Economie

Het is stil in de Betuwse stallen

Pluimveehouders in de Betuwe reageren kalm maar verslagen op de ruiming van hun bedrijven, nadat eerder deze week besmetting werd geconstateerd op een bedrijf in Opheusden. „De kippen zijn een stuk van je leven. Van het ene op het andere moment zijn ze dood. Dat raakt je diep”, zegt bedrijfsleider Johan van der Kolk van een getroffen pluimveehouderij.

Ben Tramper
28 March 2003 19:48Gewijzigd op 14 November 2020 00:14
OPHEUSDEN - Vogelpest in de Betuwe. Hoewel de ruimingen plaatsvinden volgens een strak schema, kunnen betrokkenen even tijd nemen om in de zon uit te rusten. „Per rit vervoeren we 15.000 dode kippen naar een destructiebedrijf”, zegt chauffeur Folkert Kooi
OPHEUSDEN - Vogelpest in de Betuwe. Hoewel de ruimingen plaatsvinden volgens een strak schema, kunnen betrokkenen even tijd nemen om in de zon uit te rusten. „Per rit vervoeren we 15.000 dode kippen naar een destructiebedrijf”, zegt chauffeur Folkert Kooi

De zeventienjarige Hanneke Vroegindeweij uit Opheusden zal de aanblik in de stal van haar vader niet snel vergeten. Korte tijd nadat de medewerkers van de AID hun vergassingswerkzaamheden op het bedrijf aan de Tolsestraat hadden gedaan, nam ze een kijkje bij de batterijen vol kippen. De lucht in de schuren was toen al met ventilatoren ververst.

„Door de tralies heen zag ik de dode kopjes hangen”, zegt Hanneke. „In de kooitjes lagen de kippen over elkaar heen. Levenloos. Het was heel stil, terwijl het anders een en al gekakel is. Ik vond het niet eng, maar het deed me wel veel.”

Haar broer Marinus (18) knikt instemmend. „Het is onwezenlijk wat er gebeurt. Je hoopte steeds dat het virus niet in de Betuwe kwam. Dat het er nu toch is, komt hard aan”, zegt hij, terwijl achter op het erf een shovel met honderden dode kippen naar een vrachtwagen rijdt. De vergaste dieren tuimelen vrijwel geruisloos in de laadbak.

Het bericht over de preventieve ruiming bereikte pluimveehouder J. Vroegindeweij woensdagavond, nadat bekend was geworden dat een bedrijf van een naburige collega onder ernstige verdenking van besmetting stond. „Het was geen prettige boodschap”, aldus Vroegindeweij. „Maar je ontkomt er niet aan. Je weet dat het noodzakelijk is.”

Onmiddellijk nadat de uitbraak van vogelpest in Opheusden bekend werd, gelastte minister Veerman van Landbouw de ruiming van alle kippen in het gebied tussen Maas en Waal. Op die manier wil hij de zuidelijke buffer rond het hart van het vogelpestgebied verder vergroten. De maatregel is een uiterste poging om verspreiding naar het pluimveerijke Noord-Brabant te voorkomen.

De massale ruimingsactie in de Betuwe verloopt volgens een strak tijdschema. Vrachtwagens rijden af en aan. „Per rit vervoeren we 15.000 dode kippen naar een destructiebedrijf”, zegt de 42-jarige chauffeur Folkert Kooistra. Al vier weken is hij bij het ruimen van boerderijen betrokken. „Het werk is geen pretje. Ik merk dat de spanning onder de boeren groot is. Sommigen gaan er diep doorheen.”

Vroegindeweij erkent dat de ruimingen emoties losmaken. „We proberen er nuchter mee om te gaan en de zaak niet te dramatiseren”, zegt hij. „Maar we moeten er ook niet te makkelijk over doen. Soms zeggen mensen: Het zijn maar kippen. Zo beleven wij het niet. Je gaat met de dieren niet om alsof het machines zijn. Je zorgt ervoor, zoals je ook zorg besteedt aan je kinderen.’’

Vanuit de dorpsgemeenschap van Opheusden krijgen de getroffen pluimveehouders veel meeleven. Donderdag nog werd Vroegindeweij gebeld door zijn predikant, ds. J. Roos van de gereformeerde gemeente in Nederland. „Ook in de prediking heeft de dominee bij de vogelpest stilgestaan. Volgens hem is de ziekte een roepstem van de Heere. Wij ervaren dat ook zo.”

Ouderling D. van Eldik van de hervormde gemeente kan dat alleen maar onderschrijven. Vanuit zijn woning heeft hij zicht op de ruimingen bij zijn buurman Vroegindeweij. „Er zijn geen woorden voor te vinden”, aldus Van Eldik. „Wij mogen ons wel afvragen waarom ons dit als gemeente, als regio en als land en volk overkomt. Het is om onze zonden. De Heere zegt: „Veertig jaar heb Ik verdriet van dit volk gehad.” Door Zijn trouw slaat de ziekte nog niet toe onder de mensen. Nodig is dat we leren om als een worm naar de Heere toe te kruipen en dat we terechtkomen aan de troon der genade.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer