Binnenland

Benieuwd of Charlotte gaat breien

Denken mannen en vrouwen verschillend? Niet per definitie, meent de Amsterdamse filosofe en schrijfster Joke Hermsen. “Maar de maatschappij geeft mannen en vrouwen wel andere thema’s om te overdenken.”

Jan-Kees Karels
21 December 2009 10:34Gewijzigd op 14 November 2020 09:26
Filosofe en schrijfster Joke Hermsen: „Vrouwen zijn te lang gedefinieerd op hun natuurlijke eigenschappen.” Foto Ron Zwagemaker
Filosofe en schrijfster Joke Hermsen: „Vrouwen zijn te lang gedefinieerd op hun natuurlijke eigenschappen.” Foto Ron Zwagemaker

Wat gebeurt er als je een jongen bij de geboorte als meisje opvoedt, en een meisje als jongen? De achttiende-eeuwse schrijfster Belle van Zuylen oppert dit plan in haar roman “Drie vrouwen” (1794). En, schrijft ze verwachtingsvol, "we zullen zien of de echte Charlotte zal breien, of ze zacht en lief zal zijn, koket en aanhalig, en of de echte Charles de schaaf en het houweel ter hand zal nemen, of hij vrijmoedig, dapper, ruw en vechtlustig zal zijn. Ik denk dat ze de leeftijd van twaalf of veertien jaar zullen kunnen bereiken zonder iets te vermoeden."Belle van Zuylen is heldin van dr. Joke Hermsen. De Amsterdamse schrijfster en filosofe publiceerde diverse studies over Van Zuylen, onder meer een proefschrift en de onlangs de roman “De liefde dus”, die genomineerd werd voor de longlist van de Libris Literatuurprijs. Evenals Van Zuylen wil Hermsen, moeder van een dochter en een zoon, van een “natuurlijk verschil” in het denken van man en vrouw niet weten. “Er zijn meer verschillen binnen de seksen zelf, dan tussen de beide seksen.” Als voorbeeld wijst Hermsen op de eveneens door haar bewonderde filosofe Hannah Arendt. “Op geen enkele bladzijde van grote oeuvre kun je vermoeden dat ze vrouw is.”

Volgens Hermsen hadden de vroegmoderne adellijke dames nog wel een redelijk sterke positie. “Ze hadden macht, ze hadden hun eigen salons, en fluisterden de koning hun wensen in. Weet je waarom er in Marokko zo veel vrouwelijke advocaten en hoogleraren zijn? Omdat de elite daar die functies verzorgt. Maar in de negentiende eeuw zie je in Europa een middenklasse ontstaan, waarbij aan vrouwen officieel geen rechten worden toegekend. Tegelijk verloor de adellijke klasse aan macht en invloed en bleef ook de rol van adellijke dames beperkt tot kinderen krijgen en verzorgen.”

Wie het natuurlijk verschil tussen man en vrouw ontkent, zal ook met de opvatting dat mannen meer rationeel gericht zijn, vrouwen meer emotioneel gericht, niet uit de voeten kunnen. “Elke definiëring van mensen op klasse, geslacht of huidskleur belemmert hun vrijheid”, zegt Hermsen. “En je kunt een creatief persoon niets ergers aandoen. Iedereen die écht iets nieuws wil denken, moet een Freigeist zijn, en zich door geen enkel obstakel van buitenaf iets laten opleggen. Vrouwen zijn te lang op hun natuurlijke aspecten gedefinieerd. Dat is ook een reden waarom mannen en vrouwen zich met verschillende thema’s bezighouden. Vanwege de nabijheid in het gezin hebben vrouwen over het algemeen een grotere verbondenheid met de wereld, zijn ze sociaal bewuster. Mannen zijn vanouds de filosofische systeembouwers. Bij vrouwen zie je dat ze, vanwege hun positie aan de zijlijn, meerdere genres en disciplines beoefenen: essays, romans, brieven, toneelstukken. Door hun buitenbeentjespositie zijn ze veelzijdiger van aard. Terwijl mannelijke filosofen vaak meer de academische specialisten zijn.”

