De familie van Anne Frank
Op de zolder van een huis in Bazel waar in de jaren voor de oorlog de oma van Anne Frank woonde, zijn duizenden brieven, documenten en foto’s ontdekt. Uit deze sensationele vondst stelde Mirjam Pressler de bewogen geschiedenis van de familie Frank samen.
Anne maakte met haar vader Otto, moeder Edith en zuster Margot deel uit van een grote Joodse familie waarvan de leden intensief contact hielden met elkaar. Dat blijkt wel uit de niet minder dan 6000 brieven die Gerti Elias, de vrouw van Anne Franks neef Buddy, in Bazel heeft gevonden en op basis waarvan Mirjam Pressler de indringende familieroman ”Groeten en liefs aan allen” heeft geschreven.
Het boek begint met Alice Frank, de grootmoeder van Anne die als ze zeventig jaar wordt terugkijkt op haar leven en daarvan in een lange brief vertelt. Herinneringen haalt ze op aan de voorouders die eeuwenlang in Frankfurt hebben geleefd. Betovergrootvader Juda Kahn groeit nog op in de Judengasse, waar de Joodse burgers tot begin 19e eeuw moeten wonen. Hun positie verbetert begin negentiende eeuw door toedoen van Napoleon.
Pressler schildert een familie waarvoor het Joodse geloof niet meer telt. Ze vieren kerstfeest, maar zijn ook niet christelijk. Het zijn in de eerste plaats geassimileerde Joden die hechten aan een gezellig gezinsleven.
De familie Frank verspreidt zich over diverse landen nadat Hitler in 1933 aan de macht komt en de SA-horden zingend door de straten van Frankfurt gaan: „Als de stormtroeper ten strijde trekt is hij vrolijk, en druipt het Joodse bloed van zijn mes, dan gaat het hem nog ééns zo goed.”
De vader van Anne, Otto, kiest voor Amsterdam, omdat hij daar vrienden heeft en omdat zijn zwager hem helpt een fabriek op te bouwen. Een ander deel van de familie gaat naar Londen en weer een ander deel naar Bazel. De geschiedenis van de familie Frank in Frankfurt is ten einde.
Alice heeft het moeilijk in het provinciale Bazel. Met het uitbreken van de oorlog beginnen de zorgen pas echt. Om Otto, zijn vrouw en de twee dochters, van wie ze al jaren liefdevolle brieven krijgt, maakt Alice zich steeds meer zorgen, vooral als de familie in Zwitserland alarmerende berichten krijgt over het lot van de Joden.
„Bijzonder erg is het op de verjaardagen. Als Leni later bij haar komt houdt Alice haar een foto voor en zegt ze, op 12 juni 1943: „Anne wordt vandaag veertien. Hoe zou ze er nu uitzien?” Of ze heeft op 16 februari 1943 een foto van Margot in de handen zegt: „Margot wordt vandaag zeventien. Toen ik zo oud was ging ik naar het concerten en het theater, en had ik veel vereerders.”
„Het kan niet lang meer duren”, zegt Leni dan. „Volgend jaar zijn we vast allemaal weer samen.”
„Dat heb je vorig jaar al gezegd, en twee jaar geleden ook”, zegt Alice en begint te huilen.
Alice vertrouwt op de bedachtzaamheid van haar zoon Otto. „Als het iemand zou lukken zichzelf en zijn gezin in veiligheid te brengen, dan was het Otto.” Otto heeft inderdaad een onderduikadres voor hemzelf en zijn gezin geregeld, maar ze worden verraden. Uiteindelijk overleeft alleen Otto de concentratiekampen.
Op 18 juli ontdekt Otto Frank dat zijn beide dochters zijn gestorven. Op lijsten van het Rode kruis staat achter de namen van Margot Betti Frank en Anneliese Marie Frank een kruis. Lien Brilleslijper en haar zuster Jani vertellen vader Otto over hun ontmoeting met Margot en Anne in Bergen-Belsen. „We vonden ze in de ziekenbarak. Anne zei: „Hier kunnen we allebei op een brits liggen, we zijn samen en we hebben rust.” Margot kon alleen nog maar fluisteren. Ze had hoge koorts. Een paar dagen later vonden we de brits leeg. We wisten wat dat betekende. We vonden ze achter de barak, wikkelden hun magere lichamen in een deken en droegen ze naar een massagraf. Dat was alles wat we nog voor hen konden doen.” Het was begin maart 1945.
