Vertrouwen op de belovende God in de Oekraïne
Het vertrouwen op God van een groep kerkenwerkers in de Oekraïne was een voorbeeld voor Dick van den Noort.

„Geloven doe je in de kerk, hier moet je het zeker weten”, zei eens een marktkoopman tegen zijn klant. Alsof het geloof dat beleden wordt in de kerk iets onzekers zou zijn. Soms krijg je die indruk weleens. De Heidelbeger Catechismus spreekt echter van twee onwankelbare elementen van het geloof: kennis en vertrouwen.
En dan gaat het om onze eeuwige staat. Maar ook in allerlei zaken die met de Heere en Zijn dienst te maken hebben komen ze terug. Neem nu het geloof hebben voor iets waarvan wij innerlijk overtuigd worden dat het moet gebeuren. Wat is het dan moeilijk het vertrouwen in praktijk te brengen. Vooral als alles tegenzit en het, naar onze waarneming, dreigt mis te lopen.
Wellicht heeft dit ook te maken met het feit dat wij omringd zijn met allerlei zekerheden en in een land wonen waar welvaart heerst. Wij zijn zo gewend alles onder controle te hebben, dat we nauwelijks afhankelijk zijn van een ander. Laat staan dat we weten wat het is te vertrouwen op de door en door betrouwbare God, Die, als Hij Zijn belofte geeft, deze hoe dan ook zal vervullen.
Hieraan moest ik denken toen we die onvergetelijke ontmoeting hadden in 2004 op het strand van Priomorkse, een dorpje in het zuiden van de Oekraïne. We zijn daar in opdracht van het bestuur van Kom Over En Help om met verschillende kerkenwerkers te spreken. Uit de wijde omtrek zijn ze gekomen: predikanten, zondagschoolleiders, evangelisten en jeugdwerkleiders. Het is de bedoeling dat ze ons iets vertellen over hun werk.
De leider van het comité heeft de belofte van de Heere gekregen dat er in elk dorp in deze regio een protestantse kerk zal komen. Hij is er vast van overtuigd dat het gaat gebeuren en werkt er keihard aan om dat te verwezenlijken. Op het moment dat wij de ontmoeting hebben zijn er al in vijf plaatsen kerken gesticht. Elke kerkelijke werker heeft zo zijn besognes. We zijn onder de indruk van hun ijver en toewijding.
We zijn er uiteraard niet alleen om hun plannen en problemen aan te horen. Dat weten zij ook. Er valt een stilte. We kijken elkaar aan. Nu komt het moeilijkste voor hen: vragen om onze hulp. „Het is zaliger te geven dan te ontvangen”, flitst het door me heen.
De vragen komen, zij het met schroom. Het valt ook niet mee om altijd de handen op te moeten houden. De Heere heeft het toch beloofd, dan komt het toch goed? Ja, maar Hij geeft ook de opdracht om te doen wat onze hand vindt om te doen. En dat doet niets af van Zijn belofte. Wij zijn weliswaar een hulpverleningsstichting, maar dat betekent niet dat onze financiën onuitputtelijk zijn. En er zijn nog diverse andere broeders die dezelfde soort vragen hebben.
Nu wordt het even stil aan onze kant. Een stilte geeft je de mogelijkheid om na te denken, maar ook om te bidden om wijsheid. Daarna volgt een kort overleg met mijn collega. We komen tot de conclusie dat het onmogelijk is om op al hun vragen in te gaan.
Het is niet leuk, maar het moet maar. Met een bezwaard hart zeg ik dat we hen in lang niet alle problemen en plannen kunnen helpen. Ik verwacht teleurgestelde gezichten te zien. „Nu zullen ze wel beleefd afscheid nemen en daarna afdruipen”, denk ik.
Het tegendeel blijkt waar. Het volgende moment verrast me volledig. Broeder Boichenko begint. Hij zet zijn pet af en doet een indringend gebed. We verstaan het niet, maar proeven wel de intentie. Na zijn ”amen” volgen nog drie broeders. Ze leggen kennelijk hun noden neer voor de Heere, Die het toch beloofd heeft.
Na het laatste ”amen” geven ze elkaar een hand. Intussen zijn er ook strandgasten komen kijken naar dit toch wel merkwaardige gezelschap. Het volgende moment moet ook hen verrast hebben. De broeders heffen een lied aan. Hun goed geoefende stemmen galmen over het strand van Primorske. Dat lied ken ik. Indrukwekkend klinkt het in hun taal:
„Er komen stromen van zegen, dat heeft Gods Woord ons beloofd. Stromen, verkwikkend als regen, vloeien tot elk die gelooft. Stromen van zegen, komen als plasregens neer. Nu vallen drupp’len reeds neder. Zend ons die stromen, o Heer.”
En ook het volgende vers dat spreekt van het nieuwe leven dat er op de valleien en bergen zal zijn. Als ze elkaars handen loslaten staan bij hen en bij ons de tranen in de ogen. Over vertrouwen gesproken. Nu in 2010 weet ik dat er alweer een aantal gemeenten ontstaan zijn in dit gebied. De Heere gaat door met Zijn werk en met het vervullen van Zijn beloften.
De auteur is oud-voorzitter van stichting Kom Over en Help. Dit is het vierde artikel in een serie over ervaringen met christenen in het buitenland.