De hulpconferentie voor het door een aardbeving getroffen Haïti is maandag in de Canadese stad Montreal geopend. Een aantal landen en hulporganisaties komt bijna twee weken na de natuurramp bijeen om de hulp te coördineren en een plan op te stellen voor de wederopbouw van het verwoeste Caribische land.
De Dominicaanse president Leonel Fernandez schatte eerder dat buurland Haïti de komende vijf jaar minstens 10 miljard dollar (bijna 7 miljard euro) aan hulp nodig heeft. Gevreesd wordt echter dat de corruptie en het zwakke centrale bestuur in Haïti ertoe zullen leiden dat maar heel weinig geld komt waar het het hardst nodig is.
Onder meer de Haïtiaanse premier Jean–Max Bellerive, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton en de Franse minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner wonen de conferentie bij. Ook vertegenwoordigers van de Europese Unie, de Verenigde Naties, het Internationaal Monetair Fonds en non–gouvernementele organisaties schuiven aan in Montreal.
„Samen met de regering van Haïti moeten we onze mouwen opstropen en de fundering leggen voor de enorme taak die voor ons ligt", verklaarde de Canadese minister van Buitenlandse Zaken, Lawrence Cannon. „We moeten het eens worden over zaken als verantwoordelijkheid, rekenschap en betrokkenheid op de lange termijn". De zes uur durende bijeenkomst vindt achter gesloten deuren plaats.
Premier Bellerive riep de internationale gemeenschap op het straatarme land te blijven steunen voor ten minste de komende vijf tot tien jaar. Hulporganisatie Oxfam Novib riep landen opnieuw op de buitenlandse schulden van Haïti kwijt te schelden, die omgerekend zo’n 630 miljoen euro bedragen.
Volgens functionarissen is het nog te vroeg voor een donorconferentie. Eerst moet bijvoorbeeld nog duidelijk worden of Port–au–Prince wel op dezelfde plaats moet worden herbouwd in verband met onder meer geologische breuklijnen.
