Vredesmilitair rust in bosgrond Loenen
Op het ereveld in Loenen liggen behalve slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog ook militairen en burgers begraven die omkwamen bij vredesmissies in Korea, Libanon, Cambodja, Joegoslavië en –meest recent– Afghanistan.
Het hagelwitte toegangshek van het ereveld in Loenen vormt een fraai contrast met de donkergroene sparren op de achtergrond.
Vroege zonnestralen reiken nauwelijks tot de vochtige bosbodem, waarop felrode vliegenzwammen de herfst aankondigen. Behalve de schelle roep van een vlaamse gaai is het er plechtig stil.
Gerrit Koops uit Dordrecht maakt met zijn vrouw Ineke een ommetje op het ereveld. Wie er nu precies begraven liggen, weet het echtpaar niet. De Dordtenaren zijn ook niet specifiek op zoek naar een bepaalde persoon die er begraven zou kunnen liggen.
„We waren een weekendje in Beekbergen. In Loenen zagen we een bordje dat ons de weg wees naar het ereveld. We hadden er wel eens wat over gehoord. Nu we er toch langs kwamen, besloten we om toch maar eens te gaan kijken.”
Dennennaalden
Zorgvuldig aangelegde wandelpaden leiden langs rijen witte vierkante grafstenen. Te midden van de 16 hectare hei en bos kregen tot nu toe bijna 4000 omgekomen burgers en militairen een plaatsje.
De inscripties op de liggende grafstenen –vaak bedekt met een laag dennennaalden– zijn even helder als kort. Bij burgers staat er de naam, geboortedatum en datum van overlijden op te lezen.
Voor militairen is de rang, de eenheid, een eventuele dapperheidsonderscheiding en de missie waarbij de soldaat omkwam toegevoegd.
Opvallend is het rijtje van vijf graven met min of meer bekende namen van hen die sneuvelden tijdens de meest recente missies van de Nederlandse krijgsmacht. De 25-jarige sergeant Martens kwam om in voormalig Joegoslavië, evenals zijn evenoude kameraad Van Renssen, die in Srebrenica werd gedood door moslimstrijders.
Daarnaast liggen de 20-jarige soldaat der eerste klasse Timo Smeehuijzen en de 23-jarige eerste luitenant Dennis van Uhm, die beiden omkwamen bij aanslagen in Afghanistan.
Leijsen
Het graf van de vijfde militair, de 44-jarige sergeant-majoor Mark Leijsen, is nog vers. Heide en gras hebben de omgewoelde grond nog niet kunnen overwoekeren. Op maandag 14 september werd het lichaam van de genist aan de aarde toevertrouwd. Bloemen en een gloednieuwe grafsteen bedekken de bosbodem.
„Vorige week is de steen op het graf van Leijsen geplaatst”, zegt P. van der Graaf, directeur van de Oorlogsgravenstichting die ongeveer 50.000 Nederlandse oorlogsgraven onderhoudt. Het gaat om 13.000 graven in Nederland, 25.000 op Java en 12.000 in de rest van de wereld. Van 130.000 Nederlandse oorlogsslachtoffers is geen graf bekend.
Baret
Bij het graf van Dennis van Uhm haalt Van der Graaf een door weer en wind aangetaste rode baret, de trots van de luchtmobiele brigade, weg. „Waarschijnlijk is het hoofddeksel er neergelegd door kameraden. Officieel is het op dit ereveld verboden bloemen of voorwerpen bij grafstenen te plaatsen, omdat we graag eenduidigheid en soberheid willen. In de dood is iedereen gelijk. We doen er niet heel moeilijk over als er zo’n baret wordt neergelegd, maar deze ligt er al heel lang.”
Bij de missie in Afghanistan verloren tot nu toe 21 Nederlandse militairen het leven. Niet meer dan drie liggen er op het ereveld in Loenen. Zou Van der Graaf dat niet liever anders zien? „Ik wil echt niet elke gesneuvelde militair hier hebben. Ik vind het een zaak van de familie om daarover te beslissen. Ik kan me bijvoorbeeld heel goed voorstellen dat familie van een slachtoffer uit Friesland het niet ziet zitten elke keer naar Loenen te rijden om het graf te bezoeken.”
Bombardementen
Vorig jaar bepaalde het bestuur van de Oorlogsgravenstichting dat ook bombardements- en beschietingsslachtoffers in Loenen mogen worden begraven.
Van der Graaf juicht dat toe. „Ik heb het altijd wat merkwaardig gevonden dat zij niet in aanmerking kwamen. Ik schat dat het gaat om zo’n 15.000 slachtoffers. Ook zij die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog vielen bij de zogeheten vergissingsbombardementen op Nederlandse steden of dorpen. We inventariseren momenteel de slachtoffers.
We zijn daarbij afhankelijk van de hulp van amateur-historici en gemeenten die vaak veel meer kijk hebben op de lokale situatie.”
Het thema van de Week van de Geschiedenis is ”Oorlog en vrede”. Dit is het laatste artikel in een serie over oorlogen.