Er heerst bijna een beangstigende stilte als de bus met veertig mensen de rustieke plaats met de gezichtsbepalende hervormde kerk binnenrijdt. Sint Kruis is donderdag het middelpunt van een werkbezoek van medewerkers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, bestuurders en ambtenaren van de gemeente Sluis. Het gezelschap moet twee dagen brainstormen over de vraag hoe de bevolkingskrimp, waarmee deze regio al enige jaren worstelt, effectief kan worden aangepakt.

Is Sint Kruis de juiste plaats voor de VNG-battle? Volgens W. Paridaen van de dorpsraad en raadslid A. Scheppers is er geen betere plek om te wonen. ,,Geen stress. Maar de ‘buitenlanders’ moeten zich wel aanpassen. Mensen die de politie bellen voor stankoverlast van mest zijn hier niet welkom”, zeggen ze.

Paridaen en Scheppers reppen in het dorpshuis over de sociaal bewogen gemeenschap die deze kleine kern zo leefbaar houdt. Dat in Sint Kruis de kruidenier, de slager en de bakker mettertijd samen met de vlasteelt zijn verdwenen en dat het ontbreekt aan een school, huisarts en ouderenzorg raakt de de dorpbewoner niet meer. Scheppers: ,,Daaraan wen je. We helpen elkaar als het nodig is. Voor de medische zorg gaan we naar België. Ja, ook voor bevallingen. We doen veel aan zelfwerkzaamheid en onze kinderen komen niets tekort.”

G. Oskam van VNG vindt de verhalen te mooi om waar te zijn. ,,Jullie willen de inkrimping juist bevorderen. Er zal best een traantje zijn weggepinkt toen de fanfare destijds werd opgeheven.”

Oskam bracht zijn jeugd door in een plattelandsdorp en woont nu in Lisse. ,,Ik ken dit gebied van twee prachtige fietsvakanties. Ik zou er niet willen wonen. Ook niet als ik voor mijn werk naar Zeeuws-Vlaanderen moet verhuizen.” Na een bezoek aan de kerk, waar om de week voor vier mensen een dienst wordt gehouden, verlaat het gezelschap het door de regen grijze plattelandsdorp.