Commentaar: Zwarte dag voor Suriname
De nieuwe president van Suriname, Desi Bouterse, zal ongetwijfeld teleurgesteld zijn dat er vandaag maar weinig officiële gasten aanwezig zijn bij zijn inauguratie. Bouterse doet er alles aan om erkenning en respect te krijgen. Daarom zal hij vandaag vast en zeker met lede ogen kijken naar het schamele hoopje vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen dat aanwezig is.
Het enige staatshoofd dat nog zou komen, president Chavez van Venezuela, heeft op een laat moment afgezegd. Het buurland Guyana wordt vertegenwoordigd door zijn premier. De officials van andere landen zijn uit lagere standen gerekruteerd. Het signaal is duidelijk: de wereld heeft niet veel op met het nieuwe staatshoofd van Suriname.
Dat veel landen verstek laten gaan, vindt Bouterse jammer. Eén land hoeft van hem niet te komen. Dat is Nederland, de oude kolonisator van Suriname en de grootste criticaster van de nieuwe president. Desondanks wil de Nederlandse ambassadeur wel gaan. Hij is uitgenodigd door vertrekkend president Venetiaan en vindt dat hij die invitatie daarom niet kan afslaan.
Formeel heeft de Nederlandse vertegenwoordiger in Paramaribo gelijk. Maar toch zou hij er beter aan hebben gedaan weg te blijven. Met een brief aan Venetiaan zou dat ook uit te leggen zijn. En ongetwijfeld zou deze de argumenten begrijpen.
Immers, wat moet de ambassadeur doen? Na afloop van de beëdiging de felicitaties overbrengen van Den Haag. Maar is daar reden toe? Ja, Bouterse is te feliciteren. Hij beleeft een glorieuze dag. Maar tegelijk zou het Surinaamse volk deelneming betuigd moeten worden met de inktzwarte dag die het beleeft.
Het zal je als land maar gebeuren dat iemand die een strafblad heeft, zijn intrek neemt in het presidentieel paleis. Bouterse is veroordeeld tot elf jaar cel wegens drugshandel. In zijn eigen land loopt wegens de beruchte Decembermoorden in 1982 nog een proces waarin hij hoofdverdachte is. Bij talloze grensovergangen zit een internationaal opsporingsbevel tegen hem in de computer. Met andere woorden: buitenlandse reisjes om zijn land op de kaart te zetten, kan Bouterse wel vergeten. Wee het land dat zo’n crimineel als staatshoofd heeft. Het raakt geïsoleerd, en dat heeft zeker in deze economisch moeilijke tijden desastreuze gevolgen.
Medestanders zullen ongetwijfeld aanvoeren dat Bouterse in 1999 een omkeer heeft meegemaakt. Toen werd hij naar zijn eigen zeggen „verliefd op het Volle Evangelie.”
Het past mensen niet om een oordeel te vellen over het persoonlijk geestelijk leven van mensen. Maar een dergelijke verandering heeft wel consequenties. Wie wil leven naar het Evangelie heeft een drang om schoon schip te maken. Dat betekent: schuld erkennen voor misstappen, daarover spijt betuigen en berouw betonen.
Onlangs heeft Bouterse gezegd dat hij wel spijt wil tonen, maar dat hij nu te druk is om daar werk van te maken. Dat kan zijn. Maar sinds 1999 heeft hij voldoende tijd gehad om schuld te belijden. Bouterse zoekt vooral zijn eigen glorie en niet het belang van anderen.
Triest dat deze boef gaat regeren.