Justitie zou discriminatiezaken binnen een bepaalde periode moeten afhandelen. Nu doet het Openbaar Ministerie (OM) er soms nog te lang over. De Amsterdamse wethouder Freek Ossel (diversiteit) zei zondag op een bijeenkomst van homobelangenorganisatie COC dat de gemeente dit gaat aankaarten bij politie en justitie.
De wethouder vertelde dat er in Amsterdam veel gebeurt om discriminatie van homo’s, joden, moslims of andere groepen te voorkomen. Zo is er voorlichting op scholen en is er binnen de politie extra aandacht voor dit soort zaken. Maar om echt effect te sorteren, moeten daders volgens hem ook berecht worden. Anders zouden slachtoffers ook geen zin meer hebben om aangifte te doen.
Ossel riep verder minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken op gevallen van discriminatie goed en op eenduidige wijze te registeren. Nu gebeurt dat volgens hem nog niet. Over het aantal gevallen van tegen homo’s gerichte incidenten circuleren bijvoorbeeld verschillende cijfers bij het ministerie, de politie, het ministerie en discriminatiemeldpunten. „Dit draagt bij aan onduidelijkheid”, aldus de wethouder. „En het leidt tot discussie over cijfers, in plaats van discussie over het probleem, de oorzaak en de juiste aanpak”.