Economie
Amerikaanse auto-industrie gooit het over andere boeg

De Amerikaanse auto-industrie staat onder spanning. Ford, General Motors en Chrysler proberen het met elektrische auto’s over een andere boeg te gooien. Maar of Amerikanen in zo’n karretje stappen is maar zeer de vraag.

GM en Chrysler draaien de eerste drie maanden van 2009 op een krediet van 17,4 miljard dollar uit Washington. Foto's RD
GM en Chrysler draaien de eerste drie maanden van 2009 op een krediet van 17,4 miljard dollar uit Washington. Foto's RD
Drijvend ijs schuurt tegen de huid van de Detroit Princess, een raderboot die werkeloos in de Detroit River ligt. Ganzen laten zich meevoeren op de ijsschotsen in de rivier.

Het is koud deze winter in Detroit. De temperatuur daalde gisteren overdag tot 15 graden onder nul.

Koud is het ook in de auto-industrie, de belangrijkste economische kurk waar deze Amerikaanse stad en in feite de rest van de staat Michigan op drijft. Iedereen hoopt dat de winter overgaat in een zacht voorjaar, figuurlijk gezien.

„Het leven dat mijn ouders hadden was economisch gezien beter dan het leven van mijn grootouders. Mijn leven is voorspoediger dan dat van mijn ouders. Maar zullen mijn kinderen het beter hebben dan ik?”

Donald Kemp (47) zegt het met een brok in zijn keel. Hij heeft plezier in zijn werk bij autofabrikant General Motors, maar ziet de sector richting de afgrond gaan. Als zijn werkgever niet voor eind maart de zaak financieel op de rit heeft, dreigt een bankroet.

„Ik ben maar een blue collar guy (fabrieksarbeider, RP). Maar ik weet wel dat het niet alleen een probleem is van Detroit, van Michigan, van de Verenigde Staten. Als wij ten onder gaan is het een probleem van de hele wereld.”

Oliecrisis
Voor de Amerikaanse auto-industrie was 2008 het slechtste jaar sinds de oliecrisis van begin jaren zeventig. General Motors, Ford en Chrysler ”de Big Three uit Detroit” zagen de verkoopcijfers van nieuwe auto’s dramatisch kelderen.

GM, nog altijd de best verkopende autoproducent in de grootste automarkt ter wereld, zag zijn verkoop vorige maand met 31 procent dalen. Over heel 2008 verkocht GM op zijn thuismarkt 23 procent minder auto’s.

De industrie wankelt onder de gevolgen van de Amerikaanse huizencrisis, de krappe kredietmarkt en de zorgen om een langdurige recessie. In Amerika koopt bijna niemand een auto met eigen geld.

President Bush kwam te hulp. GM en Chrysler draaien de eerste drie maanden van 2009 op een krediet van 17,4 miljard dollar uit Washington. Harde voorwaarde is dat de twee moeten reorganiseren en de kosten omlaag brengen.

De nieuwe regering-Obama zal snel een beslissing moeten nemen over de toekomst van de autosector. Naar verwachting wijst Obama een ’autotsaar’ aan die het proces begeleidt. Slachtoffers zullen er hoe dan ook vallen. Analisten verwachten dat er aan het einde van dit jaar in Detroit nog de ”Big Two” zullen zijn; Chrysler verdwijnt van het toneel.

Sleutel
De tijd dat Amerikanen massaal in benzine slurpende pick-uptrucks en luxe terreinwagens (SUV’s) reden is voorbij. Kleiner en zuiniger, is volgens Sue Cischke, vicepresident van de Ford Motor Company, de sleutel naar de oplossing van de crisis. Om dat te bewijzen brengt Ford dit en volgend jaar zes kleine Europese auto’s naar de Verenigde Staten, waaronder de Fiesta en de Focus.

In feite de omgekeerde wereld. Gingen Amerikaanse auto’s niet naar Europa? „We kunnen niet anders”, meent Cischke. „Of kleiner óf andere technologie.”

