Binnenland

Rijssen verlost zonder strijd

„Zijn jullie bevrijd?” De eerste boer wist het niet, de volgende ook niet. Ronkende legerwagens maakten een eind aan alle twijfel: op het legergroen prijkte een esdoornblad, het symbool van Canada.

L. Vogelaar
9 April 2010 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 10:17
Een Canadese tank van het Fort Garry Horse Regiment in Rijssen. De stad haalde de bevrijders in nadat de bezetter in alle stilte de benen had genomen. De gevreesde strijd bleef uit. Foto Beeldbank WO2
Een Canadese tank van het Fort Garry Horse Regiment in Rijssen. De stad haalde de bevrijders in nadat de bezetter in alle stilte de benen had genomen. De gevreesde strijd bleef uit. Foto Beeldbank WO2

„Toen ik met mijn verloofde op weg ging van Rijssen naar haar ouderlijk huis bij Holten, wisten we niet dat Rijssen die morgen vrij zou zijn”, zegt G. Wolterink (88). „En hoe het in Holten was, was ook onzeker, ook voor de boeren aan wie we het vroegen. Toen we het dorp naderden, hoorden we het lawaai van een voorbijtrekkende legercolonne. Mijn vriendin ging vooruit om poolshoogte te nemen. Toen ze zag dat het Canadezen waren, kwam ik ook dichterbij. We waren vrij!”

Op zondag 8 april 1945 was Markelo bevrijd, en ’s avonds volgde Holten. „Dat wisten we niet. Ons huis aan de Esstraat in Rijssen stond vrij hoog. Door een luik keek ik naar buiten, richting Holten. Daar werd hard gevochten, net als aan de andere kant, in Wierden.”

In Rijssen maakten de Duitsers geen aanstalten om te vertrekken. Er werden zware gevechten verwacht. De volgende morgen vertrokken de bezetters echter plotseling richting Nijverdal, maar niet voordat ze de Reggebrug opbliezen.

Wolterinks predikant in de gereformeerde gemeente, ds. W. C. Lamain, schreef later: „Vooral de laatste weken en dagen waren zeer bang. Het was schrik en vreze van rondom. Doch in de nacht van 8 op 9 april verliet eensklaps de Duitse bezetting, die zich overal had ingegraven en vele stellingen had gebouwd, onze stad. God Zelf had hen weggevaagd en ijlings doen vluchten. Op die maandagmorgen was niet één Duitse soldaat meer te zien en rolden de tanks van de Canadezen onze plaats binnen. Rondom Rijssen was verwoed gevochten, doch God gaf onze stad verlossing zonder dat er één schot gelost werd.”

In Wierden moesten de geallieerden vijf dagen slag leveren voordat ze het dorp in handen hadden. De Canadezen die probeerden op te rukken, kwamen onder hevig vuur te liggen. Zelf schoten ze de boerderijen in brand waarin de Duitsers zich hadden verschanst. Verzetsmensen waagden hun leven en slopen door de linies om de Canadezen van informatie te voorzien.

Een deel van de plaatselijke bevolking was op de vlucht geslagen. „Mijn schoonzussen uit Wierden gingen richting Almelo”, zegt Wolterink. „Ze liepen net bij een paar Engelse tanks op een brug toen die beschoten werden. Ze zijn onder de tanks gevlucht, tot de beschieting ophield.”

Pas in de nacht van 8 op 9 april vertrokken de Duitsers uit Wierden, waarschijnlijk om te voorkomen dat ze omsingeld zouden worden. Ze gaven ook Rijssen prijs. Daar hadden de laatste oorlogsweken nog kostbare mensenlevens geëist. Op vrijdag 22 maart zag Wolterink dat een geallieerd vliegtuig twee bommen afwierp. „Ik volgde ze met m’n ogen en hoorde de dreun toen ze insloegen. Er vielen vier slachtoffers, onder wie m’n oom.

De zondag daarna zaten we onder het gehoor van ds. Lamain. Aan het eind van de dienst kon hij de kansel niet verlaten voordat hij ernstig gewaarschuwd had dat er mensen in de kerk waren die er de volgende zondag niet meer zouden zijn. Die nacht doorboorde een vliegende bom (V1) mijn geboortehuis aan de Huttenwal en kwamen negentien mensen om.

Kort voor de bevrijding moest een Rijssenaar de Duitsers bijlichten. Toen zijn lantaarn uitviel, dachten de Duitsers dat hij sabotage pleegde en schoten ze hem dood. Wat was het een opluchting voor ons toen de bezetters eindelijk vertrokken.”


Feiten rond slot Tweede Wereldoorlog
De internationale oorlogssituatie rond 9 april 1945:
7 APRIL: Het zwaarste Japanse slagschip, de Yamato, zinkt. Het schip wordt geraakt door acht Amerikaanse bommen en tien torpedo’s, maar blijft desondanks drijven. Om te voorkomen dat het schip in Amerikaanse handen valt, blaast de kapitein het schip op. Daarbij komen 2475 bemanningsleden om het leven.

9 APRIL: De Duitse theoloog en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer wordt in concentratiekamp Flössenburg opgehangen wegens zijn betrokkenheid bij de verzetsgroep die op 20 juni 1944 een moordaanslag op Hitler pleegt. Om dezelfde reden worden ook admiraal Wilhelm Canaris en officier Hans Oster opgehangen. Oster waarschuwt in 1939 en 1940 voor de Duitse aanval op Nederland.

11 APRIL: Amerikaanse troepen bevrijden het Duitse concentratiekamp Buchenwald in de bossen bij de stad Weimar. Het kamp, dat in 1937 wordt geopend, is aanvankelijk bedoeld voor politieke gevangenen en criminelen. Later worden in Buchenwald ook Joden en krijgsgevangenen opgesloten. In het kamp komen ruim 56.000 mensen om het leven.


Dit is het vierde deel in een serie over de bevrijding van Nederland, 65 jaar geleden. Volgende keer: Otterlo.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer