Stemmen is in Nederland vrij eenvoudig, maar vanuit het buitenland een stuk lastiger. Sommigen laten zich daardoor niet weerhouden om toch te stemmen, anderen doen het sowieso niet: „Jullie mogen het allemaal zonder mij doen.”
Wim van Schaik, woonachtig op de Filipijnen, wil stemmen, maar kan niet. „We ontvingen het registratieformulier van mijn vrouw op 13 december, terwijl het voor de 10e geretourneerd moest zijn. De post werkt hier niet zoals in Nederland. Het verzoek om registratie van mijn vrouw bleek later te zijn afgewezen, omdat ze te laat was. Ikzelf had helemaal geen formulier gekregen. Dat was verstuurd naar ons vakantieadres in Nederland.”
P. van de Water, medewerker bij het Bureau Verkiezingen in Den Haag, weet van de problemen. Toch heeft het bureau er volgens hem alles aan gedaan om het stemmen vanuit het buitenland mogelijk te maken. „Het punt is dat we normaal zes maanden de tijd hebben om iedereen te registreren. Omdat het kabinet gevallen is en er vervroegde verkiezingen zijn uitgeschreven, hadden we nu maar vijf weken. En door Kerst en Oud en Nieuw kwamen de formulieren nog extra laat aan.”
Om deel te kunnen nemen aan de Tweede-Kamerverkiezingen van woensdag, moet de kiezer in het buitenland eerst een registratieformulier invullen en dat, samen met een bewijs van Nederlanderschap, minimaal zes weken voor de dag van de stemming opsturen naar de ambassade of het consulaat van het land waarin hij woont. De ambassade stuurt het ingevulde formulier naar het Bureau Verkiezingen van de gemeente Den Haag, waar centrale registratie plaatsvindt.
Het Bureau Verkiezingen heeft 30.000 Nederlanders geregistreerd. Hoeveel er daarvan woensdag daadwerkelijk zullen stemmen, is moeilijk in te schatten, volgens Van de Water. Zij die het wel doen, kunnen per brief hun stem uitbrengen. Na verwerking van het registratieverzoek ontvangt de buitenlandse Nederlander een briefstembewijs, een handleiding en een retourenvelop.
De Nederlandse ambassade in Pretoria, Zuid-Afrika, richtte woensdag een stembureau in. „Kiezers kunnen hun stembiljet bij ons inleveren en wij tellen de stemmen”, zegt Yvette van Eechoud, voorzitter van het briefstembureau in Pretoria. „We verwachten rond de 350 stembiljetten te ontvangen.”
In Griekenland wonen ongeveer 4000 Nederlanders. „Via de ambassade hebben zich 89 stemmers aangemeld, tegen 60 in mei vorig jaar. Er is sprake van een aanzienlijke stijging”, zegt Rutger Janssen, Nederlands attaché in dat land.
De emigrant kan zijn stem ook per volmacht uitbrengen -waarbij de kiezer iemand in Nederland machtigt om voor hem te stemmen- of zelf naar Nederland komen. Na verwerking van het registratieverzoek ontvangt de kiezer dan een kiezerspas waarmee hij woensdag in een stembureau naar keuze in Nederland kan stemmen. Toen Van Schaik vorig jaar twee kiezerspassen aanvroeg om in Nederland te kunnen stemmen, ging het fout. De pas voor zijn vrouw was er wel, die van hem niet. „Die bleek naar de Filipijnen verstuurd te zijn. Er zou direct een nieuwe worden gemaakt. Daar wacht ik nu nog steeds op.”
De huidige nummer twee van de D66-lijst, Lousewies van der Laan, liep in haar tijd als europarlementariër regelmatig tegen dit soort dingen op. „Echtparen sturen hun formulier samen op en na een maand krijgt de een wel en de ander geen stembiljet. Veelal komt het biljet pas twee dagen voor de verkiezingen aan. Iedereen die de Franse post kent, weet dat het tijdig terugsturen dan echt niet meer lukt.”
Niet iedere geëmigreerde landgenoot wil stemmen. Een bezoeker van een site voor Nederlandse Noren laat weten dat „jullie het allemaal zonder mij mogen doen. Bij de vorige verkiezingen vond ik het een rommeltje, dus misschien zouden jullie toch wel wat hulp kunnen gebruiken.” Een andere bezoeker gaat ook niet stemmen: „Ik laat me ervan weerhouden door het feit dat ik niet zelf in de uitkomst van het stemmen zit. Ik kies voor anderen en die moeten daar mee leven. Op de een of andere manier vind ik dat onredelijk.”
Niet iedereen vindt dat. „Je blijft toch verantwoordelijk voor de ontwikkelingen in Nederland”, meent iemand. „Maar hoe kan ik”, vraagt een ander zich af, „na tien jaar in het buitenland te hebben gewoond, zonder direct contact met de Nederlandse politiek, een keuze doen en een gefundeerde stem uitbrengen? Moet ik dan bijvoorbeeld maar PvdA stemmen, omdat mijn vader dat ook altijd deed?”
Om stemmen van afstand makkelijker te maken, heeft minister Remkes (Binnenlandse Zaken) de Experimentwet kiezen op afstand naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze wet moet het mogelijk maken om vanuit het buitenland per telefoon of per computer te stemmen. Van de Water juicht het stemmen via internet toe, „als het inderdaad makkelijker wordt om vanuit het buitenland te stemmen. De papieren rompslomp zal in ieder geval minder zijn dan nu.”
Uit een enquête van Burger@overheid, een door het ministerie van Binnenlandse Zaken in het leven geroepen organisatie, blijkt dat 62 procent van de internetters bij de Tweede-Kamerverkiezingen van woensdag al via internet zou willen stemmen. Die mensen zijn wel bang voor fraude en manipulatie. „Vier miljoen Nederlanders bankieren al via internet”, zegt Paul Francissen van Burger@overheid. „Dat betekent dat mensen ook meer onlinedienstverlening van de overheid verwachten. Helaas is er in het regeerakkoord nauwelijks aandacht voor ict. Dat moet bij de volgende gelegenheid worden rechtgezet.”