Ook Ford doet dit. De tweede grootste autobouwer ter wereld komt in 2010 met een elektrische bestelwagen en een jaar later met een personenauto ter grootte van de Ford Focus. De elektrische auto moet nadat hij volledig is opgeladen 160 kilometer kunnen rijden.

Tot die tijd moet de Amerikaanse consument het doen met hybride auto’s die een elektromotor en een benzinemotor in huis hebben. General Motors verwacht veel van de Chevy Volt, die de eerste 65 kilometer op stroom rijdt en daarna overschakelt op benzine.

Volgens Sue Cischke is de tijd geweest dat het inkomen van iemand is af te lezen aan de afmetingen van zijn auto. „Het moet absoluut zuiniger. Alleen zo kan de economie overleven.”

Maar de lage benzineprijs maakt het nu weer onaantrekkelijk om een energiezuinige auto te kopen. Het duurt veel langer voordat de aanschafprijs van een hybride -die in de VS gemiddeld 3000 tot 5000 dollar duurder is dan een benzineauto- is terugverdiend.

Dak
Een kwartiertje rijden vanuit Detroit naar het westen ligt Dearborn.

Hier, langs de rivier Rouge, begon Henry Ford in 1903 auto’s te bouwen. Eerst een voor een, later aan de lopende band. Ford maakte de Amerikanen mobiel. Van de legendarische T-Ford zijn er ruim 15 miljoen verkocht.

In de Ford Rouge Factory worden nog altijd auto’s gemaakt. Onder het „grootste dak van de Verenigde Staten” loopt iedere minuut een nieuwe Ford F-150 van de lopende band. De truck wordt nog grotendeels handmatig in elkaar gezet.

In het mierennest op de fabrieksvloer doet iedereen zijn eigen ding. De achterklep, de deurgreep, de boxen, de spiegels. In een grote gele kooi komen cabine en laadbak samen.

Om exact 11.30 uur stopt de lopende band. Donna Miller (34) werkt in de kantine snel een warme hap weg. Ze is van de headliner, de bekleding aan de binnenkant van de cabine. „We draaien gelukkig weer. Onlangs lag de zaak helemaal stil en soms gaan we op halve kracht.”

Terwijl de F-150, die op de North American International Auto Show deze week in Detroit gekozen is tot Amerikaanse truck van het jaar, razendpopulair is. Maar, zegt Donna „mensen rijden er langer in en kopen minder snel een nieuwe.”

Ze werkt bij Ford omdat haar man niet genoeg verdient om de hypotheek, de verzekeringen, de auto en de kinderen te kunnen onderhouden. Als ze haar baan verliest weet ze niet of ze in hun huis in Fairlane kunnen blijven wonen.

Alle verzekeringen bij elkaar kosten Miller en haar man 5500 dollar per jaar. „Dat is een hoop geld. We overwegen om de inboedelverzekering maar op te zeggen. Dat is al weer wat.”

Drama
Als de auto-industrie verdwijnt of sterk moet inkrimpen is dat allereerst een sociaal drama. In de Verenigde Staten alleen al staan 3 miljoen banen op het spel.

Volgens de National Automobile Dealers Association (NADA) hebben vorig jaar al 700 van de ruim 20.000 Amerikaanse autodealers hun deuren moeten sluiten. Voor dit jaar verwacht de NADA het dubbele. Dat, terwijl de autodealers goed zijn voor 1,1 miljoen banen, meer dan de drie grote autofabrikanten uit Detroit samen.

Voorts zijn nog bijna 1 miljoen gepensioneerden voor hun inkomen van de sector afhankelijk. Dat heeft GM te danken aan Charles E. Wilson, topman van GM eind jaren veertig.

”Engine Charles”, zoals hij destijds liefkozend werd genoemd, bood iedere werknemer een gezondheidszorgverzekering en een pensioen aan. Die verplichtingen hangen het bedrijf nu als een molensteen om de nek.

