad beginnen. De stad is voor hem een aangelegen punt. „In Nederland is er meer godsdienstigheid op het platteland en in de kleinere plaatsen. Dat is in Afrika over het algemeen juist andersom. In Zimbabwe bloeiden de gemeenten in de stad, vooral zij die buitenstaanders goed opvingen. Paulus bezocht tijdens zijn zendingsreizen vooral de steden. Daar begon het telkens. Het is zorgelijk dat er in Rotterdam de laatste tijd veel gemeenten van de gereformeerde gezindte verdwijnen. Ook zij hebben een roeping voor de stad. Onder de leiding van de Heilige Geest moeten er wegen te vinden zijn om het hart van de stedeling te bereiken.”