Syrische christenen zijn voorzichtig
Yousif woont in een volkswijk vlak bij oud Damascus. Hij werkt bij een autobedrijf en z’n vrouw doet werk voor een universiteit. „Er leeft angst bij christenen in Syrië. Ze hebben niet evenveel recht van spreken als moslims. Maar dat christenen emigreren, heeft met godsdienst weinig te maken. Zij vertrekken uit economisch motief.” Syriërs antwoorden voorzichtig. Af en toe proef ik een waarheid achter de waarheid.
Het protestantse echtpaar begon ooit thuis met Bijbelstudie. De groep die bij hen samenkwam wilde zingen. „Andere protestanten in de buurt protesteerden. Ze vreesden dat hun kerk om dat zingen gesloten zou worden. Toch hebben wij niet te klagen. Van spanning is geen sprake in onze wijk”, vertelt Yousif. „Er zijn wel wijken met strikte moslims en rijke soennieten die christenen haten. Maar daar wonen geen christenen.”Niet iedereen durft alles te zeggen. Soms bespeur ik iets van vrees voor spionage. Yousif vertelt dat dit onder de vorige president inderdaad aan de orde was. Protestanten werden ervan verdacht voor Israël te werken. „Nu gebeurt dat niet meer. Onder de huidige president werden zelfs voor het eerst protestantse televisieprogramma’s toegestaan.”
De presbyteriaanse ouderling George Meassy vertelt dat er desondanks sprake is van emigratie. „Sommige mensen vertrekken uit individuele ambitie. Ze gaan naar de Verenigde Staten, of naar Zuid-Amerika. Anderen weten dat Denemarken en Zweden salaris betalen aan mensen die niet werken.”
De lofprijzing op Syrië als het veiligste land ter wereld zal niet iedereen George in dank afnemen. Toch is een lid van zijn kerk adviseur van president Bashar al-Assad.
Ds. Samir Yacco studeerde in Sydney. De evangelical kwam terug in Syrië. „Dertig jaar geleden hielp de Wereldraad van Kerken christenen emigreren. Dat was fout. Vooral nominale christenen vertrokken. Niet wegens vervolging, maar om er beter van te worden.” Voor Joden lag dat anders. „Misschien leven er hier nog enkele tientallen. In de jaren ’80 waren dat er minstens 4000.”
Achtergrond
Een vrouw -zeg maar: Rasha- vertelt iets van de historie. „In de provincie Hasake leefden veel christenen die gevlucht waren uit de regio Mardin in Turkije. De Franse bezetting zei dat mensen die hun land binnen vijf jaar in cultuur brachten dat mochten eigenen. In 1963 was echter sprake van een socialistische revolutie. De Ba’athpartij deed een staatsgreep. In Noordoost-Syrië hielpen christelijke landheren duizenden christenen en moslims aan het werk. De nieuwe regering nationaliseerde echter fabrieken en banken. Zo raakten velen hun baan kwijt. De socialisten waren seculier en keerden zich tegen de radicale islam. Zij zorgden er echter ook voor dat minderheden en christenen hun business en hun land verloren.
Vanaf 1963 verlieten kooplui en industriëlen het land. Ze gingen richting Libanon, Jordanië, Egypte, kortom: naar andere landen in het Midden-Oosten. Allerlei mensen namen de benen. Niet uitsluitend christenen. Het gouvernement herverdeelde het land en gaf in het noordoosten veel gebied aan Koerden en Arabieren. Er bleef weinig over voor christenen. Toch vormen die niet zonder meer een vervolgde religieuze minderheid, hoewel ze een soort vervolgingscomplex koesteren.
Wij hebben niet het ’gereedschap’ om alle cijfers precies te achterhalen. De regering geeft geen toegang tot de gegevens. De overheid wil zelfs niet dat wij daarnaar vragen. Maar de wending van liberaal naar socialistisch vormt de verklaring achter de emigratie. Socialisten zeggen: Wij beschermen de kerken tegen radicalen en fundamentalisten. Maar dat alleen is te simpel. De liberale economie was goed voor de christenen.” Aldus Rasha.
Statistiek
„Ons land telt 18 miljoen inwoners”, zegt Meassy. „In de eerste vijftig jaren van de vorige eeuw was 15 tot 20 procent christen. Nu is dat mogelijk nog 10 procent. Een moslimgezin blijkt groter dan een christengezin. En er is sprake van emigratie.”
Basham Ishak hoort bij een van de orthodoxe kerken. Hij studeerde in de Verenigde Staten. Eind 1993 keerde hij terug naar Syrië. Hij toont zich voorzichtig in het gebruik van het woord roeping. Toch gelooft hij dat God hem hier wil hebben. Zijn vader was betrokken bij de stichting van de staat in 1946 en was tevens lid van het parlement. Aan de hand van foto’s laat Basham zien hoe zijn vader, die christen is, één dag president was. „Om te laten zien dat Syrië seculier is en niet slechts een land voor moslims.”
