„Nut commissie–De Wit nagenoeg nihil"
AMSTERDAM (ANP) – Financiële experts hebben weinig goede woorden over voor het onderzoek van de commissie–De Wit naar de oorzaken van de financiële crisis. „Een stoomcursus financiële markten voor een handvol Kamerleden", concludeerde financieel analist Paul Beijssens van vermogensbeheerder Theodoor Gilissen vrijdag. „Met heel interessante leraren en leuk om te volgen, maar het nut was nagenoeg nihil".
Ook hoogleraar internationale economie Eelke de Jong was niet te spreken over de verhoren. „We hebben er niets aan gehad, men boog zich over iets kleins in een heel groot geheel". Volgens de Nijmeegse professor werd structureel over het hoofd gezien dat de crisis niet in Nederland is begonnen. „De schuld ligt in China en in de Verenigde Staten, wat moet een Nederlandse commissie daarover zeggen?“
Hoogleraar bankwezen en financiële markten Harald Benink zag echter wel degelijk lichtpuntjes in het onderzoek. Veel ondervraagden waren stelliger over de noodzaak van een vergaande hervorming van het financieel systeem dan voorheen, merkte hij. „Wie ’a’ zegt, moet ook ’b’ zeggen, we mogen verwachten dat ze zich daar nu fors voor gaan inzetten”.
Volgens de Tilburgse hoogleraar lieten zeker centralebankpresident Nout Wellink en voorzitter Hans Hogervorst van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) ambitieuzere geluiden horen dan voorheen. „De noodzaak van Europees toezicht werd door Wellink heel sterk naar voren gebracht", zei Benink. „Dat werd vorig jaar nog gepresenteerd als politiek onhaalbaar. Het is goed dat daar nu afstand van wordt genomen. Politiek is uiteindelijk iets wat je zelf maakt".
Het is echter afwachten of de waarschuwingen van de Nederlandse kopstukken in internationaal verband tot verandering kunnen leiden. „Nu hebben we leiderschap nodig, van ministers van Financiën, centralebankpresidenten en van parlementariërs".
Een groot deel van de kritiek van de ondervraagden richtte zich de afgelopen weken op Wellink en de Nederlandsche Bank. Volgens De Jong hebben de meeste mensen veel te hoge verwachtingen van wat een toezichthouder kan doen. „Je kunt wel regels stellen, maar je kunt niet voorkomen dat er soms iemand door rood rijdt".
Ook het vaak geopperde gevoel dat ABN Amro gered had kunnen worden als de overheid zich meer met de bank had bemoeid, klopt volgens hem niet. „Als Wellink in 2007 had ingegrepen en Rijkman Groenink had weggestuurd, was Nederland weggezet als een communistische staat. Daarbij past actief ingrijpen bij bedrijven helemaal niet in onze cultuur. Wat dat betreft werkt het hier anders dan in Frankrijk of China".
De experts hopen unaniem dat de commissie zich in haar rapport expliciet uitspreekt voor Europese regels onder de hoede van een centrale Europese toezichthouder. „Ik ben benieuwd hoe ze uit de kluwen van verwijten komen", zei De Jong. „Er is geen schuldige. Hopelijk concluderen ze in ieder geval dat Nederland te klein is, dat het toezicht op Europees niveau moet worden geregeld. En dat Kamerleden meer interesse moeten tonen in de financiële sector".