„Wat kan een bakker nog zonder eieren?”
De eierpakstations hadden het de laatste jaren al moeilijk vanwege de verscherpte concurrentie. Nu komt daar de vogelpestcrisis nog overheen. „We spelen op het moment ongeveer quitte”, denkt adjunct-directeur Steef Guliker (32) van TGR Eierenhandel in Zoeterwoude-Rijndijk. „Maar als het pluimveebedrijf hier dichtbij ook vogelpest krijgt, liggen we helemaal stil.”
De 35 werknemers van TGR Eierenhandel verwerken normaal gesproken zo’n 5 miljoen eieren per week. Ze komen voor 35 procent -ongeveer 1,7 miljoen stuks- van leghenbedrijven uit de Gelderse Vallei. Door de ’kippengriep’ ligt de aanvoer vanuit dat gebied nu stil. Voor een deel vangt het pakstation dit op door elders eieren in te kopen.
Uit Noord-Nederland, Brabant en Limburg komt de meeste aanvoer. „Als in de zuidelijke provincies de vogelpest uitbreekt, dan is het zo goed als over en uit.”
De eieren komen op de bekende vierkante kartonnen plateaus of in eiercontainers bij het pakstation binnen en worden vervolgens machinaal eruit gelicht en op een transportband geplaatst. Dan wordt een eitje door een machine aan alle kanten getikt om te controleren of de schaal goed is en of er geen luchtbel in zit. Vervolgens loopt de transportband langs helblauw licht -vergelijkbaar met het felle schijnsel van blauwe autokoplampen- om te zien of er bloed in het ei zit.
Daarna worden de eieren op grootte en kwaliteit gesorteerd. Een machine print er dan een houdbaarheidsdatum op en doet ze in doosjes. De werknemers stapelen deze in grote dozen of op pallets. De afnemers zijn grootwinkelbedrijven -zoals Albert Heijn, Edah, Dirk van den Broek-, de horeca en de voedingsindustrie.
In Nederland zijn 165 eierpakstations, waarvan TGR Eierenhandel op de binnenlandse markt tot de topdrie behoort. Een deel van de bedrijven richt zich op de export. Vooral deze pakstations hebben het de laatste jaren moeilijk gekregen, omdat veel buitenlandse afnemers elders goedkoper eieren kunnen kopen, stelt Guliker. Daardoor bieden sommige exporteurs hun eieren op de binnenlandse markt aan waardoor de verkoopprijzen onder druk staan. Ook de concurrentie is harder geworden. „Vroeger hadden we te maken met honderden kleine inkopers, nu met vier tot vijf grote afnemers die sterk letten op de prijs. Bovendien is er overcapaciteit in de sector.”
„Wij kunnen ons redelijk handhaven, omdat we vaste klanten hebben en aan hoge kwaliteitseisen voldoen”, verklaart Guliker, die mede-eigenaar van TGR Eierenhandel is. „Versheid is voor ons heel belangrijk. Onze eieren liggen binnen 4 à 5 dagen in de winkel. Daarbij leveren we ook merkeieren zoals het Columbus- en het Volarenei. Wil Albert Heijn graag een doosje met het eigen huismerk erop, dan zorgen we daarvoor.”
Door de vogelpest in Gelderland viel de aanvoer van het bedrijf uit Zoeterwoude-Rijndijk terug tot 3,3 miljoen eieren. Voor een deel koopt TGR Eierenhandel nu -tegen een hogere prijs- elders extra in. „We verwerken niet zoveel eieren als normaal, want je legt er geld op toe”, zegt Guliker. „Maar ik heb nog geen mensen naar huis hoeven sturen.” Dat is bij de pakstations binnen het toezichtsgebied wel anders, zegt hij. „Het zal voor sommige bedrijven de vraag zijn of ze blijven bestaan.”
Behalve op de aanvoer heeft de vogelpestcrisis ook effect op de inkoopprijzen. „In de eerste week gingen ze met 80 cent per 100 eieren omhoog, de week daarna nog eens. Het was gewoon paniek. Sindsdien is de markt weer wat gekalmeerd.”
Zijn verwachting is dat uiteindelijk de hele Gelderse Vallei wordt geruimd en dat 30 procent van de pluimveehouders ermee stopt. „Het duurt misschien wel een jaar voordat de overblijvers de hokken weer hebben gevuld, want waar moeten de broedeieren vandaan komen? We hebben het niet zo in de gaten, maar de gevolgen van de vogelpest voor de keten zijn erg groot. Wat kan bijvoorbeeld een bakker nog zonder eieren maken?”
Dit is het vijfde artikel in een serie over de pluimveeketen. Morgen verschijnt de laatste aflevering over een veevoerbedrijf.