Basham bevestigt dat er geen officiële statistische gegevens zijn. „Alleen het gouvernement heeft het recht om onderzoek te doen. Uiteraard heb ik geen kritiek op de regering. Maar ze heeft natuurlijk wel een politieke agenda. Er wordt geclaimd dat 13 à 14 procent van de Syriërs christen is. Misschien zijn het er inderdaad 3 miljoen, maar de vraag is: hoeveel van die mensen zijn vertrokken? En dan nog iets: veel Syrische christenen zijn als kind gedoopt, maar zijn niet echt praktiserend christen.”
Verdacht
Ik mag de patriarch van de wereldwijde Syrisch-Orthodoxe Kerk een hand geven en met hem op de foto. Maar de krachten om met mij van gedachten te wisselen, ontbreken zijne heiligheid Moran Mor Ignatius Zakka I Iwas. Zijn woordvoerder, priester vader Fady Abdulahad, zegt: „Christenen en moslims hebben altijd samen het land verdedigd. Ze vochten gezamenlijk tegen de kruisvaarders. Dat geeft saamhorigheid. Er is ook sprake van een interreligieuze dialoog.”
In die dialoog gaat het over „wat wij gemeenschappelijk hebben”, vertelt Fady. „Niet over datgene waarin wij verschillen. Wij bediscussiëren geen religieuze onderwerpen, maar vragen ons af hoe we als christenen en moslims met elkaar moeten en kunnen leven.”
Meassy, die in zekere kringen in de hoofdstad bekendstaat als de Calvijn van Damascus, bevestigt de eendracht. „In dorpen kunnen christenen en moslims goed samenleven. Maar er zijn overal en in alle religies fundamentalisten. Met alle gevolgen van dien.”
Toch zegt Rasha: „Een moslim vroeg mij oprecht, tijdens een seminar: Waarom zijn christenen niet patriottisch? Ik vroeg: Wat bedoelt u? Dan blijkt dat christenen wegens hun religieuze identiteit verdacht zijn ten aanzien van hun vaderlandsliefde. Dat zij net als de kruisvaarders christen zijn, maakt hen bij voorbaat verdacht. Om die reden slaan christenen op de vlucht. Dat is een sleutelaspect. Moslims en christenen vertrouwen elkaar niet. Zij twijfelen aan onze loyaliteit en wij aan hun vertrouwen in ons.”
Vrijheid
Toch behandelt de overheid christenen niet slecht. De grondwet garandeert vrijheid van godsdienst maar ontmoedigt evangelisatie. Martijn Leeftink studeerde theologie aan de vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen. Hij verblijft in de Syrische hoofdstad als medewerker aan het Nederlands Instituut voor Academische Studies in Damascus. „Syrië is een seculiere staat. Maar er bestaat geen hoofddoekjesverbod op de universiteiten.”
Leeftink vertelt dat de sharia wel een van de bronnen voor wetgeving is, net als in Egypte. Dat land is echter in sociaal opzicht veel conservatiever. Syrische christenen kennen hun eigen familierecht en scheidingsregels. Op iemands identiteitskaart staat niet dat hij christen of moslim is. „Hoewel dat natuurlijk ergens is geregistreerd. Het is onmogelijk in dit land als moslim van religie te veranderen. Christenen hebben echter rechten. Syrië is een politiestaat en is niet crimineel. Het leven is hier veilig.”
Vader Fady: „Met het kerstfeest bezocht president Bashar ons. Hij zei: „Ik kom als patriarch niet u groeten, maar ”ons”; wij zijn een.” De regering beseft dat christenen autochtonen zijn in dit land. Zij behandelt ons als burgers die dezelfde rechten en plichten hebben als moslims. De president is een aleviet. Hij behoort tot een islamitische minderheid. Desondanks noemde hij tijdens een toespraak leiders van de Arabische Liga tot tweemaal toe de apostel Paulus. Dat is een teken van zijn reële intentie om in vrede te leven.”
Niettemin rees bij mij het vermoeden van corruptie, toen ik van een niet nader te noemen persoon hoorde hoe deze er ondanks veel stemmen niet in slaagde een plaats te krijgen in het parlement.
(Voor)rechten
„De overheid is goed voor de kerk”, vertelt Meassy. „Ze geeft ons onbeperkt water en elektriciteit. Problemen zoals in Egypte bestaan bij ons niet. Zelfs toen de kerk bouwde op een terrein waar dat feitelijk niet mocht, kreeg zij energie. Inderdaad: pentecostals kunnen dat niet doen. Zij kunnen hooguit een vergaderplaats huren. Zij zijn niet geregistreerd.”
