Wat wel opvalt, is de nerveuze activiteit van politiepatrouilles, die wegafzettingen instellen in een steeds groter wordende cirkel rond de getroffen bedrijven. Onwillige journalisten worden weggestuurd. In het gemeentehuis vergaderen burgemeesters en andere betrokken instanties koortsachtig.

Nederweert is een gemeente die het vooral van de veeteelt moet hebben. Er liggen 127 biobedrijven, met zo’n 3 miljoen kippen en kalkoenen, aldus gemeentevoorlichtster C. Knapen.

Rond halfdrie verschijnt voor een van de getroffen bedrijven een witte jeep met aanhanger, waarop een grote witte tank is geplaatst. De verzamelde pers, gewapend met camera’s en telelenzen, probeert het vast te leggen. De ruiming is begonnen.

De boeren rond de stallen van boer Caumans -zijn bedrijf betreft het- houden hun hart vast. Ze zijn vooral bang, zegt een van hen. Ze staan machteloos en weten niet wat er op hen afkomt. De meeste boeren blijven binnen in hun eigen bedrijf en wagen zich niet op straat. Ze willen al helemaal geen persmuskieten te woord staan.

Een oudere boer in ruste, die zo’n halve kilometer verderop woont, vat het kort en bondig samen: „Het is niet meer leuk om boer te zijn.” Nee, niet met zijn naam in de krant, hij vertelt zo wel wat hij op zijn lever heeft, zegt de 70-jarige in boerenblauwe overall en een bruin ribfluwelen hoedje scheef over één oor getrokken.

„Vijftig jaar geleden had ik hier een boerenbedrijf met acht koeien en 150 kippen. Niet meer, want 160 mocht toen niet, dat vonden ze toen te veel. Maar we konden er ruim van leven en hadden het opperbest naar onze zin. Het was een reuzeleuke tijd en het was plezierig om boer te zijn. Dat kun je nu niet meer zeggen.”

De boer vertelt dat hij zaterdag al door de politie is gewaarschuwd voor de vogelpest. „Ze kwamen ons waarschuwen dat er een bedrijf vlakbij verdacht werd van vogelpest. Ik heb nog wat scharrelkippen binnen, vandaar.” De verdachte boerderij bleek niet besmet, wel de kalkoenfokkerij wat verderop. „De ziektes worden tegenwoordig via het meel verspreid”, weet de oude boer. „Eerst gingen de varkens eraan, toen de koeien, en iedereen zei hier: Binnenkort zijn de kippen aan de beurt. En zo is geschied!”

De man is verbitterd over de mogelijke besmetting in zijn omgeving. „Boeren was vroeger leuk, nu is het boerenleven er een van zorgen en spanningen”, besluit hij, terwijl een Duitse cameraploeg neerstrijkt in de buurt van de getroffen boerderij. Want ook de Duitsers maken zich intussen zorgen: de vogelpest komt wel erg dicht bij onze oosterburen.

Burgemeester C. Suttorp van Nederweert, waar Ospel onder valt, had gehoopt dat het virus aan zijn gemeente voorbij zou gaan. Nu het er alle schijn van heeft dat Ospel toch is getroffen, is hij „heel erg geschokt.”

De getroffen boer is er redelijk rustig onder, aldus de burgemeester. „Het hakt er emotioneel in”, weet de burgervader. Daarom ook heeft de gemeente samen met de regionale boerenbond LLTB een zogeheten sociaal-maatschappelijk team ingesteld, om mensen bij te staan.

Suttorp overlegde vrijdagavond met collega-burgemeesters uit de buurt over de te nemen maatregelen.