Ook buiten de VS is de pijn voelbaar. In Zweden bijvoorbeeld; Saab en Volvo horen respectievelijk bij GM en Ford. En Duitsland omdat Opel onderdeel is van de GM-groep.

Een faillissement van de symbolische sector -staat de auto niet voor Amerikaanse vrijheid?- zou het presidentschap van president Bush een nieuwe, zware klap toebrengen. En Barack Obama kan zijn verblijf in het Witte Huis toch moeilijk beginnen door met een pennenstreek de complete erfenis van Henry Ford naar de schroothoop te verwijzen?


Obama geeft goede voorbeeld

Nieuwe president? Nieuwe Amerikaanse auto.

De 2009 Cadillac Presidential Limousine maakt dinsdag in Washington zijn debuut als president Barack Obama na zijn inauguratie op Capitol Hill via Pennsylvania Avenue naar het Witte Huis wordt gereden.

De limousine is geleverd door General Motors uit Detroit en vervangt de Cadillac DTS uit 2006 waar president Bush in reed.

De nieuwe presidentiële auto heeft geen specifieke aanduiding, zegt David Caldwell, woordvoerder van General Motors. „Het is geen truck of een sedan, maar een uniek voertuig.” Hij wil niet zeggen hoeveel limo’s GM aan het Witte Huis leverde.

Dat de president in een GM auto rijdt, is een opsteker voor het geplaagde autoconcern. Koop Amerikaans, riepen de werknemers deze week nog in Detroit. Ze zien een tsunami aan goedkope en zuinige Japanners over zich heen komen.

In feite geeft Obama dus het goede voorbeeld. Sinds 1983 heeft GM de meeste limousines voor de president geleverd.

Eerder was het steeds concurrent Ford die de president in Lincolns liet rijden. Een ervan is de limousine waarin president John F. Kennedy in november 1963 de dood vond in Dallas. Het voertuig is te zien in het Henry Ford Museum in Dearborn, Michigan.

De nieuwe auto van Obama heeft grotere ramen dan zijn voorganger. Uiteraard zijn die ramen van kogelwerend glas.

De auto kan met gemak de aanval van een klein leger doorstaan. Het interieur moet de president zelfs beschermen tegen een chemische aanval. Verdere details wil de Secret Service, de geheime dienst die de president moet beschermen, liever niet prijsgeven.

Voor Obama zal de afmeting van zijn nieuwe auto wennen zijn. Tijdens de campagne verving hij volgens Amerikaanse media zijn Chrysler 300C voor een zuiniger hybride Ford Escape. De auto waarin de eerste Afro Amerikaanse president leerde rijden was een Ford Granada. Daarvan moet hij hebben gezegd dat het „de slechtste auto was die ooit in Detroit is gebouwd.”

Het tweedehandsje van Bush gaat overigens niet weg. De Secret Service zal de Cadillac DTS toevoegen aan het wagenpark. Tenslotte moeten de vicepresident, ministers en bezoekende staatshoofden ook op een comfortabele manier worden vervoerd.


Mini voor Amerikanen

Volkswagen en BMW ruiken hun kansen in de Verenigde Staten. Maar is een kleine Mini goed genoeg voor de grote Amerikanen?
Volkswagen investeert 1 miljard dollar (740 miljoen euro) in de bouw van een nieuwe fabriek in de Amerikaanse staat Tennessee.

Daar moeten vanaf 2012 jaarlijks 250.000 middenklassers van de band rollen.

Daarmee wil VW de strijd aangaan met de Aziatische concurrenten Toyota en Honda, die al succesvol zijn op de Amerikaanse markt.

BMW gooit het over andere boeg. De Duitse autofabrikant is eigenaar van Mini en wil de Amerikanen verleiden om in de kleine auto’s te gaan rijden. Op de autobeurs in Detroit werd deze week een volledig elektrische Mini Cooper gepresenteerd. Testrijders in
New York en Los Angeles zullen het kleintje de komende maanden uitproberen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Dreun in Detroit

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer