Zorgen en verwachtingen over de toekomst van Zuid-Afrika
Er is in Zuid-Afrika maar één Graaff-Reinet. Maar het stadje staat niet op zichzelf. Veel van de vreugden en zorgen van de inwoners zijn herkenbaar voor Zuid-Afrikanen in het hele land.
Ook in Kaapstad, Middelburg, Johannesburg en elders in het land zijn er mensen die zich achtergesteld voelen en spreken van een ‘nieuwe apartheid’. Alom wordt er zorg geuit over de toenemende kloof tussen rijk en arm, de extreme criminaliteit en de grote werkloosheid.
De opiniepagina’s van de Afrikaner kranten staan vol met kritische stukken over het huidige Zuid-Afrika. Ze verwoorden gevoelens die breed leven in de Afrikaner gemeenschap. „Ik voel me niet welkom in eigen land”, zegt Jos Bosman van de Afrikanerbond, een beweging die zich –als gematigde voortzetting van de vroegere Broederbond– wil inzetten voor de belangen van de Afrikaners.
Bosman wijst op het grote aantal hoog opgeleide Afrikaners dat Zuid-Afrika de rug toekeert. „Hele bosjes artsen vertrekken omdat ze geen werk kunnen vinden. En ook binnen de overheidsdiensten is het plafond voor Afrikaners snel bereikt.”
Bosman zegt er geen moeite mee te hebben dat zwarte sollicitanten voor functies voorrang krijgen, mits er sprake is van gelijke kwalificatie. „In de praktijk wordt er echter altijd voor de zwarte sollicitant gekozen. Dat is niet alleen oneerlijk, maar ook gevaarlijk voor het welzijn van het land. De kwaliteit van instellingen holt achteruit.”
„De apartheid was verkeerd”, verklaart Bosman. „Maar we moeten nu naar de toekomst kijken en samenwerken aan een nieuw Zuid-Afrika.” Daarvan komt echter nog te weinig terecht, vindt hij. „De huidskleur blijft een grote rol spelen. Als blanken worden we bij de regering niet echt gehoord.”
Dat is ook de ervaring van Athol Trollip, voorzitter van de Kamerfractie van de grootste oppositiepartij Democratic Alliance (DA). „Het ANC is in de praktijk geen partij voor alle Zuid-Afrikanen. Kijk maar in het parlement. Voor het ANC zitten er nauwelijks niet-zwarte parlementariërs.”
De DA, onder leiding van de blanke Helen Zille, is volgens Trollip de ware regenboogpartij. „Wij willen nadrukkelijk ruimte bieden aan diversiteit. Alleen zo heeft Zuid-Afrika toekomst.”
Trollip hekelt het feit dat sollicitanten voor baantjes in de publieke sector ANC-lid moeten zijn. Ook zwarte mensen die geen ANC-lid zijn, kunnen volgens hem naar werk fluiten.
Door dergelijke praktijken groeit de spanning in Zuid-Afrika, aldus Trollip. „Ik ben van mening dat het binnen het ANC ontbreekt aan de politieke wil om dingen echt te veranderen. Daarom is het ook van elementair belang dat er oppositiepartijen zijn, zodat het ANC steeds over de schouder moet kijken.”
Vriend Van Riebeeck
De nationale woordvoerder van regeringspartij ANC, Jackson Mthembu, doet op zijn werkkamer in het ANC-kantoor in Johannesburg geen pogingen de problemen in zijn land te ontkennen. Hij zegt blij te zijn met iedereen die met het ANC wil meedenken. Met oppositie heeft hij geen probleem. „We zijn een democratisch land.”
Mthembu erkent dat Zuid-Afrika op veel gebieden een grote achterstand heeft. Hij noemt het hele rijtje aandachtspunten op: de gezondheidszorg moet verbeterd, de werkgelegenheid omhoog, de corruptie en de criminaliteit teruggedrongen. Grote aandacht vragen ook de rurale gebieden en het onderwijs. En ja, zwarte scholen presteren slechter. En ja, blanke onderwijzers werken harder. Mthembu erkent het allemaal. Hij zet de maatregelen uiteen die het ANC wil treffen om de problemen aan te pakken.
„Bedenk”, zegt hij „dat we sinds 1948 in apartheid hebben geleefd. We hadden niets te vertellen.” Hij zwijgt even. „Sterker nog: sinds jullie vriend Jan van Riebeeck (stichter van de eerste Europese kolonie in Zuid-Afrika, 1651, MW) hier kwam, zijn we feitelijk uitgerangeerd geweest. Al die achterstand moeten we inhalen. Dat gaat niet van vandaag op morgen.”
Zijn er blanke artsen die geen werk kunnen vinden? Mthembu kan het niet geloven. „Zet maar zwart op wit: iedere afgestudeerde blanke medicus die een baan zoekt, kan naar dit kantoor komen en dan krijgt hij gegarandeerd een baan. We importeren momenteel zelfs artsen uit Cuba. We sturen onze eigen artsen dus echt niet weg. Maar ik denk dat veel afgestudeerde medici liever meer verdienen in een ander land.”
Dat sollicitanten ANC-lid moeten zijn voor bepaalde functies in de publieke sector, vindt Mthembu goed uit te leggen. „Voor het hogere kader vragen we dat inderdaad. Maar is dat zo vreemd? We volgen als regering een bepaald beleid. Het is belangrijk dat de mensen die dat moeten uitvoeren, er ook achter staan.”
Dat er boeren zijn die overwegen het land te verlaten, betreurt hij. „In het verleden hebben we de landhervormingen niet altijd goed aangepakt”, zegt hij. „Maar nu doen we het zorgvuldig. We dwingen niemand te vertrekken en betalen voor de grond waarop iemand rechten denkt te kunnen laten gelden. Dat land is tijdens de apartheid overigens vaak zonder betaling van ons afgenomen.”
Mthembu zegt dat Zuid-Afrika in opbouw is. „We zijn een land in ontwikkeling. Beoordeel ons over vijf jaar. We hebben tijd nodig, maar we werken aan een beter Zuid-Afrika. Voor iedereen.”
Dit is het laatste artikel in een serie.