Basham bevestigt dat een kerk zich dient te laten registreren, als zij in rechte wil handelen. „Dat moet in de Verenigde Staten en Europa toch ook?”
De voorrechten zijn groter dan in West-Europa. Een predikant kan -indien hij formeel het hoofd is van een kerkelijke denominatie- belastingvrij een auto importeren. Energie is voor elk geregistreerd religieus verband goedkoper. Het maakt niet uit of het daarbij om Joden, moslims of christenen gaat. „Maar niemand heeft het recht om te evangeliseren”, zegt Basham. „Als een moslim mij een vraag stelt, mag ik antwoord geven. Maar ik mag hem geen evangeliserende vraag stellen.”
En als een moslim gedoopt wil worden, is het illegaal dat uit te voeren. Toch gebeurt het. „Ik denk dat de regering het weet”, aldus Rasha. „Zolang een islamitische geestelijke niet moeilijk doet, gebeurt er niets, maar als hij kabaal maakt, komt de regering in actie.”
Een predikant zegt: „Ik heb ooit een Tunesiër gedoopt die met een Syrische getrouwd was. En ook vijf moslims. Wij doen dat niet met trompetgeschal, maar in het geheim.”
Verder vertelt de evangelical hoe hij eens twee voormalige druzen doopte. Te midden van een groep, dus publiekelijk, en met toestemming van hun moeder. In Syrië blijkt dat toch gemakkelijker dan in Jordanië. Want de macht is in handen van een minderheid. De president is immers aleviet. Ook de heersende groep om hem heen bestaat uit alevieten. Zij vormen een sjiitische sekte die bekendstaat als het zwarte schaap van de islam.
Ds. Peter Zaour dient een presbyteriaanse gemeente in Damascus. „Moslims krijgen soms materiële hulp van ons. Sommige moslims komen tot de belijdenis van Jezus. Twee of drie moslims bezoeken onze Bijbelstudie en bidden met ons. Ik heb sinds het begin een stuk of zes moslims uit Iran gedoopt. Zij vertrokken weer uit ons land. Uiteindelijk is de geestelijke doop belangrijker.”
Moeilijk
Er zitten in Syrië geen christenen in de gevangenis om hun geloof. „Wel fundamentalistische moslims die hun religie gebruiken voor extremisme”, zegt Basham. „Zo iemand riskeert een arrestatie.”
Vader Fady wijst erop dat ook Jehova’s getuigen worden gearresteerd. „Zij erkennen de overheid niet. Zij participeren niet in oorlogen. Zij zijn zionist.” Het blijkt moeilijk een kerk te stichten van een nieuwe signatuur.
Dat betekent dat ook in Syrië niet-geregistreerde groepen ondergronds bijeenkomen. Meassy ontkent het. „Ze komen naar de kerk. Het avondmaal staat open. Het is immers het avondmaal des Heeren. Niet het onze.”
Maar Basham veronderstelt dat Meassy de werkelijkheid wel degelijk kent. „De presbyteriaanse ouderling is, denk ik, bang om te praten over groepjes van voormalige moslims. Hij weet het wel. Hij durft het niet te zeggen.”
Yousif: „In Syrië is sprake van vrijheid en ruimte. Toch worden christenen in de gaten gehouden. En het is onmogelijk om van religie te veranderen.”
Geen staatsgodsdienst
De islam is in Syrië geen staatsgodsdienst. Toch is naar schatting 90 procent van de bevolking moslim. Circa 80 procent behoort tot de soennieten. Van de overige (sjiitische) islamieten zou ongeveer 7 procent tot de alevieten behoren. De christenen zouden circa 10 procent van de bevolking uitmaken.
De grote meerderheid van de christenen is Grieks-orthodox. Zij aanvaarden de belijdenis van Chalcedon over de goddelijke en menselijke natuur van Christus. Maar ze geloven niet dat de Heilige Geest uitgaat van de Vader en de Zoon. De evenzeer belangrijke Syrisch-Orthodoxe Kerk verwerpt ook het symbool van Chalcedon. Dit heeft een relatie met de door de westerse kerk veroordeelde Nestorius.
Verder is er in Syrië ook een bescheiden, maar niet onbelangrijke groep Armeense christenen. Bovendien bestaat er van al de tot nu toe genoemde groepen ook een katholieke versie. De katholieken stellen zich onder de paus van Rome. Daarnaast is er onder andere sprake van maronieten. Zij lijken behoorlijk op de rooms-katholieken. Verder zijn er protestanten, zoals presbyterianen, baptisten en een enkele evangelische kerk. Die laatste groeit nogal ten koste van de orthodoxe.