Volle agenda’s
En de veelzijdige, asystematische Nietzsche dan - een man? Hermsen: “Inderdaad, hij is geen systeembouwer. Dat heeft te maken met de inhoud van zijn filosofie. Nietzsche wilde geen groot waarheidsgebouw optrekken, maar juist laten zien dat een waarheid persoonsgebonden is. Het is jouw waarheid. De stijl die daarbij past zou je vrouwelijk kunnen noemen, zoals hij ook zelf beweerde.”
In haar eigen filosofie bepleit Hermsen een hernieuwde bezinning op het fenomeen tijd. Onlangs verscheen haar boek: “Stil de tijd. Pleidooi voor een langzame toekomst” (Arbeiderspers, 2009). Daarin brengt ze een onderscheid aan tussen de kloktijd en de innerlijke tijd. Hermsen ziet een enorme onbalans tussen die twee. Druk bezig zijn, een overvolle agenda hebben - het zijn kenmerken die horen bij een op hol geslagen wereld. Bestaat er nog een persoonlijke, innerlijke tijd, vraagt Hermsen zich af, aan de hand van denkers als Henri Bergson en Peter Sloterdijk.

Om als mens niet op te gaan in de kloktijd van de economie, is rust nodig. Als een maatschappij niet tot rust komt, komt er een totalitair regime aan, citeert Hermsen Hannah Arendt. “Wij moeten de krachten bundelen om ons daartegen te verzetten.” Ze pleit dan ook voor een werkweek van 25 uur en tenminste één dag waarop winkels gesloten zijn.

Parallel aan die twee tijden is ook de mens een “tweestemmig wezen”, denkt Hermsen. “Met je identiteit functioneer je in de wereld van de kloktijd. Ik ben vrouw, 48 jaar, burger van Amsterdam, moeder van twee kinderen. Die feiten bepalen mijn identiteit. Het is datgene wàt je bent. Ik spreek in mijn boek over “whatness”. Met die watheid neem je deel aan de kloktijd, aan de wereld van de agenda’s. Daarnaast neem je ook deel aan een andere, diepere tijd. Die noem ik de innerlijke tijd. Aan deze innerlijke tijd neem je deel met wat we het “zelf” noemen, in mijn boek “who-ness”. Het ondefinieerbare en niet te manipuleren zelf staat los van mijn wereldse identiteit, van mijn vrouw- of moeder-zijn, en van mijn andere feitelijke kenmerken.”

Wat is nu denken, wat is scheppen in dit verhaal? Dat is een brug slaan naar dat duistere, onbewuste zelf, vervolgt Hermsen. “Een mens kan alleen dàn werkelijk iets nieuws verzinnen als hij àfstand neemt van zijn bewuste identiteit. Als die identiteit gaat domineren (“de vrouw is zo”, “de zwarte is zo”), komen de ontwikkeling en de creativiteit in het gedrang.”

Volgens de Amsterdamse filosofe zijn vrouwen lange tijd “gereduceerd tot hun watheid, werden zij alleen als moeder en echtgenote gezien.” “Deze beperkende identiteit was niet erg goed voor hun geestelijk welzijn. Vandaar dat er zo veel vrouwen met hysterie, poetsdrift of godsdienstwaanzin bij Freud op de divan belandden. Als vrouwen vrijwillig alleen moeder willen zijn, heb ik daar geen enkel bezwaar tegen. Maar zodra deze rol van buitenaf wordt opgelegd, wordt het verlangen uit die identiteit te breken groter. Dat verklaart misschien ook waarom vrouwen vaker belangstelling toonden voor mystieke ervaringen. Deze voerden hen weg van de beknellingen van hun beperkte identiteit in de richting van een groter en religieus getint zelf.”

Dit is het tweede deel in een serie artikelen over de verhouding tussen man en vrouw in historisch perspectief. Woensdag deel drie.

www.jokehermsen.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer