ING voorziet ingewikkelde coalitievorming in Duitsland
Duitsland gaat een ingewikkelde coalitievorming tegemoet, stelt ING in een analyse van de voorlopige verkiezingsuitslagen. „Het Duitse politieke landschap is gefragmenteerder dan ooit”, schrijft hoofdeconoom Carsten Brzeski over Nederlands belangrijkste handelspartner. Hij wijst erop dat de partijen uit het politieke centrum samen nog maar zo’n 60 procent van de stemmen hebben gekregen. In 2002 was dat nog 90 procent.
Hoewel CDU/CSU als grootste partij uit de bus is gekomen, was het resultaat voor de christendemocraten wel het een na zwakste ooit. Dat de partij van Friedrich Merz zich in de campagne agressief opstelde tegenover de Groenen, en soms zelfs samenwerking met die partij uitsloot, was volgens Brzeski „niet noodzakelijkerwijs de verstandigste zet”. Het is namelijk denkbaar dat CDU/CSU de Groenen nog nodig zal hebben.
De liberale FDP schommelde zondagavond nog rond de kiesdrempel van 5 procent. Als die partij het niet redt en CDU/CSU de belofte nakomt om niet samen te werken met de radicaalrechtse AfD, komen de Groenen toch weer in beeld voor een meerderheid, samen met de SPD. Nieuwe verkiezingen zijn in dat scenario echter ook niet uit te sluiten, stelt de ING-econoom. Er is ook nog een mogelijkheid dat CDU/CSU en SPD met zijn tweeën kunnen gaan regeren.
Hoe de volgende Duitse regering er ook uit zal zien, ze zal volgens de analyse voor de opgave staan om de economie uit een „structurele stagnatie” te trekken. De vraag is echter of partijen het daarover eens kunnen worden.
Brzeski noemt het moeilijk voor te stellen dat de volgende Duitse regering veel meer zal leveren dan „een kortstondig positief effect” van enkele belastingverlagingen, kleine hervormingen en iets meer investeringen. „Tenzij de volgende regering echt de tekenen des tijds heeft gelezen.”