„Wie betaalt al die vrouwen van Zuma eigenlijk?”
Christa Hahn (63) woont in het oude centrum van Graaff-Reinet, in een prachtig wit pand tegenover het historische Reinethuis. Ze kent het stadje als geen ander en zou er niet snel weggaan. Ze maakt zich echter zorgen om het huidige Zuid-Afrika.
Jarenlang zwaaide Chrita Hahn met haar man de scepter over Hotel Drostdy, het bekendste hotel in het stadje. Na het overlijden van haar echtgenoot, enkele jaren geleden, is ze uit de onderneming gestapt. Ze runt nu nog een guesthouse en is zelfstandig adviseur.
„Het slaat nergens op om de naam Graaff-Reinet te willen veranderen”, opent ze het gesprek. Ze doelt op pogingen van de gemeenteraad om het stadje een ‘neutralere’ naam te geven, zoals in heel Zuid-Afrika ‘te witte’ namen worden vervangen. Zo heet de regio Pretoria nu Tshwane en de provincie Transvaal Mpumalanga.
Van de naam Graaff-Reinet moeten ze echter afblijven, vindt Hahn. Het stadje is in 1786 door de Nederlandse handelsmaatschappij VOC gesticht en genoemd naar de toenmalige gouverneur van de Kaapkolonie, Cornelis Jakob van de Graaff en zijn vrouw Reinet. „Mooier kan niet”, zegt Hahn bijna triomfantelijk. „Van de Graaff was een Hollander, terwijl zijn vrouw Reinet uit Suriname kwam. De naam van ons stadje past dus bij uitstek bij de regenboognatie die Zuid-Afrika wil zijn. Dat heb ik de burgemeester goed duidelijk gemaakt.”
De naam van ‘haar’ stadje is niet het enige zorgenpunt van Hahn. Ze heeft over veel ontwikkelingen in Zuid-Afrika zorgen. Over de moeilijke positie van blanken op de arbeidsmarkt. Over de toenemende criminaliteit en de moorden op boeren, waarvoor volgens haar vaak racistische motieven bestaan. Over de landonteigeningen waarmee de boeren te maken hebben. Ze neemt een van haar honden op schoot en zegt met nadruk: „Zoals het nu gaat, is het in Zimbabwe ook begonnen. Nu wordt de grond van boeren nog netjes onteigend, maar ik ben niet gerust op de toekomst.”
Christa Hahn was blij toen de apartheid was afgeschaft. Dat is ze nog. De Hahns zijn nooit „verkramptes” geweest. Ze onderhielden bijvoorbeeld goede contacten met de Graaff-Reinetter familie Sobukwe. Robert Sobukwe speelde als oprichter van het Pan-Afrikaans Congres (PAC) een grote rol in de afschaffing van de apartheid. Op het diner voorafgaand aan diens begrafenis in Graaff-Reinet in 1978 was het echtpaar Hahn als enige blanke familie genodigd. Sommige Afrikaners maakten de familie Hahn vanwege dergelijke contacten uit voor „communisten” of „kaffervriendjes.”
Maar nu moet ze een bekentenis doen. „Ik ben nooit lid van een partij geweest, maar heb bij de vorige verkiezingen VF+ gestemd.” Het Vrijheidsfront Plus werd in 1994 opgericht met als voornaamste doel het behartigen van de belangen van de Afrikaners, en staat te boek als rechts. „Ja”, zegt Hahn. „Mensen weten niet wat ze horen, als ik hun dat vertel.”
Ze heeft nog een punt. „Wie betaalt eigenlijk al die vrouwen van president Zuma? Ze hebben allemaal vijf, zes lijfwachten nodig, en daarnaast nog auto’s en huizen. Inderdaad, dat betalen wij, de belastingbetalers.” Ze zucht.
Hahn vertelt dat ze een dochter in Ierland heeft, die absoluut niet meer terug wil naar Zuid-Afrika. Zelf zou ze er soms het liefst achteraan gaan. „Ik ben bang voor het moment dat er gezegd wordt: Kijk eens in wat voor groot huis die vrouw in haar eentje woont. Waar is dat goed voor? Laten we dat huis onteigenen.”
Maar nee, als het puntje bij paaltje komt zit, is ze toch te veel gehecht aan Graaff-Reinet. „Ik heb hier vrienden van alle leeftijden en uit alle bevolkingsgroepen.” Dat laatste blijkt onder meer uit het feit dat ze begraven wil worden door een gekleurde dominee van de Church of Zion, hoewel ze lid is van de Nederduits-gereformeerde kerk. „Naar de NG-kerk ga ik echter al lang niet meer”, zegt ze. Ze heeft er naar eigen zeggen te veel hypocrisie ontmoet.
Uiteindelijk is ze zelfs trots op Zuid-Afrika. „Op het rugbyteam en op de taal”, zegt ze vastberaden.