„Meer meldingen euthanasie”
„Het aantal aan de toetsingscommissies gemelde gevallen van actieve levensbeëindiging zal in 2009 uitkomen op ongeveer 2500, 10 procent meer dan in 2008.”
Dat zei theoloog dr. Th. Boer, lid van een van de vijf regionale toetsingscommissies en docent ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit Utrecht, zaterdag op de najaarsconferentie van de Christian Medical Fellowship (CMF).Boer onderzocht 1200 bij de toetsingscommissies binnengekomen meldingen van artsen rond actieve levensbeëindiging. In 90 tot 95 procent van de gevallen waarin euthanasie werd toegepast leden patiënten aan een terminale vorm van kanker of aan de spierziekte ALS.
Boer stond uitvoerig stil bij de redenen waarom mensen om euthanasie verzochten en wat de dossiers zeggen over „een goede dood.” Een van de zorgvuldigheidsvereisten waaraan in het geval van euthanasie moet zijn voldaan, is dat sprake moet zijn van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, dat invoelbaar moet zijn.
In de mate van lijden die patiënten nog als draaglijk ervaren, zijn echter verschuivingen te zien, aldus Boer.
Bij 43 procent van de patiënten die volgens artsen ondraaglijk leden, was sprake van pijn. Bij 43 procent van misselijkheid of braken, bij 29 procent van benauwdheid, bij 22 procent van extreme moeheid en bij eveneens 22 procent van angst.
De vraag naar euthanasie heeft volgens Boer vaak te maken met het niet voorhanden zijn van goede palliatieve zorg.
Specialist ouderenzorg en verpleeghuisarts Kees Goedhart, verbonden aan de Zorggroep Rijnmond in Rotterdam en omstreken, benadrukte in een lezing over de ontwikkelingen in de zorg om het levenseinde dat binnen de palliatieve zorg veel mogelijkheden voorhanden zijn.
Hij voerde een pleidooi voor multidisciplinaire symptoomcontrole en aandacht voor spirituele zorg bij het levenseinde. „Wat voor dokter wilt u zijn? Loods, ceremoniemeester of ook nog zielzorger”, zo vroeg Goedhart de aanwezigen.
Correctie (25/11):
In de lezing ging dr. Th. Boer in op de relatie tussen euthanasie en palliatieve zorg. Anders dan vermeld, heeft Boer niet gesteld dat de vraag naar euthanasie „vaak” wordt ingegeven door onvoldoende zorg; alleen dat er gevallen zijn waarbij dit voorkomt.