„Zeer intensief” maar ook „bijzonder leuk”
Een commissie binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onder leiding van prof. dr. K. Zwanepol legt op dit moment de laatste hand aan een geheel herziene uitgave van de belijdenisgeschriften waarnaar de kerk in artikel 1 van haar kerkorde verwijst. „Een zeer intensieve klus.”
De confessionele documenten waaraan de Protestantse Kerk in Nederland zich verbonden weet, zijn te vinden in wat inmiddels wel genoemd wordt „het oranje boekje” (uitg. Protestantse Pers/Boekencentrum). Hierin zijn samengebracht de zogenoemde drie oecumenische belijdenisgeschriften (Apostolische Geloofsbelijdenis, Geloofsbelijdenis van Nicea en Geloofsbelijdenis van Athanasius), de Drie Formulieren van Enigheid (Heidelbergse Catechismus, Nederlandse Geloofsbelijdenis en Dordtse Leerregels); de Catechismus van Genève, twee lutherse geschriften (de (onveranderde) Augsburgse Confessie en de Catechismus van Luther), en ten slotte de Theologische Verklaring van Barmen en de Concordie van Leuenberg.Dienst bewezen
Prof. Zwanepols „oranje boekje” verscheen in 2004, kort na de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland. De lutherse emeritus hoogleraar voorzag het van een aantal inleidingen. De teksten van de belijdenisgeschriften liet hij ongemoeid – die kwamen voor rekening van de uitgever. Het werd dan ook een uitgave die bedoeld was „vóór de Protestantse Kerk.”
„En die heeft echt zijn dienst bewezen”, zegt prof. Zwanepol. „Men was toe aan een nieuwe uitgave, en het moderamen van de synode van de PKN zag graag dat een officiële commissie nog eens grondig naar het geheel zou kijken, zodat het kon komen tot een uitgave ván de Protestantse Kerk.”
Er werd een commissie gevormd met „experts uit de verschillende bloedgroepen.” Voorzitter werd prof. Zwanepol, secretaris ds. C. H. van Campenhout, hervormd emeritus predikant te Leerdam. De overige leden zijn de hervormde emeritus hoogleraren prof. dr. W. Verboom en prof. dr. A. de Reuver, de gereformeerde dogmaticus prof. dr. C. van der Kooi, de lutherse emeritus hoogleraar prof. dr. J. Boendermaker en de hervormde kerkhistoricus dr. F. G. M. Broeyer.
„En we hebben ons geen minuut verveeld”, zegt prof. Zwanepol. Op dit moment bevindt de heruitgave zich in de eindredactionele fase. Het nieuwe boekje wordt in november gepresenteerd op de generale synode van de Protestantse Kerk, zo laat hij weten.
Hedendaags Nederlands
Voor de nieuwe uitgave greep de commissie terug op de originele documenten, in de originele taal. Woord voor woord en zin voor zin werden nauwkeurig nagekeken en –zo nodig– hertaald in „verstaanbaar, hedendaags Nederlands.”
Prof. Zwanepol: „Maar wat is hedendaags Nederlands? Je blijkt dan toch tegen allerlei moeilijkheden aan te lopen. En hoe schrijven we de godsnaam? ”Heer”, of ”Here”? We hebben het nu per keer bekeken.”
„Overigens”, zegt hij, „gold voor ons als stelregel: ‘we wijken alleen af van de officieel geaccordeerde belijdenisgeschriften als daar vanuit de grondtekst goede redenen voor zijn. En dan zie je dus dat waar de uitgever van het oranje boekje de tekst soms had aangepast om die soepeler te laten lopen, wij dat soms weer hebben teruggedraaid.” Prof. Zwanepols inleidingen bleven, op een enkele aanpassing na, gehandhaafd.
Van gereformeerde komaf
De commissievoorzitter ervoer de vergaderingen als „zeer intensief”, maar tegelijk als „bijzonder leuk. Ga maar na: zes, zeven theologen vanuit alle hoeken van de Protestantse Kerk die je over de tekst van de belijdenis-geschriften laat discussiëren!”
Hoe was het voor hemzelf, als luthers theoloog, om zó met –onder anderen– Gereformeerde Bonders op te trekken? „Geweldig. Kijk, het aardige is: ik ben van origine van gereformeerde komaf, ken de geschriften dus van huis uit.
Daar komt bij dat ik me als hoogleraar symboliek ook altijd heb verdiept in de verschillende belijdenisgeschriften. Dat maakt ook wel dat je een beetje boven de partijen kunt staan. Ik geloof ook dat het ons gelukt is tegenstellingen te overbruggen.”
Breed onthaal
Wat prof. Zwanepol betreft, ligt er straks een uitgave die niet alleen een plekje in de kast krijgt. „We mikken op een breed onthaal, niet alleen onder theologen en predikanten. Ook voor gebruik op de catechese, of als studieboek. Want dat is het boek zonder meer waard.”