Als Alice en de anderen het bericht van hun dood ontvangen, is iedereen totaal van streek. Alice stort in. Leni probeert haar moed in te spreken. „Het leven gaat verder”, zegt ze. „Je hebt ons immers altijd voorgehouden dat we onze blik op de toekomst moesten richten?”
„Welke toekomst?” vraagt Alice.
De Amerikaanse docent literatuurwetenschap Francine Prose (1947) zag het als haar taak om de in 1945 in het kamp Bergen-Belsen op de leeftijd van vijftien jaar door de Nazi’s vermoorde Anne als begaafde schrijfster te eren.
Prose wilde een boek schrijven dat aan Annes talent recht zou doen: „Zo’n boek zou onderzoeken waardoor Annes dagboek een blijvende plaats in de cultuur en het bewustzijn van de wereld heeft verworven. Ik zou pleiten voor Anne Franks talent als schrijfster. Ongeacht haar leeftijd en haar geslacht is ze erin geslaagd iets te scheppen wat „de ontboezemingen van een dertienjarig schoolmeisje”, zoals ze het zelf noemde, heeft overstegen en wat zijn plaats heeft verdiend tussen (…) de belangrijkste verslagen over het tijdperk waarin ze leefde.”
”Anne Frank. Haar boek, haar leven, haar voortbestaan” gaat uiteindelijk veel verder dan een analyse van de literaire kwaliteiten van Anne Franks ”Het Achterhuis”. Prose gaat diep in op de publicatiegeschiedenis, de bewerking voor toneel en de verfilming van Annes dagboek.
Dat Anne tijdens de maanden voor de deportatie naar Westerbork op 8 augustus 1944 haar dagboek had herschreven om er een definitieve versie van te maken die na de oorlog als document van het doorstane onderduikersleed dienst zou doen, was mij onbekend. Prose geeft een helder beeld van Annes bedoelingen hiermee en laat ook zien hoe zorgvuldig Otto Frank (de enige overlevende van het gezin) met het door Miep Gies (op 11 januari 2010 overleden) in veiligheid gebrachte manuscript is omgegaan.
Wat Annes herziening van haar eigen aantekeningen betreft, is het duidelijk dat zij de dagboeknotities uit 1942 en 1943 een algemener karakter geeft en minder optimistisch maakt. Francine Prose merkt op dat Anne haar dagboekbrieven aan ”Kitty” richt. Kitty is de verpersoonlijking van het dagboek. Terecht vermeldt Prose dat Kitty ontleend is aan het eerste boek van Cissy van Marxveldt over Joop ter Heul.
Bij Van Marxveldt is Kitty lid van de meidenclub van Joop ter Heul op de hbs. Het is jammer dat Prose de romans van Cissy van Marxveldt als inspiratiebron niet verder onderzoekt. Ze had daarnaast zeker moeten vermelden dat Van Marxveldt zelf slachtoffer van de nazi’s was doordat haar man actief was in het verzet. Hij werd in 1944 gearresteerd en bij Overveen geëxecuteerd.
Dat Francine Prose emotioneel sterk betrokken is bij het leven en het werk van Anne Frank is af te lezen aan iedere bladzijde van haar boek. Het gevolg hiervan is dat het pure onderzoek naar de vertellerskwaliteiten van Anne steeds wordt onderbroken door opmerkingen van persoonlijke aard. Andere onderzoekers zoals Bruno Bettelheim krijgen daarbij een onbegrijpelijk felle veeg uit de pan.
Niettemin heeft het boek mijn ogen geopend voor de kwaliteiten van Anne Frank als schrijfster. En uiteraard valt dit niet te constateren zonder de diepe treurigheid te voelen dat hier een talent in de kiem werd gesmoord.
Een groot deel van Proses boek gaat over de betekenis die Anne Franks dagboek in de geschiedenis na 1945 heeft gekregen. In dit deel besteedt ze wel erg veel aandacht aan het geharrewar over de rechten bij de toneelbewerking en bij de verfilming in de Verenigde Staten. De Amerikanen hebben Anne Frank tot commercieel object gemaakt en haar beeld sentimenteel versimpeld.
Schrijftalent in de kiem gesmoord
Groeten en liefs aan allen. Het verhaal van de familie van Anne Frank, Mirjam Pressler;uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 351 3527 7; 431 blz.; € 29,95.
Anne Frank. Haar boek, haar leven, haar voortbestaan, Francine Prose; vert. Inge Kok;uitg. Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2010; ISBN 978 90 450 1094 6; 304 blz.; € 24,90.